Jong & Oud H3 Flashcards

1
Q

Welke stappen moet je nemen om uit te rekenen hoeveel belasting iemand moet betalen?

A

je moet bruto jaarinkomen - aftrekposten = belastbaar inkomen. Daarover doe je loonheffing in de schijven en daar haal je de heffingskortingen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt het schijvenstelsel bij de inkomstenbelasting?

A

“Elk jaar opnieuw bepaalt de Belastingdienst hoeveel
inkomstenbelasting je moet betalen.
Dit gebeurt aan de hand van je aangifte inkomstenbelasting.
Hoeveel belasting je betaalt, berekend met behulp
van twee belastingtarieven:
1. Een basistarief van 37,10 procent 2. Een toptarief van 49,50 procent”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is de heffingskorting relatief voordelig voor mensen met een laag inkomen?

A

omdat de mensen met een laag inkomen zo procentueel gezien meer geld overhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het marginale belastingtarief?

A

hoeveel belasting iemand betaalt over zijn laatst verdiende euro. (Ook goed: het belasting tarief wat je betaalt over de top van je inkomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaraan herken je een degressief belastingstelsel?

A

Tarief (procentueel) wordt lager naarmate het loon stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaraan herken je een proportioneel belastingstelsel?

A

Als iedereen hetzelfde percentage belasting betaald van zijn/haar inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij elk van de belastingstelsels (progressief, degressief, proportioneel) met de gemiddelde belastingdruk als je meer gaat verdienen?

A

Degressief dalende gemiddelde belastingdruk Propotioneel blijft gelijk en progressief oplopende gemiddelde belastingdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zijn aftrekposten vooral voordelig voor mensen met een hoog inkomen?

A

Omdat er over de eerste schijf minder belasting wordt betaald, en in percentages zijn de kosten op een groter bedrag minder (in verhouding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 4 inkomenscategorieën kun je noemen?

A

KANO (Kapitaal, Arbeid, Natuur en ondernemersschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaraan herken je een progressief belastingstelsel?

A

dat wanneer je meer inkomen hebt je een hoger perccentage belasting moet betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef voor elk belastingstelsel (progressief, degressief, proportioneel) aan wat er gebeurt met de inkomensverdeling. Wordt deze gelijker, ongelijker of ongewijzigd?

A

Met een progressief belastingstelsel betaald de rijken procentueel meer belasting, dus wordt het gelijker. Bij een degressief belastingstelsel betalen betalen de rijke procentueel minder belasting dan de arme, dus wordt het ongelijker. met een propotioneel belastingstelsel betaalt iedereen hetzelfde procentuele belasting, dus wordt het ongewijzigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zorgen aftrekposten ervoor dat de inkomensverdeling gelijker, ongelijker of ongewijzigd blijft? Leg je antwoord uit.

A

Ongelijker, want rijke mensen hebben vaak een hogere hypotheek en dus meer aftrekposten dan arme mensen. Het effect wordt bovendien versterkt door het feit dat rijkeren vaak in een hogere belastingschijf vallen, ze hebben dan dus extra voordeel van de aftrekpost t.o.v. iemand die in een lagere schijf valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zorgt een heffingskorting ervoor dat inkomens gelijker, ongelijker of hetzelfde verdeeld blijven? Leg je antwoord uit.

A

De heffingskorting zorgt ervoor dat de inkomens gelijker worden doordat armen in verhouding meer aan heffingskorting hebben dan rijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is nivelleren?

A

Nivelleren is het verkleinen van de grote verschillen tussen de mensen onderling, bijvoorbeeld inkomen of scholing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is denivelleren?

A

Het vergroten van de grote verschillen tussen de mensen onderling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly