Jurisprudentie Burgerlijk Flashcards
Nationale Nederlanden/Moeder, zoon
proportionele aansprakelijkheid.
Vastgesteld werd dat het letsel het gevolg kon zijn van ofwel het verkeersongeval ofwel niet van het verkeersongeval, 50-50 dus.
De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat Nationale Nederlanden aansprakelijk was naar rato van de veroorzakingsmogelijkheid. 50% dus. In dit arrest kwam tevens naar voren dat proportionele aansprakelijkheid een uitzonderlijk figuur is en dit brengt met zich dat dit niet nog verder kan worden opgerekt door een billijkheidscorrectie in het voordeel van het slachtoffer.
Er is terughoudendheid vereist bij het bepalen van de mate van aansprakelijkheid op grond van proportionele aansprakelijkheid
Deloitte/Hassink
Verlies van kans aansprakelijkheid.
Je moet hierbij je afvraag hoe groot de kans is dat jouw gedraging zorgt voor schade. De schadevergoeding komt dan uiteindelijk neer op: schade x de weggenomen kans.
Bij deze manier van mate van aansprakelijkheid bepalen is geen terughoudendheid vereist.
Misverstand
Is er een ovk tot stand gekomen?
art. 3:35 BW
Hangt in beginsel af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
Arrest biedt gezichtspunten die bij de beoordeling hiervan een rol kunnen spelen.
Kribbebijter
Vertegenwoordiging
Het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam - dat wil zeggen als wederpartij van die ander – is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Een bevestigend antwoord op deze vraag wordt niet uitgesloten door de omstandigheid dat die ander wist dat degene met wie hij handelde, dit ten behoeve van een opdrachtgever deed.
HR: Stapt in dit arrest af van het gebruik om schade van de opdrachtgever te herleiden naar ‘eigen schade’ van de lasthebber.
HR: ‘in beginsel maakt het niet uit of de wederpartij de schade in zijn eigen vermogen leidt of dat hij de vordering mede of uitsluitend ten behoeve van de opdrachtgever instelt. Niet-voorzienbare schade voor de tekort komende kan daar echter buiten vallen.’
Globe/Provincie Groningen
Aansprakelijkheid bij bevoegdheidsoverschrijding van vertegenwoordiging
Als een tussenpersoon de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft gewekt, is hij dan aansprakelijk? Het onbevoegd handelen in naam van een ander kan slechts als onrechtmatig worden aangemerkt indien het geschiedt op een wijze of gepaard gaat met omstandigheden, waaruit voortvloeit dat het optreden van de onbevoegde vertegenwoordiger in strijd is met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (bijvoorbeeld wanneer de tussenpersoon bewust handelt zonder bevoegdheid of expres zijn bevoegdheid overschrijdt).
ING/Bera
Is toepassing van art. 3:61 lid 2 BW mogelijk zonder verklaring of gedraging van de achterman? Ja, het is onder omstandigheden mogelijk, als de derde gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de volmacht door feiten of omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen een zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Aventura
Kan art. 3:61 lid 2 BW ook worden toegepast bij gevallen waarin het tegenover de wederpartij gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de onbevoegd handelende persoon zelf? Nee dit kan niet, enkel de gedragingen of verklaringen van de onbevoegd handelende persoon zelf zijn onvoldoende. Er zijn dus verklaringen of gedragingen van de achterman zelf nodig
Esmilo/Mediq Apotheken Beheer
Als de inhoud of strekking in strijd is met de wet, kan een overeenkomst nietig zijn op grond van art. 3:40 lid 1 BW, wegens strijd met de openbare orde. Maar, de enkele omstandigheid dat de overeenkomst tot een door de wet verboden prestatie verplicht (dus wanneer de inhoud in strijd is met de wet), brengt op zichzelf niet mee dat zij een verboden strekking heeft en dus nietig is.
Courage/Crehan
‘O.g.v. EU-recht kan in beginsel iedereen vergoeding vorderen van schade die is veroorzaakt door inbreuk op de mededingingsregels, maar omdat EU-recht zwijgt over de
voorwaarden waaronder aanspraak gemaakt kan worden op het recht tot schadevergoeding, moet dat recht worden verwezenlijkt met behulp van nationaal recht.’ In nl grijp je dan bijv. terug op art. 6: 162 BW.
Randvoorwaarden aan toepasselijke nationale regels:
1. Gelijkheidsbeginsel:
De nationale regels aan de hand waarvan een aan het Unierecht ontleend recht moet_worden verwezenlijkt, mogen niet ongunstiger zijn dan de regels die voor vergelijkbare nationale gevaren gelden.
2. Effectiviteitsbeginsel:
De toepasselijke nationale regels mogen de uitoefening van aan het unierecht ontleende rechten niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken.
Geurtzen/Kampstaal
art. 6:234 BW bevat geen limitatieve opsomming. Een partij kan zich niet op de vernietiging van een overeenkomst beroepen indien hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was met het beding of geacht kon worden daarmee bekend te zijn.
Intrahof/Bart Smit
Matigen boetebeding
Wanneer kan een rechter een boete op grond van de redelijkheid en billijkheid matigen? Een rechter kan een boete pas matigen, indien de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daardoor onaanvaardbaar resultaat leidt. De rechter moet daarbij niet alleen letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen.
First Data/Attingo
Is er aan art. 6:233 sub b BW voldaan indien de gebruiker de algemene voorwaarden zelf moet raadplegen via internet? Nee, de gebruiker van de algemene voorwaarden moet het initiatief nemen tot het bekendmaken van die algemene voorwaarde, en wel op zodanige wijze dat voor de wederpartij duidelijk is welke voorwaarden op de rechtsverhouding van toepassing zijn en op zo’n manier dat het voor de wederpartij eenvoudig is om kennis daarvan te nemen.
Heesakkers/Voets
HR 13 september 2013 Heesakkers/Voets
Wanneer een beding in strijd is met de Europese richtlijn oneerlijke bedingen, eist de Europese Unie dat het beding buiten toepassing wordt gelaten (nietigheid). Het lijkt daarmee een ambtshalve toetsing van de rechter te impliceren. Art. 6:233 BW spreekt echter van vernietiging, waarbij er geen ruimte is voor ambtshalve toetsing door de rechter.
De rechter moet richtlijnconform interpreteren en ambtshalve toetsen en indien nodig ambtshalve vernietigen.
Latour/De Bruin
Een overeenkomst voor onbepaalde duur mag o.g.v. de redelijkheid en billijkheid worden opgezegd maar alleen als daarvoor een voldoende zwaarwegende grond is.
Van Hese/Koninklijke Schelde
Schade pas ingetreden na verjaring.
Is de verjaring van de mogelijkheid om (letsel)schade te vorderen absoluut? In beginsel wel, dit dient de rechtszekerheid. Dit wil echter niet zeggen dat er op grond van de redelijkheid en billijkheid nooit vanaf kan worden geweken. Dit kan echter wel slechts in uitzonderlijke gevallen. Dit kan het geval zijn wanneer de schade pas ontstaat na de verjaring en de benadeelde dus nooit de mogelijkheid heeft gehad om schadevergoeding te eisen. Of hier sprake van is, moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. De rechter moet de gezichtspunten uiteengezet in dit arrest in zijn beoordeling betrekken: