11 - Extrinsieke beschadiging van de long Flashcards

(30 cards)

1
Q

Waar is PM (particular matter) een indicator voor?

A

Voor kleine deeltjes die dieper in de long komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe groot zijn nanopartikels?

A

0,1 micrometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat oedeem?

A

Doordat de long ontzettend snel reageert op een prikkel, waardoor er vocht in de longen lekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de eigenschappen van nanopartikels.

A
  • Kleiner dan 100 nm
  • Veranderder chemische reactiviteit
  • Kunnen membranen passeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is antracosis?

A

Antracosis is de zwarte neerslag van de septae bij mensen die roken of roet inademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer komen reticulaire en nodulaire afwijkingen voor?

A

Reticulair is meer passend bij fibrose en nodulair betekent vaak dat er nog actieve ontstekeningen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor afwijking hoort bij chronische pneumoconiosen?

A

Fijn nodulaire afwijkingen van de bovenvelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken op een CT-scan bij silicose?

A

Nodulaire afwijkingen, ziet eruit als ontstekingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken op een CT-scan bij asbest?

A

Aan de zijkant (tegen de pleura aan) zitten witte verkalkte plaques. Dit betekent dat je in contact bent geweest met asbest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend als de long in aanraking komt met Be?

A

Granulomateuze ontstekingen in de longen (granulomen in de long). Daarnaast ontstaat er een type IV-overgevoeligheidsreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is kenmerkend voor sarcoïdose?

A

Het is een systeemziekte (ziekte in het gehele lichaam en niet alleen in de longen). Er bevinden zich dan niet-verkazende granulomen in de aangedane organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houden ‘niet-verkazende’ granulomen in?

A

Dat er geen necrose plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat extrinsieke allergische alveolitis (EAA)?

A

Door het inademen van dingen die een allergische reactie veroorzaken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar is EAA afhankelijk van?

A
  • Wat voor stofje het is
  • Hoelang de stof in de longen is
  • Hoe gevoelig je ervoor bent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen acute en chronische EAA op een CT-scan?

A

Acute EAA bevat op de CT-scan ontstekingsachtige afwijkingen. Chronische EAA bevat op de CT-scan meer afwijkingen van fibrose en honeycombing (cystevorming -> vorm van longfibrose).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke afwijkingen van EAA op de CT-scan kunnen nog weggaan?

A

Matglasafwijkingen en consolidaties.

17
Q

Wat is het verschil tussen acute en chronische EAA?

A
Acuut = ontstekingen, reversibel, goede prognose
Chronisch = longfibrose, minder reversibel, slechte prognose
18
Q

Wat fungeert als een beschermend effect voor EAA?

A

Roken -> onderdrukt de lymfocytfunctie

19
Q

Wat hoort je bij acute en chronische EAA?

A

Acuut: squeeks -> open knarsen van de luchtwegen
Chronisch: crepitaties

20
Q

Wat zijn consolidaties?

A

Ontstekingen van de luchtwegen.

21
Q

Wat is een trommelstokvinger?

A

Verdikking van de vingerkootjes.

22
Q

Waarom kan je aan de hand van het bloedonderzoek niet bepalen of iemand EAA heeft?

A

Negatieve bevindingen sluiten de ziekte niet uit en positieve bevindingen tonen alleen aan dat er contact is geweest.

23
Q

Welke soorten bronchiolitis zijn er?

A
  • Cellulaire bronchiolitis

- Fibrotische bronchiolitis

24
Q

Welke soorten cellulaire bronchiolitis zijn er?

A
  • Acute bronchitis
  • Chronische bronchitis
  • Respiratoire bronchitis
25
Welke soorten fibrotische bronchitis zijn er en wanneer komt het voor?
- Constrictieve bronchiolitis (posttransplantatie, postinfecteus) - Bronchiolitis obliterans (infectie, drugs)
26
Wat is de laatste stap als je niet weet wat er met iemands longen aan de hand is?
Een biopt nemen.
27
Wat is de therapie in geval van EAA?
- Vermijden van contact! - (Duiven wegdoen) - Medicamenteuze therapie - Kijken naar andere ontstekingsremmers
28
Wat kan asbest als gevolgen hebben voor de longen?
1. Benigne plaques 2. Benigne pleurale effusie -> goedaardig pleuravocht 3. Asbestose -> longfibrose 4. Mesothelioom -> pleurakanker 5. Longkanker
29
Hoe presenteert sarcoïdose zich?
- Vergrote lymfeklieren - Infiltraten in de long - Huidafwijkingen - Erythema nodosum (rode vlekken op (scheen)benen) - Oogontsteking
30
Wat is een acute vorm van sarcoïdose en hoe presenteert het zich?
Löfgren's syndroom: - Vergrote lymfeklieren - Erythema nodosum (rode vlekken op (scheen)benen) - Arthritis - Koorts