1C2- week 1- HC.2 concepten lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q

welke 5 levels van samenstelling van het lichaam zijn er?

A
  1. atomisch
  2. moleculair
  3. cellen-> kleinste vorm van leven
  4. weefsels
  5. het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom wil je de lichaamssamenstelling weten?

A
  • voor juiste aanbevelingen

- voorspelling van ziektebeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe meet je de body mass index? (BMI)

A

gewicht x lengte2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een gezond BMI?

A

18.5-25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de limitations van BMI?

A
  • zegt weinig over lichaamsverhoudingen, zoals spieren
  • zegt weinig over de hoeveelheid lichaamsvet
  • vooral voor Kaukasisch ras
  • leeftijd en geslacht worden niet geteld als factor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wie hebben meer nadelige gevolgen van obesitas?

A

mannen, overlijden sneller aan obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar wordt vet opgeslagen?

A
  • subcutaan
  • intermusculair/intramusculair
  • buik en borstholte

bij mannen vooral buik, bij vrouwen heupen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het twee compartimenten model?

A

je maakt hier onderscheid tussen vet massa en vet vrije massa. (vet is vet+ essentieel vet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de grootste factor die gewicht bepaald

A

water. 60% bestaat uit water, vooral intracellulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is essentieel vet?

A

het vet dat nodig is voor goede functionaliteit van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het nut van essentieel vet?

A

bevindt zich in meerdere grote organen en zorgt daar voor:

  • bescherming
  • isolatie
  • energie voorziening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de normale hoeveelheid van essentieel vet?

A

man: 3-5%
vrouw: 8-12%-> ivm zwangerschap en menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is niet- essentieel vet?

A

opslag vet, vooral subcutaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe kan je de lichaamssamenstelling meten in de kliniek?

A
  1. huidplooimeting
  2. omtrek meting
  3. BIA
  4. beeldvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe werkt de huidplooi meting?

A

70-90% van het vet ligt subcutaan. Als je er vanuit gaat dat het vet gelijkmatig is verdeeld over het lichaam kan je via berekening de hoeveelheid vet bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de limitations van de huidplooi meting?

A
  • het eist skill voor betrouwbaar resultaat

- geen onderscheid visceraal vet

17
Q

hoe werkt de omtrek meting?

A

ook wel genaamd de heup-taille meting, maar je doet taille/heup ratio meten!

  • de verdeling van het vet is belangrijker dan de hoeveelheid vet
18
Q

wat is de normale heup-taille ratio?

A

man<0.95

vrouw<0.80

19
Q

waar is vet het minst gunstig?

A

wanneer iemand veel visceraal vet heeft is dat gevaarlijker dan subcutaaan.

20
Q

Hoe werkt BIA?

A

klein stroompje laten lopen door een lichaamsdeel.

vet geleid stroom slecht, dus hoe meer vet hoe langzamer.

21
Q

Wanneer kan BIA verkeerd worden geintepreteerd?

A

wanneer er te veel of te weinig water aanwezig is. Elektrolyten niet is balans.

Bij uitdroging lijkt iemand minder vet te hebben, e.a.

22
Q

welke soorten beeldvorming zijn er?

A
  • DEXA-> geen onderscheid visceraal vet
  • CT
  • MRI

al deze opties zijn heel duur en worden daardoor minder snel gebruikt.