1.2 Flashcards
(431 cards)
Biologisch perspectief
De hersenen, zenuwstelsel, hormoonstelsel en genen.
Cognitief perspectief
Iemands waarnemingen, interpretaties, verwachtingen, overtuigingen, en herinneringen (mentale processen).
Behavioristisch perspectief
De prikkels in onze omgeving en de voorgaande consequenties van ons gedrag.
Perspectief vanuit de gehele persoon (‘whole person’) ● Psychodynamisch
Processen in onze onbewuste geest.
Humanistisch
Onze aangeboren behoefte om te groeien en ons potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken.
Karaktertrekken en temperament
Unieke persoonlijkheidskenmerken die in de tijd en in alle situaties consistent zijn.
Ontwikkelingsperspectief
De interactie tussen erfelijkheid en omgeving, die zich het hele leven door uit in voorspelbare patronen.
Sociocultureel perspectief
De kracht van sociale en culturele invloeden van de situatie.
Concept
Mentale representatie van een categorie van items, of ideeën, gebaseerd op ervaring.
Natuurlijk concept
Mentale representatie van een voorwerp of gebeurtenis gebaseerd op onze directe ervaring.
Prototype
Het ideale of meest typische voorbeeld van een conceptuele categorie.
Artificieel concept
Concept dat gedefinieerd wordt door regels, zoals de betekenis van een woord of de inhoud van een wiskundige formule.
Conceptuele hiërarchie
Niveaus van concepten, van zeer algemeen tot zeer specifiek, waarin een concept op een algemeen niveau specifieke concepten omvat.
Schema
Een algemeen conceptueel raamwerk dat verwachtingen genereert van thema’s, gebeurtenissen, voorwerpen, mensen en situaties in iemands leven.
Script
Cluster van informatie over reeksen van gebeurtenissen en handelingen die je verwacht in een specifieke situatie.
Vertekeningen
Vaste schema’s en scripts leveren ook problemen op, zoals: o Confirmation bias
Hindsight bias
De neiging om na afloop van een gebeurtenis te twijfelen aan andermans beslissingen en te denken dat jij die van tevoren hebt zien aankomen.
▪ Ankerheuristiek
Foutieve heuristiek waarbij je een schatting baseert op informatie die niets met het probleem te maken heeft.
▪ Representativiteitsheuristiek
Foutieve heuristiek waarbij je ervan uitgaat dat een persoon of gebeurtenis die tot een bepaalde categorie behoort alle eigenschappen van die categorie bezit.
▪ Beschikbaarheidsheuristiek
Foutieve heuristiek waarbij je mogelijkheden inschat op basis van informatie uit eigen ervaring.
Tirannie van de keuze
De verstoring van effectieve besluitvorming wanneer je wordt geconfronteerd met een overweldigende hoeveelheid mogelijkheden.
Intuïtie
Oordeelsvorming zonder bewust redeneren.
Een strategie kiezen o Algoritme
Bijv. Standaarddeviatie uitrekenen.
Heuristiek
Bijv. ‘Waarom’ vragen vermijden.