OVV-3 Week 1 Flashcards

1
Q

Wat is de gouden standaard voor rectum en colon-onderzoek?

A

Coloscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een alternatief voor een coloscopie. Wat kan je hiermee wel goed zien en wat niet?

A

CT-colografie. Tumoren goed, poliepen en bloedingen niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het gevolg als een CT-colografie onvoldoende informatie geeft?

A

Alsnog een coloscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn complicaties die voor kunnen komen bij een coloscopie of poliepectomie?

A
  • Bloeding (0.6-6%)
  • Perforatie (0.5%)
  • Post poliepectomie syndroom (0.5-1%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het post-poliepectomiesyndroom?

A

Er komt ontlasting in de buik waardoor het peritoneum wordt geprikkeld. Patiënten zijn ziek, hebben koorts en dus pijn door een geprikkelde buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de indicaties voor een coloscopie?

A
  • Mensen met klachten waarbij darmkanker niet uitgesloten kan worden
  • Mensen met een verhoogde kans op kanker
  • Mensen die na deelname van het bevolkingsonderzoek een positieve test hebben op bloed in de ontlasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er zijn verschillen in sterfte door de welvaartsziekten. Wat valt hier allemaal onder? Welke doodsoorzaak is omgekeerd aan de term welvaartsziekten?

A

Welvaartsziekten: Hart- en vaatziekten, kanker en ongevallen

Ischemische hartziekten komen vaker voor in landen met een lager inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn in Nederland de belangrijkste factoren in het verlies van DALY’s? (Volgorde)

A

Ischemische hartziekten, diabetes, beroerte, angststoornissen en COPD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met de compressie van morbiditeit?

A

Dat wanneer de levensverwachting toeneemt, dat er een afname is van het aantal ONGEZONDE jaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er bedoeld met de expansie van morbiditeit?

A

Dat wanneer de levensverwachting toeneemt er extra jaren zijn met ziekten en beperkingen door de betere overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe reken je het relatief risico (bijvoorbeeld longkanker bij roken als determinant)

A

RRroken = incidentie longkanker bij rokers / incidentie longkanker bij NIET rokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat berekenen we met PAF (populatie attributieve fractie)? Wat speelt hier nog meer mee wat niet bij RR meespeelt?

A

Het risico op de populatie. De prevalentie van de risicofactor speelt mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de preventieparadox in? Voorbeeld?

A

Wanneer deze risicofactor wordt aangepakt geeft dat op populatieniveau veel winst, maar op individueel niveau matig winst.
Voorbeeld: Zout verhoogd de kans op een beroerte matig, dus op individueel niveau weinig winst als zoutgebruik wordt aangepakt. Maar de prevalentie van hoog zoutgebruik is hoog dus is er wel hoge winst op populatieniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe reken je de PAF wanneer de incidentie bekend is en hoe bereken je de PAF wanneer de incidentie niet bekend is?

A

Incidentie bekend:
PAF= Itotaal - Iniet bloot gesteld / Itotaal

Incidentie onbekend:
PAF= (Prevalentie x (RR - 1)) / ((Prevalentie x RR -1) + 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn primaire, secundaire en tertaire preventie?

A

Primair: Je pakt een risicofactor aan om het ontstaan van een ziekte te voorkomen.

Secundair: Je screent groepen met een GEMIDDELD risico. Vroege opsporing om verdere ziekte te voorkomen.

Tertiair: Nadat de ziekte bekend is de gevolgen beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Volgens de WBO (wet van bevolkingsonderzoek) zijn er 3 typen onderzoeken waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd. Welke 3 vormen van bevolkingsonderzoek zijn vergunningsplichtig?

A
  • Onderzoeken met ioniserende straling
  • Aandoeningen zonder behandeling of preventie
  • Onderzoeken die kanker in een vroeg stadium opsporen
17
Q

Op welke ziekten wordt er gescreend bij de Prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (PSIE)?

A
  • Hepatitis B
  • Syfilis
  • HIV
  • Rhesus(D)-antigeen
  • Rhesus(C)-antigeen
  • Hemolytische ziekten
18
Q

Op welke ziekten wordt gescreend bij een hielprik?

A
  • Fenylketonurie (PKU)
  • Congenitale hypothyreoïdie
  • Sikkelcelanemie
  • CF
  • Adrenogenitaal syndroom
19
Q

Wat zijn risicofactoren voor prostaatcarcinoom?

A
  • Positieve familieanamnese prostaat- of borstkanker
  • Mensen met een afrikaans caraibsische achtergrond
  • BRCA2-gen mutatie