1. Globalisering Flashcards
(65 cards)
Afwenteling in ruimte en tijd
Afwenteling in de tijd betekent dat we de kosten van de milieuschade in grote mate afschuiven op toekomstige generaties.
Afwenteling in de ruimte betekent dat vervuilende activiteiten verplaatst worden naar regio’s met een zwakke milieuwetgeving.
Amerikanisering
Het overnemen van Amerikaanse cultuurelementen door andere culturen.
Analfabetisme
Het niet kunnen lezen en/of schrijven.
Arbeidsmigratie
In een ander land gaan wonen met het doel daar te gaan werken.
BBP (bruto binnenlands product)
De totale toegevoegde waarde (opbrengst min kosten) van goederen en diensten die de inwoners van een land in een jaar produceren.
BBP per hoofd
Het bbp gedeeld door het aantal inwoners van een land.
Beroepsbevolking
Het deel van de bevolking boven een bepaalde leeftijd (in de meeste landen 15 jaar) dat werkt of beschikbaar is voor werk.
Bevolkingsdichtheid
Het aantal inwoners van een land of gebied per vierkante kilometer.
Bevolkingsgroei
De toe- of afname van de bevolking door de natuurlijke bevolkingsgroei (geboorte min sterfte) en het migratiesaldo (immigratie min emigratie).
Bevolkingsspreiding
De verdeling van de inwoners over een land of gebied, ofwel de verschillen in bevolkingsdichtheid.
BNP (bruto nationaal product)
De totale toegevoegde waarde (opbrengst min kosten) van goederen en diensten die mensen van één nationaliteit in een jaar produceren.
BNP per hoofd
Het bnp gedeeld door het aantal mensen van de bijbehorende nationaliteit.
BRP (bruto regionaal product)
De totale toegevoegde waarde (opbrengst min kosten) van de goederen en diensten die in een bepaald gebied in een jaar worden geproduceerd.
BRP per hoofd
Het brp gedeeld door het aantal inwoners van een gebied.
Centrum
In het wereldsysteem de landen met de hoogste welvaart en de meeste macht. Er is veel kennis en kapitaal aanwezig en de economie is vooral gericht op dienstverlening en hoogwaardige industrieën.
Culturele diffusie
Het overbrengen van cultuurelementen, zoals muziek, eetgewoonten, taalgebruik en normen en waarden, van de ene op de andere cultuur.
Culturele globalisering
Het proces waarin culturen elkaar wereldwijd beïnvloeden en op elkaar gaan lijken.
Culturele identiteit
De cultuurkenmerken die uniek zijn voor een groep mensen, waardoor die groep zich onderscheidt van anderen.
Cultuurgebied
Een gebied waarbinnen de meerderheid van de bevolking een aantal belangrijke culturele kenmerken, zoals taal en godsdienst, met elkaar deelt.
De-industrialisatie
Het afnemen of verdwijnen van industriële activiteiten in een regio of land.
Dekolonisatie
De ontwikkeling van koloniën naar zelfbestuur en onafhankelijkheid.
Demografisch transitiemodel
Model dat de overgang laat zien van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte- en sterftecijfers, in vijf fasen.
Demografische druk
Verhouding tussen de niet-werkende leeftijdsgroepen (0-20 jaar en 65-plussers) en de werkende leeftijdsgroep (20-65 jaar).
Economische globalisering
Het proces van toenemende mondiale economische interactie en integratie.