H1 - Wat is kunst? Flashcards

1
Q

Categorieën van kunst

A

Beeldende kunst
Audiovisuele kunst
Podiumkunsten
Toegepaste kunsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn beeldende kunsten?

A

Belangrijkste voorwaarde: kunstwerk is tastbaar aanwezig

2 groepen: tweedimensionaal en driedimensionaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn audiovisuele kunsten?

A

Gebruik gemaakt van een audiovisueel medium

Toeschouwer kijkt/ luistert naar het kunstwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn podiumkunsten?

A

= uitvoerende kunsten
Alle kunstvormen die uitgevoerd worden op een podium

3 subcategorieën: dans, muziek, woord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn toegepaste kunsten?

A

Praktisch nut

Zorgt voor discussie: is het wel kunst?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de kunstgeschiedenis?

A

Bestudeert de geschiedenis van de kunst

Beschrijvend te werk + hulpwetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke hulpwetenschappen zijn er?

A

Iconografie
Iconologie
Morfologie
Psychoanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de iconografie?

A

De studie van de betekenis van wat er afgebeeld wordt op kunstwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de iconologie?

A

De studie van de cultuurhistorische context van kunstwerken (maatschappelijke factoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de morfologie?

A

De studie van de vormelijke kenmerken van een kunstwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de psychoanalyse?

A

Theorieën en studies die het onderbewustzijn proberen te verkennen om de bedoelingen van een kunstenaar te doorgronden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tijdlijn kunst

A
Prehistorie (... tot 750 vC) 
Oude grieken + Romeinen (750 vC - 500) 
Middeleeuwen (500 - 1500) 
Renaissance (1500 - 1600) 
Barok (1600 - 1750) 
Academisme (1750 - 1860) 
Impressionisme (1860 - 1890) 
Moderne (1900 - ...)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken prehistorie

A

Anoniem

Mythische waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken oude Grieken en Romeinen

A

Mythische waarden
Centrale rol voor de mens
Realistisch voorstellen van mensen
Symmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken middeleeuwen

A

Godsdienstig karakter
Vakmanschap
Anoniem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken renaissance

A

Heropleving van de klassieke oudheid
Mythische waarde
Symmetrie

17
Q

Kenmerken barok

A

Realistisch voorstellen van mensen
Dramatiek
Uitvergrote emoties

18
Q

Kenmerken academisme

A

Strakke regels van de academies volgen

19
Q

Kenmerken impressionisme

A

Impressies

Vrije schilderstijl

20
Q

Kenmerken moderne kunst

A

Originaliteit

21
Q

Wat is de kunstsociologie?

A

De studie van hoe kunst, kunstenaar en maatschappij zich precies tot elkaar verhouden

22
Q

Kunst lezen: gevoelsoordeel

A

Kunstwerk: kunstvorm, kunstenaar
Kijker: open houding, voorkennis, humeur

Positief - negatief

23
Q

Kunst lezen: kennisoordeel

A

Vorm (middelen): materialen en technieken, licht, kleur, ruimte, figuren
Vorm (samenhang): compositie

Inhoud: voorstelling, boodschap, abstrahering

Functie: wat wil de kunstenaar bereiken

24
Q

Kunst lezen: waardeoordeel

A

Houding verandert?

25
Q

Soorten composities

A
Symmetrisch
Asymmetrisch 
Diagonaal 
Centraal
Driehoekscompositie
Bewegingscompositie
Overall