economie begrippen paragraaf 1.3 Flashcards
1
Q
koopkracht
A
de hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen van je inkomen
2
Q
inflatie
A
het stijgen van de gemiddelde prijzen van goederen en diensten
3
Q
deflatie
A
het dalen van de gemiddelde prijzen van de goederen en diensten
4
Q
nominaal inkomen
A
het inkomen in euro’s
5
Q
reëel inkomen
A
het nominaal inkomen gecorrigeerd voor de inflatie
6
Q
consumentenprijsindex
A
de prijsverandering van de belangrijkste goederen en diensten die gezins huishouding in Nl afschaffen
7
Q
budgetonderzoek
A
het verzamelen van informatie over het bestedingspatroon van gezins huishouden