1 - Introductie (HC1; Knipscheer H1 & 5; McCord et al.) Flashcards

(49 cards)

1
Q

Waar staat de afkorting WEIRD voor (HC)

A

Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van een westerse cultuur? (HC)

A

Grofmazige structuur, normen en waarden minder duidelijk, individualistisch, vrijheid in gedrag, zelf mening vormen, gaat van zichzelf uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van een niet-westerse cultuur? (HC)

A

Fijnmazige structuur, duidelijke normen en waarden, collectivistisch, gedragsregels, vastgesteld wenselijkheid, loyaal en vermijdt conflict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie Intersectionaliteit (HC)

A

Mensen kunnen verschillen op vele factoren. De wisselwerking van deze factoren maken dat een persoon zich op een bepaalde manier gedraagt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vul in (HC). Cultuur is …(1) (in interactie met anderen), vaak …(2) (niet perse zichtbaar, kan doorgegeven worden van generatie op generatie), is een …(3) (groep kiest ervoor om normen en waarden te delen met elkaar en draagt deze uit naar buiten), is …(4) (geeft kaders aan bepaald gedrag; kleding, traditie, gedrag), cultuur is …(5) met een groep (groep laat ook zien hoe cultuur eruit ziet) en verleent …(6) (waarom doen we bepaalde dingen).

A

1: aangeleerd
2: impliciet
3: keuze
4: bindend
5: bidirectioneel
6: betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie van de culturele stressfactor Discriminatie (HC)

A

Oneerlijke, gedifferentieerde behandeling op basis van etniciteit, inclusief negatief gedrag van anderen zoals denigrerende opmerkingen, vooroordelen en geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie van de culturele stressfactor Familiecultuurconflict (HC)

A

Onenigheid met een familielid gerelateerd aan een discrepantie tussen zijn of haar culturele waarden en die van de adolescent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie van de culturele stressfactor Acculturele stress (HC)

A

De stress die het gevolg is van acculturatie, het proces van het veranderen van waarden en normen als gevolg van het in contact komen met een andere cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definitie van de culturele stressfactor Biculturele stress (HC)

A

De moeilijkheden die ervaren worden wanneer men tegelijkertijd moet navigeren tussen de cultuur van het eigen erfgoed en de cultuur van het gastland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie van de culturele stressfactor Afwijzing binnen de groep (HC)

A

De ontvanger worden van negatief gedrag en opmerkingen van een ander individu binnen dezelfde etnische groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie van de culturele stressfactor Immigratiestress (HC)

A

Uitdagingen rond de gebeurtenis van immigratie naar het nieuwe land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definitie Biculturalisme (HC)

A

Situatie waarin iemand met twee of meer culturen opgroeit of leeft met een migratieachtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tot welke generatie ben je bicultureel? (HC)

A

Tot de verde generatie (volgens CBS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie Culturele identiteit / etnische identiteit (HC)

A

Gelaagde samenstelling van etnische en sociale kenmerken die uniek zijn voor een individu waarin normen en waarden aangehouden worden die gedeeld worden door de etnische groep waar het individu zich voelt toebehoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg het Acculturatiemodel uit (HC)

A
  1. Integratie: migranten willen zowel hun etnisch-culturele karakteristieken behouden als zich aanpassen aan de dominante cultuur in de ontvangende samenleving.
  2. Separatie: migranten willen hun etnisch-culturele karakteristieken behouden en beschouwen intercultureel contact als ongewenst.
  3. Assimilatie: migranten vinden het niet belangrijk hun etnisch-culturele karakteristieken te behouden en geven de voorkeur aan intercultureel contact.
  4. Marginalisatie: migranten vinden het niet belangrijk hun etnisch-culturele karakteristieken te behouden en vinden ook intercultureel contact niet belangrijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is een culturele identiteit van belang? (HC)

A
  1. Betekenisvolle interpersoonlijke relaties met individuen en groepen als indicator voor psychologisch welbevinden
  2. Interpersoonlijke relaties vs intrapersoonlijke processen: levensloop, ontwikkeling, systeem, hechting, persoonlijkheid
  3. Sense of belonging (is het psychologische gevoel te behoren tot of verbonden te zijn met een sociale, ruimtelijke, culturele, professionele of andersoortige groep of gemeenschap). Eén van de belangrijkste beschermende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houdt een cultureel identiteitsconflict in? (HC)

A

Tussen wal en schip vallen. Beide normen en waarden moeten geïntegreerd worden, als je het gevoel hebt dat deze niet te integreren zijn, dan is de kans dat er cultureel identiteitsconflict voortkomt het hoogst. De tegengestelde verwachtingen matchen niet met elkaar. Het kan voortkomen uit de ervaring van tegengestelde verwachtingen vanuit twee of meerdere culturele achtergronden. Een cultureel identiteitsconflict hangt samen met een lage mate van ‘sense of belonging’ (in beide groepen niet jezelf kunnen zijn), lage mate van zelfvertrouwen, hoge mate van stress en hoge mate van psychische klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke twee schalen heb je om de mate van conflict in iemand te meten? (HC)

A
  • Ethnic-cultural identity conflict scale: Door mijn culturele achtergrond heb ik moeite met het passen in de cultuur van de samenleving; Door mijn culturele achtergrond, vraag k me soms af wie ik echt ben; Ik ben verward door de verschillende verwachtingen die mijn familie en anderen van mij hebben.
  • Hoog scoren, is hoge mate cultureel identiteitsconflict.
  • Self-concept clarity scale: Mijn ideeën over mezelf zijn vaak in conflict met elkaar; Ik heb zelden het gevoel dat de verschillende aspecten van mijn persoonlijkheid met elkaar in strijd zijn; Ik vind het vaak moeilijk om over iets te beslissen, omdat ik niet precies weet wat ik wil.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de conclusie van de ECIC studie? (HC)

A

Conclusies zijn dat cultureel identiteitsconflict speelt een belangrijke rol in de mentale gezondheid van biculturele jongvolwassenen. Cultureel identiteitsconflict hangt samen met andere identiteitsconflicten zoals een onhelder zelfbeeld, lage zelfwaarde, stress en klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de conclusie van de Karakter studie? (HC)

A

Conclusie is dat cultureel identiteitsconflict samenhangt met migratie stressoren bij vluchtelingen en dat cultureel identiteitsconflict een sterke bijdrage heeft aan psychische klachten bij vluchtelingen.

21
Q

Leg uit: cultuur is aangeleerd (KH1)

A

Culturele gedragingen zijn het resultaat van een leerproces.

22
Q

Leg uit: cultuur is meestal impliciet (KH1)

A

Culturele gedragingen (zoasls boeren of je neus snuiten) lijken vanzelfsprekend, maar men komt er pas achter dat deze ook gevormd zijn door cultuur als men in aanraking komt met een andere cultuur.

23
Q

Leg uit: cultuur is een keuze (KH1)

A

Mensen komt, zoals gezegd ‘ongespecialiseerd’ ter wereld en hebben daar een oneindigheid aan mogelijkheden die op hen wacht. Ze moeten hun eigen gedragingen selecteren; hoe ze elkaar begroeten bv. Hierdoor wordt het leven minder onzeker en eenvoudiger, aangezien we dan precies weten wat er van ons verwacht wordt in bepaalde situaties.

24
Q

Leg uit: cultuur is bindend (KH1)

A

De cultuur modelleert bepaalde gedachten, gedragingen en gevoelens zodat deze voor bijna ieder persoon ongeveer overeenkomen. Dit zorgt ervoor dat mensen snel denken dat handelen uit henzelf komt, maar in feite volg je allemaal dezelfde aangeleerde patronen. Dit maakt dat cultuur een supra-individueel en paradoxaal karakter heeft.

25
Leg uit: cultuur verwijs naar een groep mensen (KH1)
Het unieke individuele karakter valt buiten het begrip cultuur. Cultuur verwijst enkel de gemeenschappelijke deler tussen mensen. Bovendien hebben mensen en cultuur een wederkerige relatie; beiden beïnvloeden elkaar.
26
Leg uit: cultuur verwijst naar symbolen en verleent betekenis (KH1)
Cultuur bestaat enerzijds uit zichtbaar en anderzijds uit onzichtbare eenheden. Denk aan moskeeën en verwachtingen die heersen over elkaar. In feite gaat cultuur over de betekenis die wordt verleend, ofwel aan materiaal ofwel aan immatriële dingen.
27
Definitie Ras (KH1)
Fysieke kenmerken (bv donkere huidskleur)
28
Hoe duiden we mensen met een bepaalde cultuur aan? En hoe kom je erachter in hoeverre iemand een bepaalde cultuur aanhangt? (KH1)
Door te kijken naar differentiatie en betekenisgeving. Bv navraag geboorteland van ouders én je differentieert verder naar hoe iemand zelf kijkt naar zijn/haar etnische identiteit.
29
Definitie Etniciteit (KH1)
Hier wordt vaak een nationaliteit mee bedoeld (Turks, Chinees).
30
Wat houdt het woord 'migrant' in? (KH1)
Mensen die nog in beweging zijn; iemand is vaak nog op een of andere manier verbonden aan het geboorteland.
31
Wat wordt er bedoeld met het woord 'allochtoon' en waarom gebruiken we dit woord liever niet? (KH1)
Er hangt een waardeoordeel aan dit woord. Met allochtoon wordt iemand bedoeld die zich in een achterstandspositie begeeft ten opzichte van autochtone Nederlanders bv.
32
Wat is de meest gezonde manier om met biculturaliteit om te gaan? (KH1)
Door te integreren. Dit kan pas gedaan worden onder een aantal voorwaarden: - Iemand moet in staat zijn de taal en gewoonten van meerderheidscultuur te leren - Waarden van de twee culturel moeten niet teveel botsen - Meerderheidscultuur moet openstaan voor nieuwe invloeden
33
Wat houdt interculturalisatie in en wat heeft dit te maken met WEIRD onderzoek? (KH1)
Een theorie is pas relevant als deze rekening houdt met andere culturel dan de dominante cultuur. Dat is een proces waarbij de inhoud en organisatie van de zorg wordt aangepast aan het multiculturele karakter van de bevolking. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat niet al het onderzoek onder de WEIRD populatie toepasbaar is voor elke populatie.
34
Wat zijn de drie fenomenen waardoor er verandering komt in het idee dat de WEIRD populaties representatief zijn voor alle populaties? (KH1)
1. Naar een representatievere psychologie. Interculturalisatie. Psychologische theorieën niet toepasbaar op Afro-Amerikanen. 2. Toename migratie waardoor er meer rekening werd gehouden met culturele diversiteit, maar het vakgebied in psychologie is nog altijd niet divers. 3. Opkomst globalisering. Meer landen gingen psychologie integreren waardoor verschillen tussen west- en niet-westerse landen nog duidelijker werden.
35
Wat zijn drie opvattingen over culturele diversiteit binnen de zorg? (KH1)
- Veel psychologen gaan ervan uit de psychologie gaat over universele verschijnselen, en dat het daarbij niet erg is dat er geen representatieve steekproef is gebruikt. Nog weinig lijken zich ervan bewust te zijn dat hier serieuze twijfels over heersen. - Er wordt erkend dat er werk aan de winkel is, maar er wordt niet vanuit gegaan dat er afgeweken hoeft te worden van de psychologische theorieën als hoe die nu bestaan. - Er is meer samenwerking nodig met andere disciplines, zoals met antropologie en sociologie.
36
Waar richten wetenschappers in de culturele antropologie zich op? (KH1)
Sociale gedrag in specifieke culturele contexten. Ze willen een cultuur begrijpen in relatie tot andere culturen.
37
Vul in (KH1). Hoewel psychologen vaak een ...(1) benadering gebruiken, hanteren antropologen meer een ...(2) benadering.
1: etnic/universalistische 2: emic/cultuurspecifieke
38
Wat is etnocentrisme? (KH1)
Dat men denkt dat anderen hetzelfde denkt als jij, of het opvatten van andere culturen in het licht van je eigen cultuur en daarbij denkt dat je eigen cultuur superieur is.
39
Definitie Sociale categorisatie (KH5)
Neiging van mensen om te denken in termen van wij en wij in plaats van ik, hij of zij. Het is dus categoriseren van mensen als lid van een groep. Startpunt van stereotypering.
40
Wat zijn twee verklaringen voor sociale categorisatie? (KH5)
1. Behoefte van cognitieve ordening. Leidt tot hokjesdenken, waarbij we informatie snel willen ordenen maar de verschillen binnen groepen onderschatten en tussen groepen overschatten. Stereotypen worden hierdoor in stand gehouden door outgroup-homogeniteit en confirmation bias. 2. Behoefte aan een positieve sociale identiteit. Motiveert hokjesdenken. Dit resulteert in ingroup bias, waarbij de eigen groep positiever wordt gezien, en outgroup-derogatie, waarbij de andere groep als negatiever wordt beschouwd. Sociale identificatie hangt af van persoonskenmerken, situatiekenmerken en kenmerken van de groep. Contact tussen ingroup en outgroup kan variëren, met voorkeur voor gelijksoortige culturele eigenschappen in sommige gevallen, zoals Nederlanders die eerder contact zoeken met groepen met een vergelijkbare culturele achtergrond.
41
Definitie Outgroup-homogeniteit (KH5)
We kunnen sneller onderscheid maken tussen verschillende eigenschappen van leden van onze eigen ingroup, in tegenstelling tot leden uit de outgroup. Draagt bij aan totstandhouding stereotyperingen.
42
Definitie Outgroup-derogatie (KH5)
We zien de andere groep als negatiever.
43
Definitie Ingroup bias (KH5)
We zien onze eigen groep als positiever. We voelen ons minder aangetrokken tot leden van de outgroup, waardoor we minder snel daarmee zullen omgaan. Dit kan verschillen.
44
Wanneer wordt een culturele identiteit versterkt? (KH5)
Onder druk op culturele identiteit, bijvoorbeeld in de Zwarte Pieten discussie, verdedigen mensen hun cultuur om een positieve zelfwaardering te behouden, gevoed door de terror management-theorie. In momenten van dreiging, zoals na 9/11, ontstaat vaak ingroup bias en outgroup-deterioration, wat kan leiden tot steun voor anti-islam partijen. Een positieve identiteit komt eerder voor bij culturele integratie, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan door beide betrokken partijen.
45
Wat is het verschil tusesen interdependente zelf en independente zelf? (KH5)
Inter: de grenzen tussen jezelf en anderen zijn minder scherp. Doelen die je familie nastreeft zijn ook jouw doelen. Inde: mensen zijn meer gericht op autonomie, zelfontplooiing en eigen grenzen aangeven. Onderscheiden van anderen, uniek zijn.
46
Tussen welke twee soorten emoties kun je onderscheid maken binnen culturen? (KH5)
1. Sociale-toenadering emoties. Deze versterken de band met anderen, zoals spijt of empathie. Deze passen meer in collectivistische culturen. 2. Sociale afstand-emoties. Deze benadrukken het onafhankelijke zelf, zoals boosheid of trots op jezelf zijn. Deze passen meer in individualistische culturen.
47
Onderzoek naar cultuur en gezondheidsresultaten bij migrantenpopulaties neemt vaak twee standpunten in. Welke? (McCord)
1. Cultuur is een beschermende factor tegen negatieve gezondheidsuitkomsten, zoals hoe een sterke biculturele identiteit Latinojongeren kan beschermen tegen depressieve symptomen. 2. Onderzoekt hoe cultuur kan bijdragen aan meer stress en negatieve gezondheidsuitkomsten, vooral wanneer zaken als discriminatie het stressniveau onder migrantenjongeren verhogen.
48
Definitie culturele stressoren (McCord)
Negatieve ervaringen die uniek zijn voor minderheidsgroepen en die vooral invloed hebben tijdens de adolescentie, een kritieke periode voor identiteitsontwikkeling.
49
Wat zijn de zes classificaties van culturele stressoren die verband houden met depressie bij Latino adolescenten? (McCord)
1. Discriminatie 2. Conflict in familiecultuur 3. Acculturele en biculturele stress 4. Afwijzing binnen de groep 5. Immigratiestress 6. Context en opvang