TTP 45-56geprojecteerde mun Flashcards

1
Q

Geef de 4 types artilleriewapens?

A
  1. De mortier
  2. De houwitzer
  3. Het kanon
  4. Het kanon zonder terugslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg het verschil uit tussen de verschillende artillerie wapens?

A
  • Mor:
    • Loop (kort) = 10 tot 20 x kaliber (meestal gladde loop)
    • Geringe vertreksnelheid
    • Grote elevatie (zeer kromme kogelbaan)
  • How
    • Loop (relatief kort) = 20 tot 30 x Kaliber
    • Middelmatige vertreksnelheid
    • Kromme kogelbaan
  • Kanon:
    • Loop (lang) = 30 tot 50 x kaliber
    • Grote vertreksnelheid
    • Gestrekte kogelbaan
  • Kanon zonder terugslag (Recoilless Rifle - RR)
    • Straalpijpen in kulas (ontsnapping voorstuwingsgassen)
    • Geperforeerde huls
    • Mun zijn met een R aangeduid. RECOILLES = zonder terugslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de elementen van een volledig schot:

A
  • Volledig schot: Bestaat uit alle nodige elementen om mun te gebruiken in een wapen en werking op doel te verzekeren:
    • Projectiel
    • Stuwlading (kinetische energie)
    • Primer (ontvlammen van de voortstuwlading)
    • Eventueel Fuse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef de verschillende types samenvoegingen van de schootselementen

A
  • hulsvast
  • half-hulsvast
  • gescheiden ladingsmunitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de eigenschappen van een hulsvaste munitie

A
  • Hulsvaste Mun:
    • Onregelbare stuwlading → Volledig op productielijn geassembleerd
    • Primer vastgezet, geschroefd of gewurgd in bodem huls
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de eigenschappen van half-hulsvaste muntie?

A
  • Half-hulsvast:
    • Regelbare stuwlading
    • Primer vastgezet op huls
    • Stuwlading & projectiel gelijktijdig geladen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de eigenschappen van gescheiden munitie

A

Proj, stuwlading & primer afzonderlijk (geladen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de onderdelen

A
  1. Het ogief – voorste conische gedeelte
  2. Het oog (Fuze pocket) – van schroefdraad voorziene opening
  3. De centreerverdikking (te meten diameter) – juiste plaatsing in loop te verzekeren
  4. Forceerband (Aie) – rotatie aan Proj geven, belet gassen te ontsnappen, 1 of 2 banden
  5. De basis (meenemen in ID- fase) – dikste deel van Proj, oudere hebben soms afdekplaat
    1. Rechte basis
    2. Conische
    3. Holle basis
    4. BB basebleed of HERA
    5. Staartstuk
  6. De tracer (eventueel)
  7. Adapter – gebruikt wanneer diameter oog groter is dan fuze
  8. Koker voor extra lading of fuze met grotere boosters (bvb. VT-PROX)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke twee manieren kan een projectiel gestabiliseerd worden?

A
  • door rotatie
  • met behulp van vinnen/ staartstuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke drie manieren worden tracers ingedeeld?

A
  • de uitwendige tracers
  • de inwendige tracers
  • de tracer samenstellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de aanzetmiddelen bij de verschillende voorstuwladingen?

A
  • Hulsvast = slaghoedje of primer
  • Half hulsvast = vaste primer
  • Kardoezen = primer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zijn de kenmerken en de voorzorgen van een Point Detonating Fuze?

A
  • kenmerken:
    • koponstekingsbuis met al doel te werken bij impact, SQ Delay, SD en Graze
  • Voorzorgen:
    • HE
    • Frag
    • Gevaren eigen aan fuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Duidt de onderdelen van de fuze aan

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zijn de kenmerken en de voorzorgen van een BD?

A
  • Kenmerken:
    • in de basis van projectielen, in de uitwerking. Over het algemeen op doorborend en Atk Proj, werkend op inertie bij impact. ook gecombineerd met SD en Graze
  • voorzorgen:
    • HE
    • Frag
    • Gevaren eigen aan de fuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Duidt de onderdelen van de fuze aan:

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke zijn de kenmerken van een PIBD?

A
  • Kenmerken
    • voornamelijk gebruik op HEAT proj. Kopschokelementen bestaande uit piëzo kristal.
  • voorzorgen
    • HE-frag-PE-gevaren eigen aan het systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke zijn de kenmerken en voorzorgen van een PTT?

A
  • kenmerken
    • ontstekingsbuizen met vaste of instelbare werktijd. mogleijk PTTF/SQ smeulknalen met ZK. Openingen met was die worden open gebrand
  • voorzorgen:
    • (HE-Frag)-WT30’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke zijn de kenmerken en voorzorgen van een MT (mechanical Time)

A
  • kenmerken:
    • Bedoelt om tijdens vlucht te laten werken. Al dan niet met zichbare tijdsmarkering. werking door horlogemechanisme door speriaalveer of MVK. Soms bijkomend impactmechanisme ( MTSQ) altijd CS (cocked striker)
  • voorzorgen:
    • HE
    • Frag
    • CS
    • mov
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke type nabijheidsontstekingbuizen zijn er?

A
  • Prox/ VT
  • ET
  • EPD
  • multi-option
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke zijn de kenmerken en de voorzorgen van een proximity of variable time?

A
  • kenmerken:
    • om een explosief projectiel tot ontploffing te brengen op een bepaalde afstand tegenover het doel. meestal gebruik makend van elektromagnetische of radiogolven of optische systemen. elek voeding door elektrolyse of turbine.
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • WT 2hr
    • EMR
    • STAT
    • VT
    • MOV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de kenmerken en de voorzorgen van een ET/EPD of Multi-option?

A
  • kenmerken:
    • bulls eye op neus
    • in te stellen met bijkomende tool; LCD schermpje
  • voorzorgen
    • HE-Frag- EMR-STAT-WT 2hr
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een SS projectiel

A
  • kenmerken
    • vervaardigd uit gietijzer of staal
    • 10-30% SS
    • meestal gebruikt met PDF
    • voor FRAG en vernietigingseffect
    • (MTF en VTF voor AA of airburst
  • keurcode:
    • NATO: olijfgroen met gele merktekeningen
  • Voorzorgen:
    • HE
    • Frag
    • Gevaren eigen aan de ontsteker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen voor een shrapnel projectiel

A
  • Kenmerken
    • PTTF
    • uitwerping voorraan
    • 300 à 1000 kogeltjes zitten vast in een inerte stof
    • anti-personeel
  • kleurencode: /
  • voorzorgen:
    • EJECT
    • FRAG
    • Gevaren eigen aan ontsteker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen voor een Apers Flechette projectiel

A
  • Kenmerken:
    • Us proj bestaande in 90 en 105 mm
    • GOS bestaande in 122 en 152 mm werking gelijkaardig als klassiek shrapnel
    • knalkokers in ogief
    • uitwerplading achteraan
    • tijdsfuze+breekkraag+ diamantjes
  • kleurencode:
    • NATO: Olijfgroen met gele merktekening en witte ruiten
    • GOS: grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen
    • EJECT
    • FRAG
    • Gevaren eigen aan de ontsteker (HE en frag bij US)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Geef de kenmerken, kleurencode en voorzorgen bij een Canister projectiel.

A
  • Kenmerken:
    • Gebruikt bij nabije verdediging
    • cilindervormig lichaam
    • zonder ontsteker
    • gevuld met wolfraam kogels of flechettes
    • scheurt open bij verlaten loop en verspreid de lading
  • kleuren code
    • NATO: olijfgroen met witte merktekening
    • GOS:
  • voorzorgen: /
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een AP projectiel

A
  • kenmerken:
    • Gn fuse
    • geen lading
    • in hard staal
    • tracer in holte bodem
  • kleurencode
    • NATO: zwart met witte merktekening (rode T voor tracer)
    • GOS: grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen: /
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen voor een APC projectiel

A
  • kenmerken:
    • idem als AP maart met indringingkap
    • voorkomt dat AP breekt bij impact
  • kleurencode:
    • NATO: zwart met witte merktekening
    • GOS: Grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen:/
28
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen voor een APCBC projectiel

A
  • kenmerken;
    • idem als APC maar met een balistische kap die er voor zorgt dat de aerodynamica verbeterd
  • kleurencode:
    • NATO: Zwart met witte merktekening
  • Voorzorgen: /
29
Q

Geef de kenmerken-, de kleurencode en de voorzorgen van een SVAP projectiel

A
  • kenmerken:
    • Hard stalen kern binnen een zacht ijzeren lichaam
    • afgevuurd door taps toelopend kanon
    • projectiel krijgt kleiner diamter verder in de loop
    • krijgt zo hogere snelheid
  • kleurencode
    • NATO: /
    • GOS:/
  • voorzorgen: /
30
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een HVAP

A
  • Kenmerken
    • relatief licht lichaam rond een hard stalen kern
    • Enkel de kern doorboort het doel
  • kleurencode:
    • NATO: zwart met witte merktekening
  • voorzorgen:/
31
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een APDS of SVDS

A
  • Kenmerken:
    • ontworpen voor anti-tank gevecht
    • enkel kern gaat dienen voor het doorborend effect
    • de moffels zullen door de luchtweerstand zich losmaken van het projectiel
  • kleurencode:
    • NATO: zwart met witte merktekening
    • GOS: grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • geen
32
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een APFSDS-T

A
  • Kenmerken:
    • gebruikt kinetische energie om te doorboren
    • kern uit hard staal, wolfraam of verarmd uranium
    • lichte mantel
    • mantel vangt gassen op voor projectiel in de loop
    • mantel valt enkele honderden meters voor loop uiteen
  • kleurencode:
    • NATO: zwart met witte merktekening
    • GOS: grijs met zwarte merktekening
  • Voorzorgen:
    • /
33
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een APCBC-HE

A
  • Kenmerken
    • idem als AP maar met een kleine hoeveelheid SS
    • 1-3% SS
    • BDF
    • kleine delay waardoor het projectiel eerst doorboort alvorens de lading aan te zetten
  • kleurencode:
    • NATO: zwart met gele merktekening
    • GOS: Grijs of groen met zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • HE
    • Frag
    • Gevaren eigen aan de ontsteker
34
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een HEAT projectiel met BDF

A
  • kenmerken:
    • lichaam in 2 delen met kap of spike (schootsafstand) en BDF
    • meestal vin-gestabiliseerd
    • WW2 modellen met rotatie
    • indien niet zeker: ervan uitdat dat BDF is
  • kleurencode:
    • NATO zwart met gele merktekening
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • JET
    • gevaren eigen aan de ontsteker
35
Q

geef de eigenschappen, kleurencode en voorzorgen van een HEAT met PIBDF?

A
  • Kenmerken
    • lichaam met kap of spike (schootsafstand)
    • meestal vinnen gestabileerd en tracer achteraan
    • piëzo-elm vooraan en BDF achteraan
    • eventueel graze elm en SD
  • kleurencode
    • NATO: Zwart met gele merktekening
    • GOS: grijs of groen met zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • JET
    • PE
    • gevaren eigen aan de ontsteker
36
Q

geef de kenmerken, kleurencode en voorzorgen van een HEAT met PDF en spitback

A
  • kenmerken:
    • lichaam uit 2 delen
    • scheiding onderaan het ogief en een PDF met spitback die de schokgolf doorgeeft naar een overgangslading
  • kleurencode
    • NATO:
    • GOS: Grijs of Groen met zwarte merktekeningen
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • JET
    • Gevaren eigen aan ontsteker
37
Q

Geef de kenmerken, kleurencode en voorzorgen van een HEP/HESH

A
  • kenmerken:
    • dunwandig buffer van inert materiaal in ogief
    • plastische SS en een BDF
    • SS wordt verspreid op objectief en detoneerd door de BDF met een kleine Delay
    • schokgolf werpt schotel los binnenin
  • kleurencode
    • NATO: olijfgroen met zwarte band en gele merktekening
    • GOS: ..
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • gevaren eigen aan ontsteker
38
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een ILL projectiel

A
  • kenmerken:
    • geeft licht eventueel zelfs IR
    • breekpennen
    • lading bestaat uit magnesium of bariumnitraat en aluminiumpoeder
    • mengsel zit in container hangend aan parachute
    • wordt uitgeworpen door ZK en ontstoken door Time Fuze
  • kleurencode
    • NATO:olijfgroen met witte merktekening (oranje band voor IR)
    • GOS: grijs of groen met witte band en zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • EJECT
    • FIRE
    • gevaren eigen aan de ontsteker
39
Q

Geef de eigenschappen, de kleurencode en de voorzorgen van een SMK burster.

A
  • kenmerken
    • zelfde lichaam als HE
    • meestal WP, TTC
    • centraal loopt de burster
    • PDF zet burster aan en die scheurt de wand open
    • vulstop achteraan
  • kleurencode:
    • NATO: lichtgroen met gele band en rode merktekening
    • GOS; grijs met zwarte band en merktekening of groen met zwarte en witte band
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • WP
    • Gevaren eigen aan de ontsteker
40
Q

Geef de eigenschappen, de kleurencode en de voorzorgen van een SMK d.m.v. basisuitwerping

A
  • Kenmerken
    • PTTF, MTF
    • achteraan een basisplaat
    • canister met Smk samenstelling
    • uitwerplading ZK werpt uit en ontsteekt de Smk samenstelling
  • kleurencode
    • NATO: licht groen met zwarte merktekening
    • GOS: ..
  • voorzorgen:
    • EJECT
    • FIRE
    • SMK
    • gevaren eigen aan ontsteker
41
Q

geef de eigenschappen, de kleurencode en de voorzorgen van een SMK d.m.v. basisontsteking

A
  • Kenmerken
    • cylindrische smk potten zonder fuze
    • worden ontstoken door voortstuwgassen
    • smk samenstelling kan samengestld zijn uit HC of TiCL
  • Kleurencode
    • NATO: lichtgroen met zwarte merktekening
    • GOS:…
  • voorzorgen:
    • SMK
    • FIRE
42
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een projectiel “uitwerping van sub mun”

A
  • kenmerken:
    • klassiek werkend proj met basisuitwerping
    • hun lading bestaat us sub mun
      • DPICM, APICM, BONUS, ..
    • Dual purpose improved conventional munition
    • antipers
  • kleurcode
    • NATO: olijfgroen met gele ruiten en merktekening
    • GOS: grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • EJECT
    • gevaren eigen aan de sub mun en de ontsteker
43
Q

Geef de eigenschappen, de kleurencode en de voorzorgen van een projectiel “uitwerping van mijnen”

A
  • kenmerken:
    • klassiek proj met basis uitwerping
    • lading bestaat uit mijnen
      • zowel Apers als ATK
  • Kleurcode
    • NATO: olijfgroen met gele driehoeken en merktekeningen
    • GOS:..
  • voorzorgen:
    • EJECT
    • HE
    • FRAG
    • Gevaren eigen aan de sub mun en de onsteker
44
Q

Geef de kenmerken, kleurencode en voorzorgen van een “projectiel met propaganda of berichten (leaflet)”

A
  • kenmerken:
    • ontworpen om propaganda uit te werpen
  • kleurencode:
    • NATO: aluminium met zwarte merktekening en bruine band
    • GOS: rood met zwarte merktekening
  • Voorzorgen:
    • Eject
    • Gevaren eigen aan de onsteker
45
Q

geef de kenmerken, kleurencode en voorzorgen van een proj ECM?

A
  • Kenmerken:
    • er bestaat een breed gamma aan de proj onder andere:
      • GPS
      • JAMMER
      • SEISMISCHE DETECTIE
      • VIDEO OBSERVATIE
  • kleurencode:
    • NATO:…
    • GOS: Grijs met zwarte merktekeningen
  • Voorzorgen: /
46
Q

Welke zijn de kenmerken, kleurencode en voorzorgen voor een HERA projectiel

A
  • kenmerken:
    • HE met bijkomende stuwlading
    • Lichaam in 2 delen en dikwijls langer dan HE
    • half hulsvast
    • achteraan een ventury
  • kleurencode:
    • NATO: olijfgroen met gele merktekening
    • Gos: Grijs met zwarte merktekening
  • Voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • EJECT
    • Gevaren eigen aan ontsteker
47
Q

Geef de eigenschappen, kleurencode en voorzorgen van een proj Base bleed (BB)

A
  • kenmerken:
    • dient om kracht te verhogen tot 30%
    • een lading RZK ingevezen in de basis
    • klein verlies in nauwkeurigheid door de turbulentere luchtstroom
    • soms klein verlies in explosieve lading
  • kleurencode:
    • NATO: olijfgroen met gele merktekening
    • GOS: …
  • Voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • Gevaren eigen aan ontsteker
48
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een Proj (ERFB)

A
  • kenmerken:
    • verdere ontwikkeling van een 155mm proj
    • verdere dracht en betere nauwkeurigheid
    • 4 centreer segmenten
    • bijkomend een grotere lading
  • kleurencode:
    • NATO: olijfgroen men gele merktekeningen
    • GOS: …
  • voorzorgen:
    • HE
    • FRAG
    • Gevaren eigen aan de ontsteker
49
Q

Geef de kenmerken, kleurencode en en voorzorgen van een “geleid proj”

A
  • kenmerken:
    • proj afgevuurd als conventionele Aie mun maar met een geleidingssysteem
  • Kleurencode
    • NATO: /
    • GOS: /
  • voorzorgen:
    • eigen aan de Mun en aan het ontstekingssysteem
50
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een “chemisch proj”

A
  • kenmerken:
    • Proj uitgerust met chemisch agens
    • agens wordt verspreid door uitwerping of SS lading
  • kleurencode:
    • NATO: Grijs met rode of groene banden en merktekening
    • Gos: Grijs met zwarte merktekening
  • voorzorgen:
    • /
51
Q

Geef de kenmerken, de kleurencode en de voorzorgen van een oefenprojectiel

A
  • kenmerken:
    • voor onderricht en training
    • dezelfde ballistische eigenschappen als oorlogsmun
    • sommige volledig inert
    • sommige proj bevatten kleine dosis SS en of rooklading
  • kleurencode:
    • NATO: blauw met witte merktekening, eventueel bruine of gele band
    • Gos: ..
  • voorzorgen:
    • eigen aan het type lading (SMK-ZK)
    • gevaren eigen aan ontsteker
52
Q

Welke soort munitie is onderstaande munitie?

A

Chemisch hinderend, niet persistent

53
Q

Welke soort munitie is hieronder afgebeeld?

A

Chemisch, hinderend, persistent

54
Q

Welke soort munitie wordt er hieronder afgebeeld?

A

Chemisch, giftig, niet persistent

55
Q

Welk soort munitie wordt hieronder afgebeeld?

A

Chemisch, giftig, persistent

56
Q

Welk soort munitie wordt hieronder afgebeeld?

A

Zenuwgas

57
Q

Waarvoor staat de onderstaande afbeelding op een muntie?

A

Parachute, vaak met ILL munitie

58
Q

Waarvoor staat de onderstaande afbeelding op een verpakking?

A

NATO-omwisselbaarheid

59
Q

Waarvoor staat de onderstaande afbeelding op een munitieverpakking?

A

BALL: scherp projectiel

60
Q

Waarvoor staat dit op een munitieverpakking?

A

Tacer: spoortrekker projectiel

61
Q

Wat betekent de onderstaande afbeelding op een munverpakking?

A

AP: armour piercing projectiel

62
Q

Waarvoor staat onderstaande afbeelding op een munitiekist?

A

INC: brandstichtend projectiel

63
Q

Wat betekent onderstaande afbeelding op een munkist?

A

Blank (let op dit is wit op een blauwe achtergrond)

64
Q

Wat betekent onderstaand symbool op een muntiekist?

A

CNMB (cartridge NON Metal Bullet)

65
Q

Wat betekent het onderstaande symbool op een munitiekist?

A

API-T: armour piercing incendiary tracer proj.

66
Q

Wat betekenen de vierkantje op de munitie hieronder?

A

Gewichtzone symbool

67
Q

Wat betekent het symbool op de onderstaande munitie?

A

Radar echo symbool