11.3 longen en gaswisseling Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

wat zijn de verschillende systemen voor gaswisselingen van dieren?

A
  • Insecten maken gebruik van tracheeën
  • Vissen van kieuwen
  • amfebieën maken gebruik van hun huid en longen
  • Vogels en zoogdieren gebruiken allleen hun longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verandert er met je ademhaling als je sport?

A
  • in rust haal je 15 keer per minuut adem tijdens het sporten vaker en dieper.
  • Tijdens het sporten gaat je hartslagfraquentie omhoog.
  • De ademfrequentie neemt toe.
  • Het ademvolume stijgt van 0,5L tot zo’n 5L. Dit is de vitale capiciteit, het maximale ademvolume.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekenen de begrippen ademfrequentie en ademvolume?

A
  • Ademfrequentie: Het aantal ademhalingen per minuut.
  • Ademvolume: De hoeveelheid lucht die je bij één ademhaling ververst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe haal je adem?

A
  • je in- en uitademt via je neus of mond.
  • De ingeademde lucht gaat via de keelholte naar de luchtpijp.
  • Beide hoofdbronchiën vertakken zich via nauwere buizen, de bronchiën tot kleine bronchiolen . Bronchiën zijn omgeven met kraakbeenringen, de bronchiolen niet.
  • Aan het uiteinde van de bronchiolen komt de ingeademde lucht in de longblaasjes, de alveoli, terecht.
    (De kraakbeenringen voorkomen het dichtklappen van de luchtwegen.)

Zie bron 13 en Binas tabel 83A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt de opname en afgifte van O2 en CO2?

A

O2 gaat via diffusie vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed in de haarvaten, CO2 doet dit omgekeerd en gaat via diffusie vanuit de haarvaten de longblaasjes in, dit heet gaswisseling.
De moleculen passeren hierbij twee cellagen/celwanden. O2 is opgelost in een laagje water in de longblaasjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is diffusiesnelheid en wat heeft de wet van Fick er mee te maken?

A
  • difussiesnelheid; Het aantal deeltjes dat per seconde de wand van een longblaasje en haarvat passeert.
  • D_s=D⋅(A⋅T⋅∆c)/∆x met
    D_s; diffusiesnelheid
    D; diffusiecoëficient (constant)
    A; oppervlakt longblaasje
    T; temperatuur (T_lucht + T_lichaam)
    ∆c; concentratie O2 en CO2
    ∆x; afstand tussen longblaasje en haarvat.
    Dit is de wet van Fick en alle bovenstaande onderdelen hebben dus invloed op de snelheid waarmee de O2 en CO2 diffuseren.

Binas tabel 83A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de dode ruimte en wat is het effect?

A
  • Een deel (150 mL) van de lucht die je inademt komt niet in je longblaasjes terecht maar blijft in je luchtwegen ‘hangen’ en blaas je de volgende ademhaling weer uit. Ook bij de uitademhaling blijft zo’n 150 mL ‘oude’ luncht in je luchtwegen en komt weer terug in de longblaasjes. Dit ‘ongebruikte’ deel van de luchtwegen heet dode ruimte. Met bijvoorbeeld een snorkel vergroot je de dode ruimte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekenen de begrippen longcapaciteit en restvolume?

A
  • Je totale longcapaciteit betekent de hoeveelheid lucht dat in de longen kan. Bij mannen 6,0L en bij vrouwen 4,2L
  • Je restvolume is de hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft bij een zo diep mogelijke uitademing. Het restvolume zorgt ervoor dat je longen niet in elkaar klappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het beter om via je neus in te ademen?

A
  • Je neusharen geleiden de luchtstroom. De ingeademde lucht komt in contact met het neusslijmvlies waar stof en ziektekiemen blijven hangen.
  • Ook wordt de lucht warmer en vochtiger wat voorkomt dat je longblaasjes uitdrogen.
  • Het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtpijp en bronchiën bevat trilhaarcellen met trilharen en slijmbekercellen. De trilharen zorgen ervoor dat het vervuilde slijm omhoog gaat naar je keelholte. Je slikt vervolgens het slijm in en in je maag worden de bacteriën en virussen afgebroken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet de longziekte astma?

A
  • Astma is een ontsteking van de slijmvliezen in de bronchiolen waardoor er meer slijm ontstaat.
  • Tijdens een aanval trekken de spiertjes in de bronchiolen samen, hierdoor kan je moeilijker ademhalen omdat de lucht de longblaasjes minder makelijk kan bereiken. Je wordt benauwd
  • De kwaliteit van de omgevingslucht speelt een grote rol.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de longziekte COPD?

A
  • COPD Is de verzamelnaam voor de ziekten chronische bronchitis en longefyseem.
  • Bij Chronische bronchitis hoopt zich slijm op in de bronchiolen, heeft dezelfde gevolgen als bij Astma, de verversing van de lucht in de longblaasjes verminderd.
  • Bij Longefyseem is een aantal longblaasjes kapot. De elasticiteit is hierdoor minder en het longoppervlak is hierdoor veel kleiner dan normaal.
  • COPD ontstaat vaak door te roken,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly