Hoofdstuk 25: elektrische stromen en weerstand

Question 1

wat is stroom + formule

Answer 1

beweging van ladingen +

I = Q/t

Question 2

hoe gaat de grafiek van I en U

Answer 2

dat is een rechte door de oorsprong

Question 3

wat betekent dat een materiaal niet-ohms is

Answer 3

wanneer op de grafiek geen rechte lijn door de oorsprong gaat

Question 4

waar zorgt een grote belasting of grote verbruiker voor + grootste belasting

Answer 4

grote belasting of grote verbruiker = lage weerstand

grootste belasting = 0Ω = kortsluiting

Question 5

waar zorgt een kleine belasting of kleine verbruiker voor + kleinste belasting

Answer 5

kleine belasting of kleine verbruiker = hoge weerstand

kleinste belasting = ∞Ω = open keten

Question 6

hoe gaat de stroomzin

Answer 6

van + naar -

Question 7

wat is de wet van Pouillet + benoem de delen

Answer 7

R = ρ*(l/A)

ρ = soortelijke weerstand

l = lengte van de geleider

A = oppervlakte van de geleider

Question 8

welke 2 vermogens zijn er + wanneer heb je ze

Answer 8

verbruikt vermogen en geproduceerd vermogen + wanneer het component een verbruiker (W>0) of producent (W<0) is

Question 9

hoe gaan de elektronen

Answer 9

van lage naar hoge potentiaal

Question 10

arbeid formule

Answer 10

W = U*I*t

Question 11

vermogen formule (3)

Answer 11

P = U*I = R*I² = U²/R

Question 12

wat is de formule van U en I bij wisselstroom + benoem de delen

Answer 12

U(t) = U0 sin(ωt)

I(t) = I0 sin(ωt)

met U0 = piekspanning en I0 = piekstroom

Question 13

wanneer heb een producent of verbruiker bij weerstand en spanningsbron

Answer 13

een weerstand is altijd een verbruiker

een spanningsbron is een producent als de stroomzin normaal is (+ naar -)

een spanningsbron is een verbruiker als de stroomzin omgekeerd is (- naar +)

Question 14

wat is een voorbeeld van een spanningsbron die een gebruiker is

Answer 14

batterij opladen

Question 15

wat is Irms en Urms bij wisselstroom + formule

Answer 15

Irms = I0/√2 = de effectieve waarde van I(t)

Urms = U0/√2 = de effectieve waarde van U(t)

Question 16

welke 2 vermogens heb je bij wisselstroom + formules

Answer 16

ogenblikkelijke: P(t) = U*I
gemiddelde: P = Urms*Irms