1-4 Flashcards

1
Q

Benedenloop

A

-laage deel van een rivier
-net voordat de zee instroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bovenloop

A

-Bovenste deel
-Meestal in de bergen stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Chemische Verwering

A

-Verwering waneer de samenstelling van gestente verandert door zuutstof en vocht
-Weathering when the composition of stone changes due to oxygen and moisture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Delta

A

-Nieuw land in zee
-Door sedimentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duinen

A

Opgewaaide zandheuvels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Erosie

A

Schurende werking door water, zand of ijs
Schurende werking=causing damage or wear by rubbing, grinding, or scraping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fossielen

A

Afdrukken of steenen van planten of dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemaal

A

Een pomp warmee polders droog worden gepomped

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gletsjers

A

Ijsmassas in hooggebergen die langzaam naar beden komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Graniet

A

Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grind

A

Stenen afgerond door rivierwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hooggebergte

A

Een gebied die hoogger is dan 1500 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jong Gebergte

A

Een gebergte met veel relief en hoge toppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kalksteen

A

samengeperste schelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klei

A

-Microscopisch kleine korreltjes
-Ontstaan door verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kunstmeest

A

Mest uit fabriek

17
Q

Laagvlakte

A

-Vlak gebied
-Onder 500 meter

18
Q

Magma

A

Vleoibaar gesteente onder de grond

19
Q

Massabewegingen

A

Gesteente die naar bedenden beweegt door Zwartekracht

20
Q

Mechanische Verwering

A

-Verwering waarbij gesteente afbrokkelt zonder de samenstelling ervan te veranderen
-Weathering in which rock crumbles without changing its composition

21
Q

Middenloop

A

Middelste deel van het rivier

22
Q

Oud Gebergte

A

Een berg met weinig relief en age toppen

23
Q

Polder

A

Stuek land, omgeven door dijken

24
Q

Relief

A

Hoogteverschillen in het landschap

25
Q

Sedimentatie

A

Proces waarbij korrels blijven liggen

26
Q

Sedimentgesteente

A

Steenen dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst

27
Q

Stollingsgesteente

A

Gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt

28
Q

Terpen

A

Door een mens opgeworpen heuvels ter bescherming tegen overstromingen

29
Q

Verwering

A

-Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer
-The crumbling of rocks under the influence of the weather

30
Q

Wadden

A

De delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen

31
Q

Zandbank

A

Ondiepe plaats in de zee

32
Q

Zandsteen

A

Gesteente dat ontstaat uit samengeperst zand

33
Q

Zwerfstenen

A

Grote en Zware rotsblokken die met het js meegekomen zijn