HOOFDSTUK 4 Flashcards
Regelgevers en toezichthouders
Geef globaal het regelgevend kader in Nederland weer
De International Financial Reporting Standards (IFRS) van de International Accounting Standards Board (IASB) gelden verplicht voor de geconsolideerde jaarrekening van de beursgenoteerde ondernemingen en de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van de niet-beursgenoteerde ondernemingen.
Jaarrekeningen die niet worden opgesteld o.b.v. de IFRS moeten worden opgesteld uitgaande van de Nederlandse regelgeving, die ingevuld wordt door de wet en de richtlijnen van de RJ; met uitzondering betreffende de jaarrekening van micro- en kleine rechtspersonen -> die hanteren fiscale grondslagen.
Welke twee grondbeginselen vormen volgens het Framework for the Preperation and Presentation of Financial Statements van de IASB de basis voor het opstellen van de jaarrekening? Geef tevens de inhoud van deze grondbeginselen.
De twee grondbeginselen zijn:
- het toerekeningsbeginsel: de uit de transacties en gebeurtenissen voortvloeiende ontvangsten en uitgaven worden in de vorm van opbrengsten en kosten toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
- het continuïteitsbeginsel: bij het opstellen van de jaarrekening wordt verondersteld dat de organisatie haar activiteiten in de toekomst zal blijven voortzetten.
Aan welke kwalitatieve kenmerken moet de jaarrekening volgens het in 1989 gepubliceerde IASB-Framework voldoen?
De kwalitatieve kenmerken zijn:
- Begrijpelijkheid
- Relevantie
- Betrouwbaarheid
- Vergelijkbaarheid
Geef aan wat in het IASB-Framework wordt verstaan onder:
a. een actief
b. vreemd vermogen
c. eigen vermogen
a. Een actief = een gebeurtenis in het verleden voortgekomen middel, waarover de onderneming de beschikkingsmacht heeft en waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de onderneming zullen vloeien.
b. Vreemd vermogen = bestaande verplichtingen van de onderneming die voortkomen uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de afwikkeling naar verwachting resulteert in een uitstroom uit de onderneming van middelen die economisch voordeel in zich brengen.
c. Eigen vermogen = het overblijvend belang in de activa van de onderneming na aftrek van vreemd vermogen.
Wat is de inhoud van het ‘kapstokartikel’ van de Nederlandse wet, waarin de doelstelling van de jaarrekening is geformuleerd?
Het ‘kapstokartikel’: ‘‘De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.
Waarom heeft de wetgever terughoudendheid betracht bij het eisen van inzicht in liquiditeit en solvabiliteit?
Een jaarrekening is niet het geschikte middel om deze grootheden te beoordelen. Voor liquiditeit is een liquiditeitsbegroting nodig, en voor solvabiliteit is (ingeval van discontinuïteit) kennis inzake de liquiditeitswaarde vereist.
Wanneer spreken we van formele en wanneer van materiële stelselmatigheid?
We spreken van formele stelselmatigheid wanneer de presentatie en rubricering van de posten gelijk is aan die van het voorgaande boekjaar, bij materiële stelselmatigheid gaat het om gelijkheid van de waardering en winstbepaling.
Hoe is de Raad van Jaarverslaggeving samengesteld?
De RJ bestaat uit vertegenwoordigers van de:
- opstellers (bedrijfsleven)
- gebruikers (externe belanghebbenden)
- controleurs (accountants)
Wat is de status van de richtlijnen van de Raad voor Jaarverslaggeving?
De richtlijnen hebben geen officiële juridische status, maar er wordt bij het opstellen van de jaarrekening wel grote waarde gehecht aan wat de jaarrekening terzake bepalen.
Hoe verhouden de richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving zich met de International Financial Reporting Standards (IFRS) van de International Accounting Standards Board (IASB)?
Bij het samenstellen van de richtlijnen van de RJ worden de IFRS van de IASB steeds als uitgangspunt genomen, waardoor de twee sets van van verslaggevingsregels een grote mate van overeenkomst vertonen.
Wat is het verband tussen het in 1989 gepubliceerde IASB-Framework en het Stramien van de Raad voor de Jaarverslaggeving?
Het stramien voor de Raad van Jaarverslaggeving is een vrijwel letterlijke vertaling van het IASB-Framework.
Hoe luidt het kapstokartikel in de Wet op de inkomstenbelasting voor de fiscale winstberekening?
Deze luidt: ‘‘De in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van de bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst. De bestendige gedragslijn kan alleen worden gewijzigd indien goed koopmansgedrag dit rechtvaardigt’’
Welke twee zaken zijn aan de Autoriteit Financiële Markten toegekend inzake op de externe verslaggeving?
De zaken van de AFM zijn:
- Zij is belast met het toezicht op het functioneren van de externe accountant.
- Zij onderzoekt of de gepubliceerde jaarrapporten van de beursgenoteerde ondernemingen in Nederland voldoen aan de geldende verslaggevingsvoorschriften.
