hfdst 10 getuige deskundige en biases Flashcards

1
Q

Melissa Lucio

A

werd ten onrechte veroordeeld en ter dood veroordeeld nadat haar dochter, Mariah, verwondingen had opgelopen door een accidentele val. Hoewel Melissa de politie herhaaldelijk vertelde dat ze haar dochter niet had vermoord, bleven ze haar vijf uur lang ondervragen totdat ze er ten onrechte mee instemde de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor enkele verwondingen van haar dochter. Melissa leed een leven lang aan seksueel misbruik en huiselijk geweld, wat haar bijzonder kwetsbaar maakte voor de dwingende ondervragingstactieken van de politie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bias

A

*onbewust vooroordeel naar iemand of iets
*Wordt beïnvloed door kennis (juiste of onjuiste)
*Wordt beïnvloed door externe invloeden (context)
Wordt beïnvloed door verwachtingen

  • vooroordelen
  • stereotypen
  • tunnelvisie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onbewuste heuristiek / short-cut

A

zo efficiënt mogelijke manier tot een oplossing te komen en keuzes te maken of beslissingen te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

confirmation bias

A

de neiging om nieuwe informatie zo te filteren dat die klopt met hun bestaande overtuigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

allegiance bias

A

je bent geneigd om mee te gaan met de advocaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zaak: Ina Post

A
  • veroordeeld wurgen oude vrouw
  • Cheques waren ontvreemd; haar handtekening leek op die van de cheques
  • tunnelvisie vd politie: door druk Ina bekent.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beinvloedt door kennis

A

Schema’s:
kennisstructuren:
scripts: kennis over specifieke volgorde van een bepaalde gebeurtenis, naar restaurant gaan, naar cinema gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beïnvloeding door externe factoren en door verwachtingen

A

Anchoring effects
role effects
conformity effects
experimenter effects

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anchoring effects

+ experiment Tversky en Kahneman

A

je geeft mensen een soort anker (bepaalde info) die invloed geeft op hun antwoord

Tversky en Kahneman
Proefpersonen kregen een percentage vb 40% of 80%
Kregen vraag of er meer of minder Afrikaanse landen in VN zitteno.

–>Degene die 40% kregen gaven een lager percentage aandan diegene die 80 gekregen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Role effects
+experiment Pichert and Anderson
vb stanford gevangenisexperiment

A

-stanford prison experiment

Pichert and Anderson
Proefpersonen moesten de rol van een huizenkoper of dief op zich nemen
Moesten toen een verhaaltje lezen over de beschrijving van een huis

–>Proefpersonen herinnerden zich verschillende dingen afhankelijk van de rol waar ze in zate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

conformity effects

+ exp Ash

A

experiment van Ash

je gaat conformeren, je gaat mee met de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

experimenter effects

  • tunnelvisie bij politie-officieren
  • ooggetuigenidentificatie
  • line-up
  • dubbelblindheid testen
A

gaven proefpers woorden die ze moesten ontcijferen tot een ander woord
De mensen die de woorden kregen die te maken hadden met ouderdom die moesten met een lift naar beneden met een lift. Ze gingen de tijd meten hoelang het duurde om van het lab naar lift. Die mensen liepen langzamer. Werden precies beïnvloed door woorden met ouderdom.
–>bullshit ze werden beïnvloedt door de hypothese van het onderzoek

Bargh, Chen & Burrows
Primering van stereotypen
Experimenter effecten?Tunnelvisie bij politie-officieren
OoggetuigenidentificatieLineupoZe gaan iemand kiezen terwijl er mss iemand onschuldigtss staatoZe moeten zeggen ‘de dader kan er wel of niet tussenzitten’oDubbel-blind testenoDegene die de lineup uitvoert weet niet wie de verdachte is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Biases in de rechtspsychologie

A

forensische confirmatie bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Madrid Bombing Zaak (2004)

A

5vingerafrdukexperts
Dror
Eigen vingerafdruk beslissing/zaken
Ze kregen context info en de meerderheid van de afdrukken veranderde van hun beslissing Experten worden voortdurend blootgesteld aan achtergrond info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Allegiance bias

A

forensische experten worden ingehuurd door verschillende partijen

vertekend door de partij die je inhuurt?

  • forensische experts
  • risicobeoordeling
  • hogere risicoscores voor aanklager, lager voor verdediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kukucka and Kassin

A

aanwezigheid of afwezigheid van bekentenissen

voorbeeld van geschreven teksten

17
Q

Biases in de crim psych

A

-getuige-deskundige werk
-vaak geven deze partijen al voorkennis over de zaak
vb advocaat: mijn verdachte is onschuldig, kijk naar de suggestieve verhoor

18
Q

3 exp bias crim psych

-Otgaar

A

-groep brief advocaat:
moeder had meisje suggestief bevraag. ouders gescheiden, moeder wilde kind beïnvloeden

andere brief officier van justitie:
meisje gaf spontane verklaring. gedetailleerd, door politie goede manier bevraagd.

  • studenten lazen dossier over kind dat verklaarde misbruikt te zijn

na dossier verklaring over meisje

EXP1: lagere scores bij de groep die door advocaat was ingeschakeld

–> sprake van een allegiance bias bij getuige-deskundige werk ( kunnen orden beïnvloed door de partij die ze inschakelen)

19
Q

Biases in politie interviewers

A

interviewer vaak voorinfo over desbetreffende persoon

20
Q

mogelijke oplossingen voor biases

A
  • blind testen
  • evidence-based methoden in de rechtbank
  • alternatieve scenario’s
21
Q

blind testen

A

geen externe info
geen domein-irrelevante info

  • ontvang niet direct het verzoek vd advocaat/aanklager = intermediair vb forensisch instituut
22
Q

evidence-based methoden in de rechtbank

A
  • database van getuige-deskundigen
  • commissies die naar speciale zaken kijken
  • Opstellen van criteria in de rechtbank voor de toelaatbaarheid van deskundigen
23
Q

adversarial vs inquisitoir rechtssysteem

A

A: equivalente partijen, jury, hogere kans op allegiance bias

I: waarheidsvinding staat centraal, rechter is professioneel, kleinere kans op allegiance bias

24
Q

alternatieve scenario’s

A
  • scenario building
  • 2 scenario’s: ‘schuldige’ en ‘onschuldige’

schuldige: verklaringen verwijzen naar een meegemaakte ervaring
onschuldige: verklaringen verwijzen naar een niet-meegemaakte ervaring

25
Q

beschermt tegen confirmation bias

vb

A

kind geeft en spontane verklaring dat hij misbruikt is. Hij doet dit tegenover zijn leraar op school. Hij wordt dan verhoord door zijn moeder die hem op een suggestieve manier bevraagd.

spontane verklaring–> schuldige scenario

suggestieve interview–> onschuldige scenario

26
Q

testen van hypothesen

vb

A

een verdachte bekent een misdaad te hebben gepleegd. De bekentenis wordt onder druk afgelegd

–> onschuldige scenario