10.3 Flashcards

(7 cards)

1
Q

Benoem alle levensfases

A

Baby, peuter, kleuter, schoolgaandkind, puber, adolescent, volwassen, oudere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil tussen groei en ontwikkeling

A

Ontwikkeling- i elke levensfase vinden er veranderingen plaats

Groei- maakt je lichaam cellen aan je word groter en zwaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hormoonklieren

A

Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren en afgegeven in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypofyse

A

Hormoonklier aan je hersenen
In de pubertijd maakt de hypofyse meer groeihormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke andere hormoon maakt de hypofyse

A

Geslachtshormoon

Jongen- zaadballen testosteron
Meisje- eierstokken oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

A

Seksueel getinte opmerkingen of gebaren maken die de ander niet wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houd ongewilde seks in

A

Als iemand een ander tot seksuele handeling dwingt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly