1 - 50 Flashcards
(94 cards)
1
Q
de dag [m}
A
Tag
2
Q
Tag
A
de dag [m]
3
Q
de avond [m]
A
Abend
4
Q
Abend
A
de avond [m]
5
Q
waar
A
wo
6
Q
wo
A
waar
7
Q
Engels
A
englisch
8
Q
englisch
A
Engels
9
Q
wat
A
was
10
Q
was
A
wat
11
Q
het probleem
A
Problem
12
Q
Problem
A
het probleem
13
Q
de hand [f]
A
Hand
14
Q
Hand
A
de hand [f]
15
Q
de tafel [f]
A
Tisch
16
Q
Tisch
A
de tafel [f]
17
Q
ja
A
ja
18
Q
twintig
A
zwanzig
19
Q
zwanzig
A
twintig
20
Q
de prijs [f]
A
Preis
21
Q
Preis
A
de prijs [f]
22
Q
duur
A
teuer
23
Q
teuer
A
duur
24
Q
negenennegentig
A
neunundneunzig
25
neunundneunzig
negenennegentig
26
het uur
Stunde
27
Stunde
het uur
28
de bus [m]
Bus
29
Bus
de bus [m]
30
de halte [m]
Haltestelle
31
Haltestelle
de halte [m]
32
het kaartje
Fahrkarte
33
Fahrkarte
het kaartje
34
de metro [m]
U-Bahn
35
U-Bahn
de metro [m]
36
de trein [m]
Zug, Bahn
37
Zug, Bahn
de trein [m]
38
eerste
erste
39
erste
eerste
40
tweede
zweite
41
zweite
tweede
42
het station
Bahnhof
43
Bahnhof
het station
44
het restaurant
Restaurant
45
Restaurant
het restaurant
46
de apotheek [m]
Apotheke
47
Apotheke
de apotheek [m]
48
links
links
49
rechts
rechts
50
het stoplicht
Ampel
51
Ampel
het stoplicht
52
de foto [f]
Foto
53
Foto
de foto [f]
54
zeggen
sagen
55
sagen
zeggen
56
het papier
Papier
57
Papier
het papier
58
de pen [f]
Stift, Füller
59
Stift, Füller
de pen [f]
60
de reservering [m]
Reservierung
61
Reservierung
de reservering [m]
62
de kamer [f]
Zimmer
63
Zimmer
de kamer [f]
64
de zeep [f]
Seife
65
Seife
de zeep [f]
66
de handdoek [m]
Handtuch
67
Handtuch
de handdoek [m]
68
de shampoo [m]
Shampoo
69
Shampoo
de shampoo [m]
70
de brief [m]
Brief
71
Brief
de brief [m]
72
het geld
Geld
73
Geld
het geld
74
klein
klein
75
het theater
Theater
76
Theater
het theater
77
de gids [m]
Fremdenführer
78
Fremdenführer
de gids [m]
79
het vlees
Fleisch
80
Fleisch
het vlees
81
zoeken
suchen
82
suchen
zoeken
83
het ziekenhuis
Krankenhaus
84
Krankenhaus
het ziekenhuis
85
de medicijn [f]
Medizin
86
Medizin
de medicijn [f]
87
de verkoudheid [m]
Erkältung
88
Erkältung
de verkoudheid [m]
89
de pijn [f]
Schmerz
90
Schmerz
de pijn [f]
91
het hoofd
Kopf
92
Kopf
het hoofd
93
de allergie [f]
Allergie
94
Allergie
de allergie [f]
