. Flashcards

(269 cards)

1
Q

Zich gedragen

A

To behave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedrag

A

Behaviour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gedrag

A

Conduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Straffen

A

To punish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Straf

A

Punishment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onbeschoft

A

Rude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtvaardigen

A

To justify

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rechtvaardiging

A

Justification

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Toegeven

A

To admit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gehoorzamen

A

To obey

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ongehoorzaam zijn

A

To disobey

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(On)Gehoorzaam

A

(Dis)obedient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(On)gehoorzaamheid

A

(Dis)obedience

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Koppig

A

Stubborn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eerlijk/openhartig

A

Frank/candid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Consequent

A

Consistent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Inconsequentheid

A

Inconsistency

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ijdel

A

Vain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ijdelheid

A

Vanity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

(On)eerlijk

A

(Dis)honest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bedriegen

A

To deceive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Eerlijkheid

A

Honesty

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Deugd

A

Virtue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Ondeugd

A

Vice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
(On)trouw
(Dis)loyal
26
Lastigvallen
To harass
27
Intimidatie
Harassment
28
Gastvrij
Hospitable
29
Gastvrijheid
Hospitality
30
Verwaand
Conceited
31
Toewijding
Devotion
32
Wijden aan
To devote to
33
Advies
Advice/councel
34
Gemeen/slecht
wicked
35
Uitschot
Scum
36
(On)verenigbaar
(In)compatible
37
Ertoe brengen
To induce
38
Neerkijken op
To sneer at
39
Menigte
Mob
40
Preuts
Prudish
41
Goed/ zoals het hoort
Proper
42
Onjuist/onfatsoenlijk
Improper
43
Verleiden
To seduce
44
Verleidelijk
Seductive
45
Verwennen
To pamper
46
Zondebok
Scapegoat
47
Stilzwijgend
Tacit
48
Behandelen
To treat
49
Mishandelen
To ill-treat
50
Trakteren
To treat (to)
51
Verkondigen/preken
To preach
52
Onverschillig
Indifferent
53
Onverschilligheid
Indifference
54
Geneigd
Inclined /apt/prone/liable
55
Beledigen
To offend
56
Belediging
Offence
57
Beledigend
Offensive
58
Houding
Attitude
59
Star
Rigid
60
Pesten
To bully
61
Pestkop
Bully
62
De neiging hebben (om te)
To tend (to)
63
Neiging
Tendency
64
Vijandig
Hostile
65
Vijandigheid
Hostility
66
Aanpakken
To tackle/to address
67
Zachtaardig
Gentle
68
Vleien
To flatter
69
Zich verontschuldigen
To apologise
70
Excuus
Apology
71
Verontschuldigend
Apologetic
72
Goedkeuren
To approve of
73
Afkeuren
To disapprove of
74
Goedkeuring
Approval
75
Afkeuring
Disapproval
76
Vandaal
Hooligan
77
Vandalisme
Hooliganism
78
Brutaal
Insolent/impudent
79
Brutaliteit
Insolence/impudence/cheek
80
Zich aanpassen (aan)
To conform (to)/ to adapt (to)
81
Richtlijn
Guideline
82
Aankunnen
To cope with
83
Maatregel
Measure
84
Omgaan met / aanpakken
To deal with/ to handle
85
Lastig /onhandelbaar
Unruly
86
Omdraaien
To reverse
87
Het omgekeerde
The reverse
88
Rolwisseling
Role reversal
89
Doen alsof
To pretend
90
Voorwendsel
Pretence
91
Streek/truc
Trick
92
Vrek/gierigaard
Miser
93
Gierig/gemeen
Mean
94
Gezag
Authority
95
Uitlokken
To provoke
96
Uitdagend
Provocative
97
Gevoel voor humor
Sense of humour
98
Ondeugend
Naughty
99
Storen
To intrude
100
Inbreuk
Intrusion
101
Indringer
Intruder
102
Gelijkend
Similar
103
Overeenkomst
Similarity
104
Gelden
To apply (to)
105
Rage
Craze
106
Beseffen
To realise
107
Gevolg
Consequence
108
Als gevolg/daarom
Consequently
109
Beleefd
Polite
110
Onbeleefd
Impolite
111
Het eens zijn (met)
To agree (with)
112
Het oneens zijn (met)
To disagree (with)
113
Overeenstemming
Agreement
114
Verschil van mening/onenigheid
Disagreement
115
Opzettelijk
On purpose/ deliberately
116
Ruzie maken
To argue/ to quarrel
117
Ruzie
Row/argument/quarrel
118
Kwaad
Harm
119
Kwaad doen
To harm
120
Schadelijk
Harmful
121
Onschadelijk
Harmless
122
Zaak
Affair
123
Waarschuwen
To warn
124
Waarschuwing
Warning
125
Besluiten/beslissen
To decide
126
Besluit/beslissing
Decision
127
Beslissend
Decisive
128
(On)geduld
(Im)patience
129
(On)geduldig
(Im)patient
130
Verslaafd (aan)
Addicted (to)
131
Verslaafde
Addict
132
Verslaving
Addiction
133
Verslavend
Addictive
134
Tv-verslaafde
Couch potato
135
Afkicken
To detox
136
Afkickcentrum
Detox centre/ rehab cenre
137
Gokverslaafde
Compulsive gambler
138
Koopziekte
Shopaholic/ compulsive shopper
139
Openbaar vervoer
Public transport
140
Middel
Means
141
Vertrekken
To leave/ to depart
142
Vertrek
Departure
143
Aankomst
Arrival
144
Perron
Platform
145
Wagon/rijtuig
Carriage
146
Vrij/onbezet
Vacant
147
Over tijd
Overdue
148
Eindstation
Terminus
149
Lading/vracht
Cargo
150
Taxi
Taxi/cab
151
Rij
Queue
152
Verbinden
To connect/ to link
153
In de rij staan
To queue
154
Verbinding/verband
Connection/ link
155
Forens
Commuter
156
Heen en weer reizen
To commute
157
Tarief (van vervoer)
Fare
158
Ver/afgelegen
Distant
159
Metro
Underground/ tube
160
Voetgangerstunnel
Subway
161
Kofferbak
Boot
162
Monteur
Mechanic
163
Repareren
To repair
164
Motorkap
Bonnet
165
Zaklantaarn
Torch
166
Batterij/ accu
Battery
167
Versnelling
Gear
168
Controleren
To check
169
Lekke band
Flat tyre
170
Lek / gaatje
Puncture
171
Druk
Pressure
172
Verstellen
To adjust
173
Verstelbaar
Adjustable
174
Gordel/riem
Belt
175
Benzine
Petrol
176
Opraken
To run out
177
Brandstof
Fuel
178
Zuinig
Economical
179
Poetsen
To polish
180
Was
Wax
181
Kenmerk
Characteristic/feature
182
Doel
Purpose
183
Onvermijdelijk
Inevitable
184
Reserver onderdeel
Spare part/ spare
185
Huren
To hire/ to rent
186
Onmisbaar
Indispensable
187
Afleggen
To cover
188
In/naar het buitenland
Abroad
189
Reis (over land)
Journey
190
Reis (over zee)
Voyage
191
Touringcar
Coach
192
Veerboot
Ferry
193
Hut
Cabin
194
Kooi
Berth
195
Jacht
Yacht
196
Vaartuig
Vessel
197
Verrekijker
Binoculars
198
Wrak
Wreck
199
Vergaan
To be wrecked
200
Redden
To rescue
201
Redding
Rescue
202
Instappen
To board
203
Hoogte
Altitude
204
Kapen
To hijack
205
Koers
Course
206
Wijzigen
To alter
207
Startbaan/landingsbaan
Runway
208
Annuleren
To cancel
209
Neerstorten
To crash
210
Raadsel/mysterie
Mystery
211
Verdwijnen
To disappear
212
Verdwijning
Disappearance
213
Onderzoek (naar)
Inquiry (into)
214
Voorleggen
To submit
215
Door de douane gaan
To go to customs
216
Douanebeambte
Customs officer
217
Aangeven
To declare
218
Bagage
Luggage/ baggage
219
Bagageband
Baggage belt
220
Koffer
Suitcase
221
Bestaan uit
To consist of
222
Extra bagage / overgewicht
Excess baggage
223
Grens
Border/frontier
224
Onderneming
Enterprise
225
Mede-
Fellow
226
Buitenlands
Foreign
227
Kaart
Map
228
Vakantieoord
Resort
229
Belasting
Tax
230
Belastingvrij
Duty-free/ tax-free
231
Bestemming
Destination
232
Omgeven
To surround
233
Omgeving
Surroundings
234
Verkennen
To explore
235
Formulier
Form
236
(On)geldig
(In)valid
237
Visum
Visa
238
Aanvragen
To apply for
239
Aanvraag
Application
240
Bezienswaardigheid
Sight
241
Folder
Leaflet
242
Informeren
To enquire/to inquire
243
Verzoek om informatie
Enquiry/inquiry
244
Inlichtingen vragen
To make enquiries/ to make inquiries
245
Regelen
To arrange
246
Regeling
Arrangement
247
Logeren bij
To stay with
248
Aanbevelen
To recommend
249
Aanbeveling
Recommendation
250
Voornaamste
Main
251
Voornamelijk
Mainly
252
Camping
Campsite/ camping site
253
Opzetten
To put up/ to pitch
254
Uitrusting
Equipment/ gear
255
Oosters
Oriental
256
Vermoeiend
Tiring
257
De moeite waard
Worth
258
Anders
Otherwise
259
De ruimte
Space
260
Vastzitten
To be stuck
261
Keten
Chain
262
Hotelgast
Resident
263
Kamer vrij
Vacancy
264
Pension
Quest house
265
Herberg
Inn
266
Tegenkomen/ontmoeten
To encounter
267
Ontmoeting
Encounter
268
Voorval
Incident
269
Vastmaken
To attach