Bloed en bloedcelvorming Flashcards

1
Q

Welk type leukocyt heeft als belangrijkste functie het reguleren van de bloedstroom in capillairen door het vrijmaken van histamine en andere vasoactieve stoffen?

A

mestcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk celtype (zo algemeen mogelijk) zorgt voor de adaptieve afweer?

A

lymfocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke typen T-lymfocyten kunnen hulp geven bij antistofvorming, macrofagen stimuleren en afweerreacties remmen?

A

CD4+ T lymfocyten of T helper lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type leukocyt heeft als belangrijkste functie het doden van parasitaire wormen?

A

eosinofiele granulocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk type lymfocyt zorgt voor de productie van antistoffen?

A

B lymfocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 5 klassen (isotypen) van antistoffen zijn er?

A
  • IgM
  • IgD
  • IgG
  • IgA
  • IgE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Wat is de vroegste morfologisch herkenbare voorlopercel van de erytrocytaire reeks?
  2. En welke komt daarna?
A
  1. pro-erytroblast
  2. basofiele erytroblast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bloed is een bijzonder bindweefsel, waarin de 4 componenten van bindweefsel ook aanwezig zijn.

Wat zijn de 4 componenten waaruit elk bindweefsel is opgebouwd?

A
  • cellen
  • vezels
  • tussenstof
  • weefselvloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden de receptoren genoemd die aanwezig zijn op cellen van de innate afweer, en die zorgen voor herkenning van pathogenen?

A

PRR: pattern recognition receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van welk celtype betekent de naam letterlijk ‘grote eter’?

A

macrofaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee typen leukocyt zijn in een bloeduitstrijk van een gezond persoon het minst in frequentie aanwezig?

A
  • eosinofiele granulocyt
  • basofiele granulocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belangrijkste effectormechanisme van de innate immuunrespons?

A

fagocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van welke typen leukocyten is fagocytose de belangrijkste functie?

A
  • (neutrofiele) granulocyt
  • monocyt / macrofaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat is de vroegste morfologisch herkenbare voorlopercel van de granulocytaire reeks?
  2. En welke komt daarna?
A
  1. myeloblast
  2. promyelocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de bloedgroep van een universele (rode bloedcel-)ontvanger?

A

bloedgroep AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt antigeen aan T-cellen gepresenteerd?

A

In de vorm van antigene peptiden gebonden aan MHC-moleculen (bij de mens heten deze HLA-moleculen)

17
Q

Welk type T-lymfocyt is verantwoordelijk voor het doden van virusgeïnfecteerde cellen?

A

CD8+ T lymfocyt of cytotoxische T lymfocyt

18
Q

Welk type leukocyt zal in de bloedbaan verhoogd aanwezig zijn, in geval van een bacteriële infectie?

A

neutrofiele granulocyt

19
Q

Wat is een andere naam voor rode bloedcel?

A

erytrocyt (erythros (Gr.) = rood)

20
Q

Vanaf welk stadium in de ontwikkeling van de granulocytaire reeks is zichtbaar of de cel zal differentiëren tot neutrofiele, basofiele of eosinofiele granylocyt?

A

het stadium van de myelocyt; gesproken wordt over de neutrofiele, basofiele of eosinofiele myelocyt

21
Q

Zijn rijpe bloedcellen i.h.a. groter of kleiner dan onrijpe bloedcellen?

A

kleiner

onrijpe bloedcellen zijn relatief groot

22
Q

Tot welke celtypen kan een monocyt differentiëren?

A

macrofaag en dendritische cel

23
Q

Wat is de bloedgroep van een universele (rode bloedcel-)donor?

A

bloedgroep O

24
Q

Uit welke voorlopercel ontstaan trombocyten?

A

megakaryocyt

25
Q

Wat is een andere naam voor witte bloedcel?

A

leukocyt (leukos (Gr.) = wit)

26
Q

Hoe wordt de afweer genoemd die meteen vanaf de geboorte aanwezig is?

A

innate of aangeboren afweer

27
Q

Welke celtypen zie je in deze bloeduitstrijk?

A
  • erytrocyten
  • lymfocyten

(ook zie je trombocyten, maar dat zijn celfragmenten)

28
Q

Welk type leukocyt is bij gezonde mensen het grootst in aantal?

A

neutrofiele granulocyt

29
Q

Is de aanwezigheid van nucleoli een kenmerk van een rijpe of onrijpe bloedcel?

A

van een onrijpe bloedcel

30
Q

Er zijn drie typen granulocyten.

Welk type granulocyt komt in het bloed het meest voor?

A

neutrofiele granulocyt

31
Q

Welke afweer kan na infectie levenslang geheugen opleveren tegen re-infecties met hetzelfde pathogeen?

A

adaptieve afweer

32
Q

Wat is een andere naam voor bloedplaatje?

A

trombocyt

33
Q

Heb je suggesties voor vragen die aan deze set kunnen worden toegevoegd?

Mail ze naar:

s.vanblokland@erasmusmc.nl

A

Alvast bedankt!

34
Q

Welke cellen hebben een hogere proliferatieve activiteit, hemopoietische stamcellen of voorlopercellen?

A

voorlopercellen hebben een hogere proliferatieve activiteit, stamcellen hebben een zeer lage proliferatieve activiteit

35
Q

Hoe wordt de afweer genoemd die immunologisch geheugen oplevert?

A

adaptieve of verworven afweer

36
Q

Bij welk proces spelen trombocyten een essentiële rol?

A

bloedstolling

37
Q

Noem twee organen waar antigeenpresenterende cellen en lymfocyten op zo’n manier bij elkaar worden gebracht, dat de kans dat een antigeen wordt herkend, zo groot mogelijk is.

A
  • lymfeklieren
  • milt
  • (ook goed: tonsillen, platen van Peyer, maar voert voor nu te ver)