Hoofdstuk 4: Reactiesnelheid en chemisch evenwicht Flashcards

1
Q

Deeltjes in een stof zijn constant in beweging, wanneer spreken we van een effectieve botsing?

A

Niet elke botsing tussen twee deeltjes heeft een reactie tot gevolg. We spreken van een effectieve botsing als de botsing tot een reactie leidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belangrijke voorwaarde voor het plaats vinden van een effectieve botsing die een (chemische) reactie tot gevolg heeft?

A

Een heel belangrijke factor voor een effectieve botsing is de energie die de deeltjes samen hebben bij de botsing. Om te kunnen reageren, moeten deeltjes bij botsing een minimale hoeveelheid energie bezitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bepaalt de snelheid van een reactie?

(tip: denk aan effectieve botsingen)

A

hoe groter het aantal botsingen per seconde, des te groter het aantal effectieve botsingen en des te sneller de reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is bij een exotherme reactie de energie van de beginstoffen of van de reactieproducten groter?

A

Bij een exotherme reactie is de energie van de beginstoffen groter dan die van de reactieproducten: er wordt energie afgestaan aan de omgeving (in de vorm van warmte, licht of elektriciteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is bij een endotherme reactie de energie van de beginstoffen of van de reactieproducten groter?

A

Bij een endotherme reactie is de energie van de reactieproducten groter dan die van de beginstoffen: er wordt energie onttrokken aan de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als de kinetische energie kleiner is als de activeringsenergie kan er dan een reactie plaats vinden?

A

Nee, als de kinetische energie kleiner is dan de activeringsenergie, kan de overgangstoestand niet ontstaan en zal de reactie niet verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer bevindt een reactie zich in de overgangstoestand?

A

Tussen het begin en het eind van de reactie bevindt de stof zich in een zogenaamde overgangstoestand. In de overgangstoestand zijn oude bindingen gedeeltelijk verbroken en nieuwe bindingen al gedeeltelijk gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zal een exotherme reactie zodra deze eenmaal is begonnen zichzelf in stand kunnen houden?

A

Als maar een klein aantal moleculen de nodige activeringsenergie heeft gekregen, is de vrijkomende reactie-energie al voldoende om andere, en steeds meer, moleculen over de energiedrempel heen te helpen. Vandaar dat, als een exotherme reactie eenmaal verloopt, deze zichzelf verder in stand houdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de geometrie van een molecuul voor een botsing van belang?

A

Als de moleculen elkaar op een andere wijze naderen, dan leidt dit niet tot een reactie. De geometrie van de botsing is dus van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe drukken we de reactiesnelheid uit om deze onafhankelijk van de omvang te maken?

A

We drukken de toe- of afname van de hoeveelheid stof uit in de verandering van de concentratie van de stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neemt de totale concentratie NO2 toe of af in de volgende reactie.

A

Door de reactie neemt de [NO2] af. Daardoor neemt de botsingskans tussen moleculen NO2 af en loopt de reactie dus langzamer. De hoeveelheid omgezet NO2 binnen elk volgend tijdsinterval is minder, dus de daling van de concentratie van NO2 is ook minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het meten van de reactiesnelheid concreet in?

A

Het meten van de reactiesnelheid houdt in dat we de concentratie van één of meer reactanten meten als functie van de tijd bij een constante temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is voornamelijk bepalend voor de snelheid waarop een reactie zal verlopen?

A

De grootte van de activeringsenergie: hoe groter Ea, hoe langzamer de reactie (hoe kleiner de waarde van k).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke waarde in de volgende vergelijking beschrijft het beste de reactiviteit van verschillende verbindingen?

A

Hiervoor gebruiken we de snelheids- of reactieconstante k, die onafhankelijk is van de concentraties van de deelnemende stoffen. Deze is uitsluitend afhankelijk van de temperatuur en de activeringsenergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kunnen we de verschillen in reactie snelheid tussen stoffen verklaren?

A

De verschillen in snelheid waarmee stoffen reageren, zijn te verklaren op grond van de bouw van de deeltjes waaruit een stof bestaat en op grond van de wijze waarop deeltjes in een stof met elkaar zijn verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is de activerings-energie een algemeen gedeelde constante?

A

De reactanten bepalen in eerste instantie de snelheid van een chemische reactie. Iedere chemische reactie heeft zijn eigen Ea-waarde.

17
Q

Wat is de verdelingsgraad van een stof?

A

Onder verdelingsgraad verstaan we de mate waarin een stof is verdeeld in kleine korrels (vaste stoffen) of druppels (vloeistoffen). De verdelingsgraad speelt uitsluitend een rol bij heterogene systemen.

18
Q

Hoe groter de verdelingsgraad, hoe … het grensvlak tussen twee stoffen. Hierdoor neemt het aantal botsingen … dat per seconde aan het grensvlak kan plaatsvinden, en dus ook de reactiesnelheid.

A

Hoe groter de verdelingsgraad, hoe groter het grensvlak tussen twee stoffen. Hierdoor neemt het aantal botsingen toe dat per seconde aan het grensvlak kan plaatsvinden, en dus ook de reactiesnelheid.

19
Q

Waarom zal een reactie sneller verlopen bij een hogere temperatuur?

A

Bij temperatuurverhoging gaan de deeltjes sneller bewegen. Dit vergroot het aantal botsingen per seconde. Een botsing tussen sneller bewegende deeltjes heeft ook een krachtiger verloop: de deeltjes hebben meer kinetische energie bij de botsing.

20
Q

Wat doet een katalysator?

A

Een katalysator is een stof die een reactie versnelt, zonder daarbij te worden verbruikt.

21
Q

Waarom is het handig/ voordelig om een katalysator aan een reactie toe te voegen?

A

De werking van een katalysator berust op het verschijnsel dat een bepaalde reactie mét katalysator via een ander reactiepad verloopt. Bij dit andere reactiepad behoort een andere overgangstoestand met een lagere activeringsenergie, zodat de reactie sneller kan verlopen.

22
Q

Wat fungeert als katalysator in het proces van fotosynthese?

A

Groene planten zetten koolstofdioxide en water om in bouwstoffen, zoals glucose. De energie die voor deze endotherme reactie nodig is, wordt uit het zonlicht opgenomen. De kleurstoffen in de bladeren dienen hierbij als katalysator

23
Q

Hoe beinvloed de kleur van een licht straal de potentiele energie?

A

Vaak is de kleur van het licht ook van belang: hoe kleiner de golflengte, hoe groter de energie

24
Q

Wat gebeurt er bij een omkeerbare reactie?

A

Onder een omkeerbare of reversibele reactie verstaan we een reactie die heen en terug kan verlopen, afhankelijk van de omstandigheden.

25
Q

Waarom is een chemisch evenwicht een dynamisch begrip en geen statich begrip?

A

Bij een chemisch evenwicht verlopen de heen- en teruggaande reacties continu en met gelijke snelheden. Omdat beide reacties zo elkaars effect volledig tenietdoen, veranderen de concentraties van de reagerende stoffen niet.

26
Q

Hoe geven we de omkeerbaarheid van een reactie aan in een reactievergelijking?

A

Met een dubbele pijl.

27
Q

Wanneer geldt in een reactie sheen = sterug?

A

De snelheid van de teruggaande reactie (sterug) neemt toe naarmate de [NO2] toeneemt. Na verloop van tijd hebben beide reacties dezelfde snelheid gekregen: sheen = sterug

28
Q

Wat is de insteltijd van het evenwicht?

A

De tijd die verloopt tussen het begin van de reactie en het intreden van de evenwichtstoestand noemen we de insteltijd van het evenwicht.

29
Q

Wat zijn de kenmerken van een chemisch evenwicht?

A

– de heen- en teruggaande reactie verlopen met gelijke snelheid;

– de concentraties van de reactanten en de producten zijn constant;

– de concentraties van de reactanten en de producten hebben een bepaalde verhouding;

– alleen invloeden van buitenaf kunnen de evenwichtstoestand wijzigen.

30
Q

Zijn de concentraties van de reactanten in een chemisch evenwicht gelijk aan elkaar? Dus 50% en 50%?

A

De concentraties van de reactanten zijn in de evenwichtstoestand constant, maar in het algemeen niet gelijk aan elkaar. Ook bestaat er geen verband tussen de evenwichtsconcentraties en de coëfficiënten in de reactievergelijking.

31
Q

Wat betekent een grote en een kleine K-waarde in de evenwichtstoestand?

A

Een grote K-waarde betekent een hoge mate van omzetting van de beginstoffen in producten (het evenwicht ligt naar rechts); een kleine K-waarde betekent een lage mate van omzetting (het evenwicht ligt naar links).

32
Q

Wat verstaan we onder een verstoring bij een chemisch evenwicht?

A

Onder verstoring verstaan we bij chemische evenwichten een verandering van concentratie of temperatuur, die door uitwendige oorzaken plaats vindt.

33
Q

Wat is het principe van Le Chatelier?

A

Als in een chemisch systeem een verandering optreedt in concentratie, temperatuur, volume of totale druk, met andere woorden, een evenwichtsverstoring, dan zal het evenwicht zodanig verschuiven dat die verandering tegengegaan wordt. Uiteindelijk evolueert het systeem naar een nieuw evenwicht.

34
Q

Wat zijn heterogene evewichten?

A

Heterogene evenwichten zijn evenwichten waarin de reagerende stoffen in meer dan één fase voorkomen. De reactie speelt zich af aan de grensvlakken tussen die fasen