1 _ Het konijn Flashcards

1
Q

J / F

Het konijn is geen knaagdier.

A

JUIST

Het belangrijkste verschil is dat er bij het konijn 2 paar snijtanden aanwezig zijn in de bovenkaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel chromosomen heeft een konijn, wat is hierbij op te merken?

A

2n = 44 chromosomen

De konijn is de enige vertegenwoordiger van zijn soort. Dit betekent dus dat het konijn niet kan worden gekruist met andere haasachtigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de correcte benamingen voor een mannelijk, vrouwelijk en jong konijn?

A

Man : Rammelaar
Vrouw : Voedster
Jong : Lampreien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn enkele belangrijke verschillen tussen een konijn en een haas?

A

Haas

  • Groter, slanker & langere oren
  • Legers
  • Nestvlieders

Konijn

  • Ondergrondse holen
  • Nestblijvers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe gebeurt de indeling van de verschillende rassen volgens gewichtsklasse?

A
  • Zware rassen : gewichten boven 6 kg, veel vlees, zwakke vruchtbaarheid
  • Middenrassen : 3 - 5 kg, zeer goede vruchtbaarheid
  • Kleine rassen : 2 - 3 kg, vruchtbaar
  • Dwergrassen : 1 - 1.5 kg, hobby - en gezelschapsdieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn er naast de gewichtsklasse nog andere indelingen die men gebruikt om konijnenrassen in te delen? Zo ja ? Welke?

A

Ja,

  • Hangoren
  • Rassen met een afwijkende pelsstructuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van de zware rassen?

A
  • Ze hebben een gewicht boven de 6 kg
  • Ze groeien zeer snel
  • Relatief lage vruchtbaarheid
  • Laag slachtrendement op jonge leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef een aantal namen van rassen die tot de zware rassen?

A
  • Vlaamse reus
  • Reuzenvlinder
  • Franse hangoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
Het konijn is rond welke eeuw definitief gedomesticeerd? 
A. Rond de middeleeuwen 
B. 19e eeuw 
C. 15e eeuw 
D. Rond de tijd van de Romeinen
A

C. 15e eeuw

Het konijn is dus nog niet lang gedomesticeerd, dit is belangrijk om mee rekening te houden voor het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van de middenrassen?

A
  • Gewicht tussen 3.5 - 4.5 kg
  • Goede vruchtbaarheid
  • Goede groei
  • Goede voederconversie
  • Typische vleesrassen
  • Vaak gebruikt voor kruisingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef een aantal namen van rassen die behoren tot de middenrassen?

A
  • Belgische zilver
  • Belgische haas
  • Japanner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de eigenschappen van de kleine rassen?

A
  • gewicht tussen 2 - 3 kg
  • Goede vruchtbaarheid
  • Laag voedergebruik
  • Minder goede groei
  • Soms kruising met ram van vleesklassen voor vleesproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een aantal rassen die tot de kleine rassen behoren.

A
  • Hollander
  • Tan
  • Steenkonijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom worden de zware rassen niet voor vleesproductie gebruikt?

A
  • Ze groeien niet voldoende snel

- Ze kunnen niet goed leven in batterijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken van de dwergrassen?

A
  • Deze hebben geen enkele economische betekenis
  • Volwassen gewicht tussen 1 - 2 kg
  • Weinig vruchtbaar : zorgt voor kleine nesten (gaat als gevolg hebben dat de jongen redelijk groot kunnen worden en de partus zee moeizaam zal beuren)
  • Tentoonstellingsdier of gezelschapskonijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef een aantal dwergrassen.

A
  • Kleurdwerg
  • Pool
  • Nederlandse hangoordwerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is er zo speciaal aan de Engelse hangoor?

A

Dit is een konijn met afhangende in plaats rechtopstaande oren. Deze oren zijn weliswaar zo lang dat ze over de grond slepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verklaar het begrip angora.

A

Dit betekent dat het organisme een enorm ontwikkelde onderwol heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat bedoeld men met het begrip rex?

A

Dit betekent dat het dier een zeer korte pels heeft waarbij de haren rechtop ingeplant zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de voornaamste verschillen op anatomisch vlak tussen de ram en de voedster?

A

Ram

  • Dikkere kop
  • Korter lichaam
  • Sterker ontwikkelde thorax
  • Strakker aanliggende huid

Voedster

  • Fijnere kop
  • Lagere lichaamsbouw
  • Sterker ontwikkeld lijf
  • Losser in de huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de stifttanden?

A

Dit is een 2e paar tanden bij het konijn die net achter het 1e paar ingeplant staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
het spijsverteringsstelsel van het konijn is zeer belangrijk voor de vertering, vandaar dat 70 - 80 % van het spijsverteringsstelsel bestaat uit : 
A. Maag & duodenum 
B. Maag & caecum 
C. Duodenum & caecum 
D. Duodenum & colon
A

B. Maag & caecum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke soort vertering hebben konijnen?

A

(1) Enzymatische vertering & (2) bacteriële fermentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Een konijn is een pseudo - herkauwer. Wat bedoeld men hiermee?

A

Dit betekent dat het konijn net zoals andere herkauwers een deel van hun voedsel verder gaat verteren. In plaats van bij de andere herkauwers zullen konijnen hun herkauwing uitvoeren in vorm van caecotrofie (het opnieuw opeten keutels die nog rijk zijn aan voedingsstoffen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bespreek de fysiologie van de mondholte in functie van de spijsvertering.

A

dit is de eerste stap in de spijsvertering.
Hiermee wordt het voedsel opgenomen en wordt het voedsel verkleind door het kauw proces.
- Het zal vermengd worden met speeksel
- Speeksel bevat weinig amylase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Bespreek de fysiologie van de maag in functie van de spijsvertering.

A

In de maag zal er :

  • Secretie zijn van HCl en pepsine die voor de hydrolyse van de macromoleculen zullen zorgen
  • Vooral het afbreken van eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Bespreek de fysiologie van de dunne darm in functie van de spijsvertering.

A

In de dunne darm zullen er verteringssappen toegevoegd worden die afkomstig zijn van de lever, pancreas en de darm zelf.

  • Hier vindt de enzymatische vertering plaats
  • Resorptie van glucose, vetzuren, aminozuren, mineralen & wateroplosbare vitaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Bespreek de fysiologie van het caecum in functie van de spijsvertering.

A

Hier vindt de bacteriële fermentatie plaats met behulp van bacteriën die hier een symbiose zijn aangegaan met het organisme.
Hier zal een vergisting van de onverteerbare voedingscomponenten plaatsvinden die deze zullen afbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Bespreek de fysiologie van de colon in functie van de spijsvertering.

A

Hier wordt de onverteerde fractie gescheiden van de vezelrijke fractie.
Daarnaast wordt de volledige fractie ontwaterd waardoor er harde mestballetjes gevormd kunnen worden die zo het lichaam kunnen verlaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn caecotrofen ?

A

Caecotrofen zijn speciale keutels, ze bevatten nog veel waardevolle voedselbestanddelen en worden direct weer door het konijn opgegeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

J / F

Vluchtige vetzuren worden niet opgenomen, deze verlaten het lichaam in de vorm van “gas”

A

FOUT

Vluchtige vetzuren worden wel opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wanneer zullen caecotrofen uitgescheiden worden? Wat doet het konijn hiermee?

A

Deze zullen voornamelijk ‘s morgens uitgescheiden worden.

Deze zullen reflectorisch direct terug opgenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Verklaar : caecotrofie

A

Recuperatie hoogwaardig bacterieel eiwit, vitaminen, mineralen en vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat gebeurd er met caecotrofen wanneer deze terug worden opgenomen?

A

Deze zullen opnieuw enzymatisch verteerd worden ter hoogte van de maag en de dunne darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Bespreek caecotrofie.

A
  • Dit levert tot 25 % van de dagelijkse proteïne opname
  • Levert de totale behoefte aan vitamine B & C
  • Een goede werking van het systeem vereist voldoende structuurwaarde in het dieet. Bij afwezigheid van deze structuur, vertraagd de darmpassage, voornamelijk in het caecum. Dit heeft een zeer negatief effect op de caecotrofie.
  • Start rond de leeftijd van 3 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is het voordeel van bacteriële fermentatie & caecotrofie?

A
  • Onverteerbaar voedsel wordt omgezet in verteerbare afbraakproducten
  • Hoogwaardig eiwitbron in de vorm van bacteriën
  • Er zal een maximaal rendement aan voedingsstoffen uit de voeding worden gehaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Verklaar : coprofagie

A

Het eten van ontlasting, normaal bij konijnen, cavia’s en chinchilla’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

J / F

Enkel de voorzijde van de snijtanden van het konijn zijn geglazuurd.

A

JUIST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waarom is een perfecte positie van de boven - en ondertanden noodzakelijk voor een konijn?

A

Omdat deze tanden gelijkmatig moeten afslijten, is het belangrijk dat deze perfect op elkaar staan. Indien hier een afwijking zou zijn op de positie, kunnen er tandafwijkingen optreden met spijsverteringsstoornissen tot gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Verklaar : diastema

A

Dit is de opening tussen de snijtanden en de kiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat kan je allemaal vertellen over het ademhalingsstelsel van het konijn?

A
  • Konijnen ademen enkel door hun neus
  • Zeer gevoelig ademhalingsstelsel
  • thermoregulatie gebeurd via de ademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat gebeurd er indien er een stijging is van de NH3 concentratie voor het konijn?

A
  • Er is een een daling in de ademhalingsfrequentie

- Er zal minder afvoer van CO2 zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Welke invloed heeft calcium op het urinewegstelsel?

A

Calcium wordt via de nieren uit het bloed gehaald en via de urine uitgescheiden.
Een calcium rijk dieet gaat een verhoogd risico geven voor urolithiasis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Verklaar : urolithiasis.

A

Het vormen van nierstenen door een overmaat van calcium in het dieet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Vertel enkele dingen over het urinair stelsel van het konijn.

A
  • Het konijn is er minder goed in om urine te concentreren, hierdoor hebben ze een grotere urine output
  • pH : 7.5 - 8.8
  • urineoutput : 20 - 350 ml / kg / dag (zeer gevarieerd!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Konijnen zijn een prooidier, hoe zijn hun zintuigen hieraan aangepast?

A

Ogen

  • Goed ontwikkeld zicht
  • Ruim gezichtsveld
  • Verziend
  • Blinde punt : vlak voor snuit / juist achter kop

Goed ontwikkeld gehoor

Tastharen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Uit welke soorten haren is de vacht van het konijn opgebouwd? Leg ze ook wat uit.

A
  1. Wolharen : isolatie & thermoregulatie
  2. Dekharen : beschermen wolharen tegen uitwendige invloeden
  3. Grannenharen : lange dikke haren die de richting van de pelsinplanting bepalen
48
Q

Konijnen hebben geen zweetklieren. Hebben ze wel andere klieren?
Zo ja? Welke en waar bevinden deze zich?
Zo nee? Waarom niet?

A

Een konijn heeft talgklieren :

  • Onder de kin
  • In de liesplooi
  • Aan de anus

Dit is voor het territorium af te sluiten.

49
Q

Wat zijn enkele gedragsproblemen die kunnen optreden bij konijnen?

A
  • Agressie naar mensen
  • Agressie naar soortgenoten
  • Markeren
  • Destructief gedrag
  • Repetitief gedrag
  • Seksueel gedrag
50
Q

Welk gedragsadvies zou je best meegeven aan mensen die een konijn in huis willen nemen?

A
  • Zorg dat de dieren voldoende ruimte hebben
  • Geef ze een correct dieet
  • Zorg dat ze vrij zijn van angst
  • Geef ze mentale stimulatie
  • Zorg dat ze gezelschap hebben, hou liefst steeds 2 konijnen
51
Q

J / F

Het beste speelmaatje voor een konijn, naast een ander konijn is een cavia.

A

FOUT

  • Konijnen en cavia’s tonen pestgedrag naar elkaar
  • Ze hebben verschillende nutritionele behoeften
  • Ze hebben verschillende dag - en nachtritmes
  • Verschillende interactieve gedragingen kunnen niet uitgevoerd worden
52
Q

Wat is de minimum leeftijd waarop je een konijn in huis kan nemen?

A

Minimum 6 weken

53
Q

Waarop moet je letten bij het hanteren en fixeren van een konijn?

A
  • Neem een konijn nooit vast bij de oren
  • Zorg dat je steeds de achterhand ondersteund
  • Konijnen willen liefst met 4 poten op de grond blijven
54
Q

Wat houdt de algemene verzorging voor het konijn in?

A
  • Dagelijks : voederbak proper maken en al het vervuilde hooi verwijderen
  • Wekelijks : grondig reinigen kooi, drinkbak of fles uitwassen
  • Buiten huisvesting : potstal systeem
  • Vacht : weinig verzorging nodig
  • Gebit : normaal geen verzorging nodig (normale occlusie )
  • Nagels : regelmatig knippen
55
Q

Bespreek de voeding die het best aan het konijn gegeven wordt.

A

Eerst en vooral, een konijn is 100 % herbivoor.

De voeding zelf :

  • Vezels zijn van hoge noodzaak om voldoende structuur in het eten te voorzien. dit zorgt voor een betere darmflora
  • Het hoofdbestanddeel van het voeder voor een konijn moet een goede ruwe vezelbron zijn. Deze moet ook te alle tijden beschikbaar zijn.
  • Groenvoer mag ook gegeven worden maar in mindere maten
  • Men past best op met korrels omdat het eten van korrels te snel gaat, een konijn is graag bezig met eten

De inhoud van de voeding :

  • Een laag vezelgehalte zal de normale peristaltiek van de darm verstoren
  • Een hoog vezelgehalte stimuleert de darmmotiliteit, eetlust en caecotrofie en is absoluut noodzakelijk voor een gezond darmstelsel te onderhouden
  • Een te hoog eiwitgehalte in het dieet zorgt voor een stijging in de pH in het caecum : hierdoor zal er een overgroei zijn van pathogene bacteriën
  • Indien er granen of zacht fruit gegeven wordt, zal dit een negatieve invloed hebben op fermentatie waardoor er een overproductie van gassen zal zijn
56
Q

Waarom moet men eigenlijk hooi geven aan een konijn?

A

Nutriëntensamenstelling is ideaal voor konijnen
Inname is arbeidsintensief:
- Verrijking
- Vermindering van het overdreven wassen (en vormen van haarballen)
- Risico op obesitas vermindert
- Goed voor tanden
- Hooi eten verhoogt wateropname : minder geconcentreerde urine & minder risico op urolithiasis
- Verminderd risico op het opnemen van vreemde voorwerpen

57
Q

Wat is er op te merken bij de uiterlijke geslachtskenmerken van het mannelijk konijn?

A
  • Twee goed ontwikkelde langwerpige testes in scrotum
  • Breed open lieskanaal
  • Sterk ontwikkelde musculus cremaster : testes kunnen compleet teruggetrokken worden in abdomen
58
Q

Wanneer zijn konijnen geslachtsrijp?

A

Dit is zeer variabel

  • zware rassen : 5 - 8 maanden
  • Kleine & lichte rassen : 4 - 6 maanden

Meestal gaat men ervan uit dat een konijn geslachtsrijp is indien 70 - 75 % van het lichaamsgewicht bereikt is.

59
Q

Bespreek de bronstcyclus van het konijn

A

Een konijn heeft geen bronstcyclus, in principe is de voedster continu vruchtbaar omdat deze een geïnduceerde ovulator is.
In werkelijkheid is ze weliswaar niet continu vruchtbaar, de vruchtbaarheid is afhankelijk van de oestrogeen concentratie.

60
Q

Wat gebeurd er bij de dekking bij konijnen?

A

Dekking gebeurd meestal 20 sec na de introductie van de voedster en duurt gemiddeld 2 à 4 seconden.

  • Na ejaculatie zal de ram zich laten vallen
  • Indien de voedster ter plaatse blijft, binnen enkele minuten opnieuw (er kunnen tot 20 dekkingen in 30 minuten plaatsvinden)
61
Q

Wanneer vindt de ovulatie plaats?

A

10 - 12 uur na de dekking.

62
Q

Hoe lang duurt de dracht bij het konijn?

A

31 - 32 dagen.

63
Q

Wat houdt de schijdracht bij het konijn in?

A

Dit betekent dat er na een steriele dekking wel een ovulatie is opgetreden.
Hierdoor zal er progesteron geproduceerd worden door het geel lichaam die invloed zal hebben op de ovaria waardoor een tijdelijke periode van onvruchtbaarheid zal optreden (18 - 20 dagen)
De schijndracht zal uiteindelijk stoppen door de regressie van het geel lichaam.

64
Q

Wat gebeurt er tijdens de dracht bij het konijn?

A
  • De voedster zal frequent paringsbereidheid tonen tijdens de dracht, vooral tijdens de tweede helft (dit zal geen ovulatie veroorzaken en heeft geen effect op de verdere dracht)
  • Superfoetatie komt normaal niet voor bij het konijn
65
Q

Verklaar superfoetatie.

A

Zeldzame situatie waarin een vrouwtjesdier tijdens de zwangerschap opnieuw bevrucht wordt in een andere menstruele cyclus.
Dit komt normaal niet voor bij het konijn, wel bij de hazin.

66
Q

Wat gebeurt er bij de geboorte bij het konijn?

A

De nest wordt gebouwd uit stro en wol die de voedster plukt van haar abdomen. Zo zal ze ook haar tepels vrij maken.

  • De nestgrootte is een 8 - 12 jongen
  • Placenta’s worden opgegeten door de voedster
  • Konijnen zijn nestblijvers
67
Q

J / F

Na de geboorte is de voedster binnen 20 dagen terug vruchtbaar.

A

FOUT

De voedster is na de geboorte direct opnieuw vruchtbaar.

68
Q

Bespreek de anatomische structuur van het vrouwelijk inwendig geslachtstelsel van het konijn.

A

Deze bestaat uit :

  • 2 ovaria
  • 2 volledig gescheiden uteri
  • 2 aparte cervices
69
Q
Antistoffen die aan de jongen worden gegeven via de voedster via : 
A. Placenta & amnionvocht 
B. Colostrum 
C. Colostrum & placenta 
D. Amnionvocht & colostrum
A

D. Amnionvocht & colostrum

Colostrum heeft voornamelijk een nutritioneel effect

70
Q
Antistoffen die aan de jongen worden gegeven via de voedster via : 
A. Placenta & amnionvocht 
B. Colostrum 
C. Colostrum & placenta 
D. Amnionvocht & colostrum
A

D. Amnionvocht & colostrum

Colostrum heeft voornamelijk een nutritioneel effect.

71
Q

Bespreek de melk bij het konijn.

A
  • Zeer sterk geconcentreerd

- 1x elke 24 uur gezoogd

72
Q

Wanneer start men best met spenen?

A

Rond 6 - 8 weken.

73
Q

Wat zijn de voornaamste problemen die konijnen naar de dierenarts brengen?

A
  • Problemen als gevolg van slecht managment

- Voornamelijk spijsverteringsproblemen

74
Q

Wat zijn alle aandoeningen die kunnen optreden aan het ademhalingsstelsel bij het konijn?

A
  • Pasteurellose

- RHD : Rabbit Hemorrhagic Disease

75
Q

Wat houdt Pasteurellose in?

A

Dit is een ziekte die veroorzaakt wordt door Pasteurella Multocida en ook wel de chronische ademhaling - infectie genoemd.

Besmetting :

  • Tijdens spenen
  • contact met besmette individuen
  • Via de lucht
Symptomen :
Acute pasteurellose 
- Sterfte na 2 - 3 dagen 
- Ademhalingsmoeilijkheden 
- Donker gekleurde slijmvliezen 
Chronisch snot 
- Initieel niezen, nadien etterige neusvloei en korsten 
- Complicaties en verdere uitzaaiingen zijn mogelijk 

Bestrijding en behandeling

  • Antibiotica
  • Aangetaste dieren verwijderen
  • Medicatie voor snot te verlichten
  • Stress vermijden
76
Q

Bespreek RHD

A

Rabbit Hemorrhagic Disease
Deze ziekte wordt veroorzaakt door het calicivirus, dit heeft enkel invloed op konijnen.

Wat is het belang en voorkomen?

  • Dit is een zeer besmettelijke ziekte
  • Opzettelijk uitgezet om populatie te beperken
  • Hoge sterftecijfers
  • Voornamelijk volwassen konijnen
  • Aangifteplichting

Verspreiding

  • Rechtstreeks of onrechtstreeks contact met virus besmet materiaal
  • Vers groenvoer
  • Na intrede van het virus, verspreidt het naar verschillende organen

Symptomen

  • Hyperacuut verloop : plotse sterfte, bloederig schuim ter hoogte van neusopening
  • Acuut verloop : erg zieke dieren, hoge koorts, erge ademhaling moeilijkheden & soms stuiptrekkingen (sterfte binnen 3 dragen)

Behandeling & bestrijding

  • Geen behandeling
  • Wel vaccins
77
Q

Wat is RHD - 2

A

Dit is een 2e variant van het RHD virus
Deze zal een trager verloop hebben en er kan ook ander snot zichtbaar zijn.
Er is hier geen behandeling voor, wel een vaccin.

78
Q

Wat is de algemene therapie voor respiratoire aandoeningen?

A
  • O2 therapie
  • Vloeistoftherapie
  • Neus proper houden
  • Antibiotica
79
Q

Geef enkele spijsverteringsstoornissen.

A
  • Anorexie
  • Diarree
  • Obstipatie
  • Ileus
80
Q

Wat is de algemene therapie voor aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel?

A
  • Oorzaken behandelen
  • Dwangvoeding
  • Vloeistoftherapie
  • Medicatie (pijnstilling)
  • Rust en warmte
81
Q

Waarom zegt men dat anorexie leidt tot ileus en omgekeerd?

A

Anorexie betekent dat men niet meer wil eten, Ileus betekent dat er een vertraagde maag darm motoriek is.

Voor anorexie geldt er :
Oorzaken :
- Stress, pijn, tandproblemen, …
Gevolg :
- Leidt tot ileus, negatieve energie balans
Behandeling :
- Oorzaak zoeken, pijnmedicatie, vloeistof, dwangvoeding, bloedonderzoek

Het dier moet direct naar de spoed gebracht worden.

Voor Ileus geldt er :
Symptomen :
- Verminderen of stop van de productie van faeces, minder alert, sterfte binnen enkele dagen
Oorzaken :
- Pijn, stress, anorexie, gebrek aan vezels, …
Gevolg :
- Leidt tot anorexie wat leidt tot dysbacteriose
Behandeling :
- Oorzaak zoeken, dwangvoeding, pijnmedicatie, vloeistof, …

Het diet moet direct naar de spoed gebracht worden.

82
Q

Wat zijn de verschillende tandproblemen die bij konijnen kunnen optreden?

A
  • Olifanten tanden
  • Spikes
  • Onevenwicht tussen groei en slijtage van tanden
  • Trauma
83
Q

Wat zijn de voornaamste oorzaken voor tandproblemen bij konijnen?

A
  • Aangeboren (genetische) problemen
  • Onvoldoende hard en vezelrijk dieet
  • Tekort aan calcium en vitamine D
84
Q

Verklaar : malocclusie.

A

Dit betekend dat het boven - en ondergebit niet goed op elkaar gezet kunnen worden.

85
Q

Wat zijn de symptomen voor tandproblemen bij konijnen?

A
  • Moeilijk of minder eten
  • Haren uittrekken uit vacht
  • Kwijlen
  • ‘Willen eten maar niet kunnen’
86
Q

Wat is de algemene therapie die toegepast wordt voor tandproblemen bij konijnen?

A
  • Slijpen van de tanden

- Verwijderen van de snijtanden

87
Q

Benoem enkele aandoeningen van het spijsverteringsstelsel.

A
  • Maagtympanie
  • Clostridiose
  • Mucoïde enteropathie
  • Helminthosen
88
Q

Bespreek olifanten tanden.

A

Dit een probleem ter hoogte van de snijtanden. Het afslijten van de tanden gaat niet gelijktijdig waardoor ze overgroeien.

Dit probleem kan worden opgelost door de tanden te slijpen met een slijpschijf of een hoge snelheidsboor. Dit is mogelijk zonder verdoving maar en is best pijnstilling nodig.

Er is ook een mogelijkheid om de snijtanden te verwijderen.

89
Q

Wat zijn spikes? bespreek dit een beetje.

A

Spikes zijn problemen ter hoogte van de kiezen. Hierbij zullen er haakjes op de kiezen gevormd worden die wondjes in de wang en / of op de tong gevormd kunnen worden.

Er wordt hier best bij elk bezoek op gecontroleerd.

De behandeling is de haakjes onder sedatie met een boor verwijderen.

90
Q

Bespreek maagtympanie.

A
  • Opzwellen van de maag door gas
  • De oorzaak is een obstructie
  • Snel dehydratatie en onderkoeling
  • Behandeling : stabilisatie & maag decompenseren
91
Q

Bespreek clostridiose

A
  • Dysbacteriose
  • Vermenigvuldiging van Clostridium spiriforme bacterie
  • Bacterie produceert gifstof die opgenomen wordt in bloedbaan : Clostridium enterotoxemie
  • Snel en dodelijk verloop
92
Q

Wat is mucoïde enteropathie? Bespreek dit grondig.

A
  • Dikke buikenziekte
  • Groot probleem in konijnenhouderijen
  • Exacte oorzaak onbekend, vermoedelijk multifactorieel
  • Acute sterfte 2 à 3 weken na spenen

Factoren die het kunnen veroorzaken :
- Stress, spenen, plotse voederwijziging,…

Symptomen :
- Anorexie, dehydratatie, veel gas in de darmen

Behandeling is enkel zinvol in een vroeg stadium

93
Q

Helminthosen is een spijsverteringsaandoening bij konijnen. Wat is dit?

A

Dit is een aandoening die sowieso weinig voorkomt.

  • Voornamelijk bij dieren die groenvoer krijgen
  • Aarsworm
  • Behandeling zijn benzimidazoles
94
Q

Wat is coccidiose?

A

Dit is een darmaandoening veroorzaakt door darmparasiet Eimeria coccidie.

De enterische vorm geeft darmproblemen

De Hepatische vorm geeft leverproblemen, het vermenigvuldigt zich in de galgangen en veroorzaakt levernecrose.

95
Q

J / F

Aandoeningen aan de huid komen frequent voor bij konijnen.

A

JUIST

96
Q

Geef een aantal aandoeningen van de huid bij het konijn.

A
  • Myxomatose
  • Stafylococcose
  • Dermatomycose
  • Oorschurft
  • Myasis
97
Q

Waardoor wordt myxomatose veroorzaakt?

A

Door poxvirus

98
Q

Bespreek myxomatose.

A

Veroorzaakt door poxvirus

Belang & voorkomen

  • Uitgezet onder wilde konijnen om populatie terug te dringen
  • Wisselend voorkomen en streekgebonden

Verspreiding via kleine huidwondjes

Symptomen

  • Snel en ernstig verloop
  • Hoge koorts, waterige tot etterige oogvloei
  • Gelatineuse verdikking oogleden, lippen, neus, ..
  • Meestal sterfte na enkele dagen

Behandeling

  • Geen specifieke behandeling
  • Voornamelijk symptomatisch
  • Men kan preventief beschermen door vaccinatie of door de dieren te beschermen tegen insecten
99
Q

Wat is stafylococcose? Wat is het belang van deze aandoening? Wat is de behandeling? Bespreek de volledige aandoening grondig.

A

Veroorzaakt door bacterie Staphylococcus aureus.
Er is hier een konijnen en menselijke variant van :
- Menselijke variant : meer bij hobby – en gezelschapskonijnen, meer individuele problemen
- Konijnenvariant : industriële konijnenkwekerijen

Verspreiding ;

  • Bacterie dringt binnen via huidwondjes
  • Kiem kan doorbreken in bloedbaan en uitzaaien naar andere plaatsen

Symptomen

  • Onderhuidse abcessen
  • Chronische gevallen : uitzaaiing naar melkklier : mastitis
  • Vaak sterfte door complicaties

Behandeling

  • Menselijke stam : behandeling mogelijk
  • Openen en draineren abcessen + antibioticatherapie
  • Konijnenstam : slechte prognose
100
Q

Bespreek dermatomycose.

A

Dit is een huidschimmel.

De symptomen zijn :

  • Haaruitval
  • Ronde groter wordende kale plekken
  • Katrienewiel
  • Letsels zijn vooral op kop, oren & poten

De behandeling is orale antimycotica.

101
Q

Wat is oorschurft? Komt dit veel voor bij konijnen?

A

Deze huidaandoening komt zeker veel voor bij konijnen.
Het wordt veroorzaakt door een mijt en zal een stevige ontstekingsreactie aan de de gehoorgang kunnen geven.

Symptomen :

  • Jeuk
  • Kopschudden
  • Krabben aan oor
  • Opstapeling schilferig materiaal

De behandeling is een injectie Ivermectine bij alle konijnen (ook diegene die geen symptomen vertonen). De korsten vallen vanzelf na een paar dagen af.

102
Q

Wat is Myasis?

A

Dit is een huidaandoening waarbij vliegen eitjes leggen op de huid van het konijn in de warme omstandigheden binnen enkele uren uitkomen. De larven zullen zich vervolgens in de huid van het konijn graven.

Belang
- Komt voor bij buitenkonijnen in de zomermaanden

Factoren die hierin kunnen meespelen

  • Diarree
  • Huidinfecties
  • Vuile huisvestiging

Behandeling

  • Scheren aangetaste zone
  • Larven manueel verwijderen
  • Desinfecteren wonde
  • Pijnstilling!
  • Antibiotica tegen secundaire infecties
103
Q

Wat zijn enkele parasitaire aandoeningen die de huid kunnen aantasten?

A
  • Schilfermijt

- Vlooien

104
Q

Wat zijn enkele aandoeningen aan het genitaal stelsel die kunnen voorkomen bij het konijn?

A
  • Pyometra
  • Uterustumoren
  • Mastitis
  • Melkkliertumoren
105
Q

Bij welk geslacht van het konijn komen de meeste aandoeningen van het genitaal stelsel? Wat wordt hierbij aangeraden?

A

Voornamelijk bij voedsters, er wordt aangeraden om deze te steriliseren.

106
Q

Wat zijn de symptomen, diagnose en behandeling van pyometra?

A

Een pyometra is een aandoening waarbij de baarmoeder gevuld is met etter ten gevolge van een infectie.

Symptomen

  • In het begin zullen deze zeer mild zijn
  • Anorexie, koorts, eventueel vaginale uitvloei, ..

Diagnose kan gemaakt worden via een RX of een echo.

De behandeling kan in een vroeg stadium met antibiotica maar de aangeraden therapie is een ovariohysterectomie.

107
Q

Welke soort tumor kunnen we terugvinden bij uterustumoren?

A

Een adenocarcinoma, een kanker die ontstaat in klierweefsel.

108
Q

Wat kan je vertellen over uterustumoren?

A

Voorkomen bij voedsters ouder dan 2 jaar

Symptomen :

  • Verminderde vruchtbaarheid
  • Vaginaal bloedverlies
  • Bloed in urine
  • Gezwollen melkklieren

Diagnose kan gebeuren via medische beeldvorming of door een histologisch onderzoek van een biopsie.

De aangeraden behandeling is een ovariohysterectomie, let er wel op dat er geen uitzaaiing is.

109
Q

Wat is mastitis?

A

Dit is een aandoening aan de melkklieren die voorkomt bij lacterende voedsters.

Symptomen

  • Anorexie
  • Koorts
  • Melkklieren gezwollen, rood, warm, exsudaat

Behandeling

  • Spenen jongen
  • Antibiotica en vloeistoftherapie
  • Warme compressen
110
Q

Wat kan je vertellen over melkkliertumoren?

A

Deze komen vaak gelijk voor met uterustumoren.

De behandeling gebeurd door het chirurgisch verwijderen van de tumoren maar er moet wel zeker uitgesloten dat er geen uitzaaiingen zijn.

Men kan dit ook preventief behandelen door het dier te steriliseren.

111
Q

Wat zijn aandoeningen aan het zenuwstelsel die we zien bij het konijn?

A
  • Verlamming van de achterhand

- Scheefhouden van de kop

112
Q

Wat kunnen oorzaken zijn voor het scheefhouden van de kop?

A
  • Aantasting van het zenuwstelsel
  • Oormijt met uitbreiding naar middenoor
  • Meningitis
  • Worminfectie in de hersenen
  • Trauma
  • Tumor
113
Q

Hoe behandelen we het scheefhouden van de kop het beste? Wat kunnen we verwachten voor het herstel?

A
  • Oorzaak behandelen : dit kan zeer verschillend zijn
  • Ruwe ondergrond
  • Dwangvoeding indien nodig

Het herstel kan over het algemeen beschouwd worden als een redelijk lang proces en is ook niet altijd mogelijk.

114
Q

Verklaar torticollis.

A

Draai - of scheefhals, aandoening waarbij het hoofd scheef staat.

115
Q

Wat is de levensverwachting van het konijn?

A

10 - 15 jaar