H1, P1 Flashcards
1
Q
Ethiek
A
het systematische nadenken over goed en kwaad met betrekking tot menselijk gedrag
2
Q
ethicus
A
iemand die let op de beweegredenen en de gevolgen van het denken en handelen.
3
Q
Waarden
A
individuele idealen waar mensen voor leven
4
Q
Materiële waarden
A
- mobiel
- scooter
- sieraad
5
Q
immateriële waarde
A
- een relatie
- een vriendschap
- gezond leven
6
Q
normen
A
leefregels die nodig zijn voor de realisering van bepaalde waarden.
7
Q
zinnetje
A
‘een norm doe je en een waarde denk je’
8
Q
moraal
A
geheel van normen en waarden
9
Q
betekenis moraal
A
zeden of gewoonten
10
Q
persoonlijk moraal
A
persoonlijke normen en waarden
11
Q
groepsmoraal
A
waarden en normen die belangrijk zijn voor de groep
12
Q
morele keuze
A
het kiezen tussen verschillende mogelijkheden, voors en tegens afwegen en zo bepalen wat voor jou het belangrijkst is
13
Q
moreel dillema
A
keuze ligt niet voor de hand en wordt moeilijker
