1 Flashcards
(27 cards)
prehistorie
3500 v.C.
schriftcultuur
oude nabije oosten
3500-800 v.C.
griekse kolonisatie
klassieke oudheid
800-500
eind west- romeinse rijk
middeleeuwen
500-1450
eind oost-romeinse rijk
vroegmoderne tijd
1450-1750
industrie revolutie
moderne tijd
1750-1945
einde WOII
polis
stadstaat, stad dat ook een land is
acropolis
heuvel in het midden van de stadstaat
agora
marktplein in het centrum van de stadstaat
Homeros
griekse dichter van de Ilias en Oddysee
donkere eeuwen
periode van de dorische overheersing waar we weinig historische bronnen over hebben
myceense beschaving
1600-1100 v.C.
op Peloponnesus
continentale gesloten burchten beschaving
rond 1200 v.C. verovering doriërs
Waarom wou Mycene troje veroveren?
Troje ligt aan de ingang van de zwarte zee dus bepaalde troje de handel naar die zee. Mycene wou toegang tot de vruchtbare graanvelden rond de zwarte zee.
gebieden in de myceense invloedsfeer
Troje, cycladen, kreta, peloponnesus
Monarchie
macht bij 1 persoon, koning en erfelijk
aristocratie
macht uitgeoefend door besten van vooraanstaande families
oligarchie
macht bij kleine groep, rijke invloedrijke personen
tirannie
macht bij 1 wrede persoon die onrechtvaardig optreedt
democratie
macht volk of gekozen volksvertegenwoordigers
Zeus
zoon Kronos en Rhea
adelaar, staf, bliksemschicht
Poseidon
god van zee en wateren
drietand
Hades
onderwereld en doden
3koppige hond en staf
Hera
huwelijk en vruchtbaarheid
pauw
Aphrodite
geboren schuim van zee
schoonheid en liefde
gans en haar zoontje eros