Medicatieveiligheid Flashcards

1
Q

Wat is medicatieveiligheid?

A
  • Juiste cliënt
  • Juiste medicijn
  • Juiste tijd
  • Juiste hoeveelheid en dosering
  • Juiste wijze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moet je controleren voordat je het medicijn aanrijkt of toedient?

A
  1. Naam en geboortedatum van de cliënt
  2. Vervaldatum/houdbaarheid
  3. Wanneer van toepassing - kleur en substantie
  4. Vergelijk het medicijn met de toedieningen
    A. Naam van medicijn
    B. Manier van toedienen
    C. Dosering
    D. Datum en tijdstip van toediening
  5. Eventueel dubbel controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent toedienen?

A

Geen verantwoordelijkheid voor inname aanbrengen of inbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent aanreiken

A

Wanneer de cliënt niet in staat is op de medicijnen zelf te pakken maar wel in staat is om te controleren wat hij neemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar let je op in je dagelijkse praktijk?

A
  1. Hebben we van elke cliënt een actuele toediening
  2. Controleren we altijd: juiste medicijn, juiste dosis, juiste tijdstip, juiste wijze, juiste cliënt
  3. Doen we bij losse risicovolle medicatie een dubbele controle
  4. tekenen we altijd af op de toedieningen
  5. Signaleren we (bij)werkingen? Leggen we dat vast? Gebruiken we de bijsluiter of apps
  6. Zijn we op de hoogte van de afspraken in de organisatie?
  7. Zijn er goede afspraken gemaakt met arts en apotheker
  8. Kennen we de afspraken over het malen van medicijnen
  9. Zijn alle teamleden die medicatie toedienen daarvoor bekwaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar let je op als je medicatie gaat malen?

A
  • Niet alle medicijnen mogen vermalen worden
  • Gebruik alleen schoon materiaal
  • Als je meerdere medicijnen moet vermalen, maak dan het materiaal tussendoor schoon.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly