1.2 socialiserende instituties Flashcards
(10 cards)
gezin
belangrijkste socialiserende instelling
peer group
vriendschappelijke groepen van kinderen van dezelfde leeftijd
kerngezin
man en vrouw hebben kinderen met elkaar
patchwork gezin
een van beide oudershhebben 1 of meerdere kinderen uit eerdere relaties en ouders kunnen gezamelijk ook 1 of meerdere kinderen hebben
eenoudergezin
ouder met kinderen van wie hij/zij de biologische ouder is
holenbi-gezin
2 mannen of 2 vrouwen die samen kinderen hebben, uit vorige relatie, geadopteerd of als pleeggezin
co-oudergezin
gescheiden ouders delen het ouderlijk gezag over de kinderen, wonen op 2 adressen
birdnesting
kinderen blijven na de scheiding in het ouderlijk huis wonen, ouders wisselen elkaar af op dat adres
het generatiegezin
ouders en kinderen leven in familieverband met grootouders, tantes, ooms, …