Hoorcollege 3 Flashcards

1
Q

Wilslontbreken

A
  • oneigenlijke dwaling
  • gestoorde geestvermogens
  • art 3:33 en kan beroepen op art 3:35 jo 3:11
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wilsgebreken

A

de wil en verklaring zijn wel in overeenstemming maar is deze wil gebaseerd op een onjuiste voorstelling van zaken of onjuiste omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schade bij wilsgebreken

A

het is niet vereist om schade te hebben om in te roepen voor een vernietiging van een ovk
bij het inroepen van schadevergoeding bij onrechtmatige daad is schade wel vereist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dwaling

A
  • samenspel tussen onderzoek en mededelingsplicht hr Baris/Riezenkamp
  • precontractuele fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vereisten dwaling

A
  • onjuiste voorstelling van zaken of omstandigheden
  • casual verband
  • kenbaarheid
  • dwaling moet mede het gevolg zijn van bepaald gedrag van wederpartij: sub a,b,c
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sub a: inlichting wederpartij

A
  • mededeling -en onderzoeksplicht
  • Booy/wiseman arrest
  • kenbaarheid: essentieel gedwaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sub b: had behoren in te lichten (mededelingsplicht) vereisten

A
  • de wederpartij is op de hoogte van bepaalde feiten
  • kenbaarheidsvereiste
  • de wederpartij moet rekening mee houden dat de ander dwaalt
  • de wederpartij had naar maatschappelijk opvattingen de dwalende behoren in te lichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sub b: had behoren in te lichten

A
  • Van Geest/ Nederlof arrest: de mededelingsplicht gaat boven de onderzoeksplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sub c: wederzijdse dwaling

A

partijen hebben van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken uitgegaan
Kantheros van Stevensweert arrest
kenbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

art 6:228 lid 2

A

geen uitsluitend toekomstige omstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

exonoratiebeding

A

hr Gerards/Vijverberg: redelijkheid en bilijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bedrog vs dwaling

A
  • bedrog zwaarde vorm van dwaling
  • procedures: primair bedrog subsidiar dwaling
  • bedrog=onrechtmatigheid, dwaling niet noodzakelijk
  • wijzigen van ovk mogelijk na dwaling, bedrog niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bedrog vereisten

A
-	Kunstgreep:
•	Opzettelijk onjuiste mededeling 
•	Opzettelijk verwijzing
•	Een andere kunstgreep
-	Casual verband tussen het bedrog en het aangan van de rechtshandeling (subjectieve toets)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bedreiging vereisten

A
  • bedreiging in enig nadeel in persoon of goed
  • casual verband
  • bedreiging moet onrechtmatig zijn of leiden tot iets onrechtmatigs
  • er moet voldaan worden aan de objectiveringsvereiste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

misbruik van omstandigheden

A
  • sprake zijn van bijzondere omstandigheid waar misbruik van is gemaakt
  • casual verband
  • kenbaarheidsvereiste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vernietigbaar

A
  • rechtsgevolg als sprake is van wilsgebrek, geestelijke stoornis, handelingsonbekwaamheid (uitz 3:34 lid 2)
  • bescherming van 1 partij: zwakke partij
  • rechtshandeling is geldig maar 1 van partijen kan de ovk vernietigen
  • heeft terguwerkende kracht
  • ## vernietiging jegens contractenpartij of rechter
17
Q

nietigbaar

A
  • rechtsgevolg als sprake is van wilsontbreken, mis met de vorm of inhoud (uitz 3:40 lid 2), handelingsonbevoegde
  • bescherming algemeen belang of belang van derden: strijd met de goede zeden of orde
  • ovk heeft nooit rechtsgevolgen gehad, omdat er geen bindende kracht is
  • wel eventueel restitutieverplichting
    -partiele nietigheid
    -
18
Q

Handelingsonbekwaamheid

A
  • onder curatele gestelden

- minderjarigen

18
Q

Handelingsonbekwaamheid

A
  • onder curatele gestelden

- minderjarigen

19
Q

handelingsonbevoegdheid

A
20
Q

gevolg handelingsonbekwaamheid

A
  • vernietigbaar: meerzijdige rechtshandeling en eenzijdig gericht
  • nietig: eenzijdig ongericht
  • kan wel gevolmachtigt optreden
21
Q

Minderjarigen

A
  • ouders of voogd kan als wettelijk vetregenwoordiger in de naam van minderjarigen optreden
  • minderjarige met toestemming van ouder wel bewkaam rh te verrichten
  • oplikkemende bekwaamheid
  • zonder toestemming of veronderstelde toestemming minderjarige onbekwaam
22
Q

onder curatele gestelde

A
  • 3 gronden waarmee iemand onder curatele wordt gesteld

- wel bekwaam?