Hormonon/ Lipidentransport Flashcards
1
Q
Voornaamste lipiden in bloed
A
Triglyceriden
Cholesterol
Fosfolipiden
2
Q
Apolipoproteïne
A
Vervoerd triglyceriden, cholesterol en fosfolipiden
3
Q
Lipoproteïnen
A
Lipiden + apolipoproteïnen
4
Q
Lipoproteïnen bestaan uit …
A
Hydrofobe kern: veresterd cholesterol, triglyceriden
Amfifiele wand: apolipoproteïnen, cholesterol en fosfolipiden
5
Q
LCAT
A
Zet vrij cholesterol om in veresterd cholesterol
6
Q
LPL
A
Zet triglyceriden om in glycerol en vrije vetzuren
7
Q
LDL
A
Low density lipoprotein
8
Q
HDL
A
High density lipoprotein
9
Q
IDL
A
Intermediate density lipoprotein
10
Q
VLDL
A
Very low density lipoprotein
11
Q
Chylomicron
A
Grootste Lipoproteïne
12
Q
Neuropeptide y
A
zorgt voor een hongergevoel en verminderde fysieke activiteit.
13
Q
Peptide yy
A
Geeft een verzadigingsgevoel
14
Q
Ghreline
A
Stimuleert de eetlus
15
Q
Alpha-MSH
A
Verminderd eetlust
