Hoofdstuk 10 Aantrekkingskracht en relaties: van eerste indrukken tot hechte relaties Flashcards

1
Q

onderzoek Harry Harlow?

A

aapjes met zachte moeder of moeder die alleen eten gaf. Bleek dat comfort en veiligheid belangrijker was dan eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Need to belong theorie?

aannames hiervan?

A
  • evolutionaire basis: mensen zijn zo gebouwd
  • universeel: ook in individualistische culturen ben je nog niet autonoom, iedereen heeft de behoefte.
  • ernstige negatieve gevolgen wanneer de behoefte niet wordt vervuld

Baumeister & Leary, 1995

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

risicofactor eenzaamheid?

A
  • depressie
  • verslaving
  • hart- en vaatziekten
  • overlijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

twee wetten voor aantrekkelijk gezicht?

A
  • gemiddeldheid (Langois & Roggman gezichten samen)
  • symmetrie (maar wel meer dan dat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar slaat subjectieve gelijkheid op?

A
  • meningen en persoonlijkheid
  • interesses en ervaringen
  • wederzijdse genegenheid
  • matching (iemand gelijk in partnerwaarde)

meer gelijkheid = minder wrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nabijheidseffect?

A

als iemand in onze nabijheid is is er een grotere mogelijkheid dat we vrienden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kun je voorspellen wie op wie verliefd wordt met de factoren die we dus belangrijk lijken te vinden? Waarom?

A

nee, we hebben vuurwerk nodig, het gevoel dat je zenuwachtig bent. -> missatribution of arousal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fatale aantrekkingskracht?

A

dat we verliefd worden op iemand die helemaal niet bij ons past. als we eigenschappen van een partner die we aanvankelijk aantrekkelijk vonden gaan verafschuwen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom lukt het soms/vaak niet een partner te vinden op dating apps?

A
  • choice overload
  • paralyse = mensen bevriezen en kiezen helemaal niet
  • lage tevredenheid = als je toch kiest ben je ontevreden, door zoveel keuzes krijg je twijfel
  • keuze paradox = onrealistische verwachtingen voor het eindresultaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rejection mindset?

A

je blijft swipen en kiest uiteindelijk helemaal niet meer. kans op match is grootste bij eerste profiel door:
- mensen werden steeds minder tevreden
- pessimistischer over kans om liefde te vinden
- > minder interesse in profielen verklaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe verminder je deze problemen van online daten?

A
  • tinderdieet, neem behapbare porties profielen
  • ben op de hoede voor afwijzingsmodus
  • wees meer openminded
  • staar je niet blind op de perfecte partner
  • luister naar je lichaam (pupillen groeien bij romantische interesse, niet waterdicht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

driehoekstheorie van de liefde?

Sternberg

A
  • hartstocht = onderscheid romantisch en platonisch
  • intimiteit = hechte band, emotionele steun
  • verbondenheid = lange termijn bedoelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kameraadschappelijke liefde?

A

veel intimiteit en verbondenheid, maar minder hartstocht. vaak in langere relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

investeringsmodel?

Caryl Rusbult

A

hoe tevreden je bent met je relatie wordt bepaald door kosten, baten en gevoel van winst en rechtvaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

componenten die belangrijk zijn in relatie naast tevredenheid

A
  • investering in relatie = hoe meer geïnvesteerd, hoe liever je bij iemand wil blijven
  • kwaliteit van alternatieven = als een alternatief ineens superaantrekkelijk is kun je eerder je relatie verbreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 andere theorieën dan het investeringsmodel

A
  • gelijkheidstheorie = kosten en baten van beide mensen zijn gelijk
  • uitwisselingstheorie = gevoelens van mensen over hun relatie is afhankelijk van de perceptie van kosten en baten.
    ->
  • uitwisselingsrelaties: relaties waarin sprake is van een behoefte aan gelijkheid
  • communale relatie = relaties waarin mensen vooral willen inspringen op de behoeften van de ander
17
Q

Hechtingstheorie, hechtingsstijlen?

John Bowlby 1969

A
  • veilige = goed
  • vermijdende = moeite door wantrouwen (bindingsangst)
  • angstig-ambivalente = heftig en intense relaties, hoog beeld van de ander
  • gedesorganiseerd = onveiligste die zich kenmerkt door inconsistentie en tegenstrijdig gedrag
18
Q

Hoe kun je je relatie verbeteren?

A
  • intimiteit vergroten door zelfonthulling en diepe gesprekken
  • leuke dingen voor arousal
  • positieve dingen vertellen
  • erken verschillen in autonomie
  • vergevingsgezindheid en regels respecteren