1. Andere Und Ich Flashcards
(49 cards)
1
Q
De voornaam
A
Der Vorname
2
Q
Der Vorname
A
De Voornaam
3
Q
Der Familienname
A
De achternaam
4
Q
Die Adresse
A
Het adres
5
Q
Der Wohnort
A
De woonplaats
6
Q
Die Telefonnummer
A
Het telefoonnummer
7
Q
Das Geburtsdatum
A
De geboortedatum
8
Q
Der Geburtsort
A
De geboorteplaats
9
Q
Das Alter
A
De leeftijd
10
Q
Das Geschlecht
A
Het geslacht
11
Q
Der Freund
A
De vriend
12
Q
Die Freundin
A
De vriendin
13
Q
Die Freundschaft
A
De vriendschap
14
Q
Die Liebe
A
De liefde
15
Q
Der Gruss
A
De groet
16
Q
Der kuss
A
De kus
17
Q
Der pass
A
De pas
18
Q
Die Nationalität
A
De nationaliteit
19
Q
Die Unterschrift
A
De handtekening
20
Q
Der Bekannte
A
De kennis
21
Q
Der Kollege
A
De kennis
22
Q
Die Nachbarn
A
De buren
23
Q
Der Brieffreund
A
De penvriend
24
Q
Der Verein
A
De vereniging
25
Der Klub
De club
26
Das Mitglied
Het lid
27
Die Clique
De groep
28
Der Besuch
Het bezoek
29
Die Einladung
De uitnodiging
30
Der Krach
De ruzie
31
Die Einsamkeit
De eenzaamheid
32
Die Hilfe
De hulp
33
Das Vorurteil
Het vooroordeel
34
Der Ausländer
De buitenlander
35
Der Asylant
De asielzoeker
36
Dick
Dik
37
Dünn
Dun
38
Untersetzt
Kort en dik
39
Kräftig
Stevig
40
Schmächtig
Tenger
41
Schlank
Slank
42
Hübsch
Knap, leuk
43
Weiss
Blank
44
Schwarz
Zwart
45
Kurzes haar
Kort haar
46
Langes Haar
Lang haar
47
Eine Glatze
Een kale kop
48
Eine Stupnase
Een wipneus
49
Eine hohe Stirn
Een hoog voorhoofd
