1. De VIO heeft kennis en inzicht over de adaptatie van de tractus digustivus aan het extra-uteriene leven Flashcards

1
Q

Wat zijn de risico’s van de nog niet volledige werkende spijsvertering van de neonaat

A
  • Uitdroging
  • Reflux (terugstromen van de maaginhoud in de slokdarm
  • Malabsorptie (tekort aan voedingsstoffen door een slecht werkende spijsvertering
  • Electrolyte inbalance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil van de spijsvertering van de foetus en de neonaat

A
  1. Bij een foetus worden de vertering en absorptie geregeld door de placenta en slikt de foetus enkel amnion vocht door
  2. De neonaat wordt bij de geboorte verantwoordelijk voor het zelf verteren van voeding en het hierbij absorberen van voedingsstoffen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke periode is het ontstaan van een infectie groter bij de neonaat

A

Het duurt ongeveer 4-6 maanden totdat het epitheel, of de barrière van het darmslijmvlies, rijp is. Tot die tijd is het risico voor infectie en het ontstaan van allergieën groot. Net na de geboorte zijn de darmen in principe nog helemaal steriel, maar dat verandert erg snel door voeding. Alhoewel de kans op infectie groter is, dienen de bacteriën in de darm van de neonaat ook als een bron van vitamine K tot aan 6 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn factoren die invloed hebben op de rijping van de maag- darm functie bij de neonaat?

A
  • Genetische factoren
  • Voeding
    o Borst- of flesvoeding
    o Compositie van de voeding
    o Initiatief van de voeding
  • Hormonale regulerende mechanismen
  • Gut trophic factors
    o Voedingsstoffen
     IJzer
     Zink
     Vitamine B12
     Vitamine A
     Foliumzuur
    o Hormonen
     Insuline
     Groeifactor
    o Peptiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hormonen spelen een grote rol bij de rijping van het spijsverteringsstelsel bij de neonaat?

A
  • Enteroglucagon  Intestinaal mucosa  darmslijmvlies barriere
  • Gastrin  Gastrische mucosa en exocriene pancreas
  • Neurotensin  Ontwikkeling van maag-darm beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de grootste stimulans voor het produceren van hormonen die helpen bij het rijpen van het maag darm stelsel

A

Enterale voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welk opzicht verschilt borst- en flesvoeding voor de rijping van het maag-darm stelsel van de neonaat?

A
  • Borstvoeding heeft veel:
    o Trofische factoren, die de rijping van het spijsverteringsstelsel én de functie van de pancreas stimuleren
    o Door de verhoogde stimulatie op de functie van de pancreas:
     Verhoogt de werking van absorptie
     Sluit het maag-darm stelsel
     Verhoogt de werking van de slijmvliesbarrière
     Verkleint het risico van infectie en NEC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij foetale stress kan je bij de foetus wel eens meconium aantreffen, welk hormoon lijkt hier verantwoordelijk voor te zijn?

A

Motilin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk verschil kan je hormonaal zien tussen kinderen die borstvoeding hebben gekregen en kinderen die flesvoeding hebben gehad

A
  • Kinderen die flesvoeding hebben gehad, reageren sterker op insuline, tot op zijn minst 9 maanden na de geboorte. Dit kan ook langer duren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen van borstvoeding

A
-	Colostrum:
o	Antistoffen
o	Niet irriterend 
o	Makkelijk doorgeslikt
o	Stimuleert de darmperistaltiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nadlen van flesvoeding

A

snel irriterend voor de longen, als ingeademd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly