1.2 Flashcards
(275 cards)
Wat is het biologisch perspectief in de psychologie?
De hersenen, zenuwstelsel, hormoonstelsel en genen.
Wat omvat het cognitief perspectief?
Iemands waarnemingen, interpretaties, verwachtingen, overtuigingen, en herinneringen (mentale processen).
Wat bestudeert het behavioristisch perspectief?
De prikkels in onze omgeving en de voorgaande consequenties van ons gedrag.
Wat houdt het psychodynamisch perspectief in?
Processen in onze onbewuste geest.
Wat is het humanistisch perspectief?
Onze aangeboren behoefte om te groeien en ons potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken.
Definieer karaktertrekken en temperament.
Unieke persoonlijkheidskenmerken die in de tijd en in alle situaties consistent zijn.
Wat bestudeert het ontwikkelingsperspectief?
De interactie tussen erfelijkheid en omgeving, die zich het hele leven door uit in voorspelbare patronen.
Wat is de focus van het sociocultureel perspectief?
De kracht van sociale en culturele invloeden van de situatie.
Wat is een primaire vraagstelling voor een cliënt?
Passende onderzoeksvraag voor diagnosticus.
Wat is een hypothesetoetsend model?
Een model dat veronderstellingen test.
Noem enkele methoden voor testafname.
- Interviews
- Psychologische testen
- Vragenlijsten
- Observaties
- Praktijkopdrachten
- Simulaties
Wat is de betekenis van scoreberekening?
Aantal keren iets aangevinkt of correct noteren en optellen (ruwe score van iemand op een schaal).
Wat houdt verwerking en interpretatie van onderzoeksgegevens in?
Betekenis geven aan resultaten.
Wat is een schema?
Een algemeen conceptueel raamwerk dat verwachtingen genereert van thema’s, gebeurtenissen, voorwerpen, mensen en situaties in iemands leven.
Wat is een script?
Cluster van informatie over reeksen van gebeurtenissen en handelingen die je verwacht in een specifieke situatie.
Wat is confirmation bias?
De neiging om informatie te zoeken die bestaande overtuigingen bevestigt.
Definieer hindsight bias.
De neiging om na afloop van een gebeurtenis te twijfelen aan andermans beslissingen en te denken dat jij die van tevoren hebt zien aankomen.
Wat is de ankerheuristiek?
Foutieve heuristiek waarbij je een schatting baseert op informatie die niets met het probleem te maken heeft.
Wat houdt de representativiteitsheuristiek in?
Foutieve heuristiek waarbij je ervan uitgaat dat een persoon of gebeurtenis die tot een bepaalde categorie behoort alle eigenschappen van die categorie bezit.
Wat is de beschikbaarheidsheuristiek?
Foutieve heuristiek waarbij je mogelijkheden inschat op basis van informatie uit eigen ervaring.
Wat is de tirannie van de keuze?
De verstoring van effectieve besluitvorming wanneer je wordt geconfronteerd met een overweldigende hoeveelheid mogelijkheden.
Wat is intuïtie?
Oordeelsvorming zonder bewust redeneren.
Vul in: Een _______ is een methode om problemen op te lossen door systematische stappen te volgen.
algoritme
Wat is functionele gefixeerdheid?
Onvermogen om een nieuwe toepassing te zien voor een voorwerp dat al met iets anders is geassocieerd.