Probleem 4: Drugs Flashcards

1
Q

Welke 4 manieren van drugs toedienen zijn er?

A

Orale inname
Injectie
Inhalatie
Absorptie door slijmvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er bij orale inname? En wat zijn de voor/nadelen?

A

Na inslikken losse drugs op in de vloeistoffen van de maag en wordt het daarna naar de darmen gedragen. Vanuit de darmen wordt de drugs opgenomen in de bloedbaan. Voordelen van deze vorm van inname zijn dat het handig en relatief veilig is. Het grootste nadeel is dat via de mond ingenomen drugsonvoorspelbaar zijn. De opname in de bloedbaan is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het soort voedsel in de maag.

Alcohol is een voorbeeld van een drug die via de mond kan worden ingenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij de injectie van drugs? En wat zijn de voor/nadelen?

A

De effecten van geïnjecteerde drugs zijn sterk, snel en voorspelbaar. Daarom wordt deze methode vaak gebruikt in de medische wereld. Het nadeel van injecteren in de aderen is dat er weinig tijd is om de effecten van een overdosis, onzuiverheden of een allergische reactie tegen te gaan. Bovendien kan injectie gepaard gaan met littekenweefsel, infecties en ingeklapte aderen in delen van het lichaam met grote aderen die gemakkelijk te bereiken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 manieren van injecteren zijn er?

A

Subcutaan (SC), in het vetweefsel onder de huid; intramusculair (IM), in de belangrijkste spieren en intraveneus (IV), in de aderen die direct onder de huid lopen. Drugsverslaafden geven vaak de voorkeur aan injectie in de aderen omdat de bloedbaan het medicijn rechtstreeks naar de hersenen voert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er bij inhalatie van drugs? En wat zijn de voor/nadelen?

A

Geïnhaleerde drugs worden via haarvaten in de longen in de bloedbaan opgenomen. Veel verdovingsmiddelen worden op deze manier toegediend. Drugs die op deze manier worden ingenomen, zijn onder meer tabak en marihuana. Nadelen van deze vorm van inname zijn dat de dosis moeilijk te reguleren is en dat ze bij frequente inhalatie blijvende longschade kunnen veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij de absorptie van slijmvliezen?

A

In de neus, mond en endeldarm bevinden zich slijmvliezen waardoor drugs kunnen worden opgenomen. Het snuiven van cocaïne is hier een voorbeeld van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als de drugs in de bloedstroom is terechtgekomen?

A

Psychoactieve drugs kunnen verschillende effecten hebben op het zenuwstelsel. Het kan een diffuus effect hebben op neurale membranen, het kan zich binden aan synaptische receptoren (resulterend in de synthese, het transport, de afgifte of deactivering van neurotransmitters) of het kan de keten van chemische reacties in postsynaptische neuronen beïnvloeden door de activering van receptoren die zich hier bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk effect kunnen psychoactieve drugs op de werking van het zenuwstelsel hebben?

A

Het kan een diffuus effect hebben op neurale membranen.

Het kan zich binden aan synaptische receptoren (resulterend in de synthese, het transport, de afgifte of deactivering van neurotransmitters)

Het kan de ketting van chemische reacties in postsynaptische neuronen beïnvloeden door de activatie van receptoren die zich hier bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt drugs afgevoerd uit je lichaam?

A

Het drugsmetabolisme voert drugs af op verschillende manieren. Of door leverenzymen die ervoor zorgen dat drugs niet meer door de lipide membranen van een cel heen kunnen (hierdoor ook niet meer door de blood-brain-barrier).

Kleine hoeveelheden drugs kan ook het lichaam verlaten door urine, zweet, ontlasting, adem en moedermelk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een drugsverslaafde?

A

Iemand die drugs blijft gebruiken desondanks het besef dat het nadelige gevolgen heeft op de gezondheid en het sociale leven. En ondanks herhaalde pogingen om te stoppen, het niet om af te kicken.

De persoon zit in een cyclus van drugsgebruik, ontwenningsverschijnselen, en drugsgebruik om de verschijnselen tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de fysieke afhankelijkheidstheorie in?

A

Tijdens de vicieuze cirkel van drugsgebruik en ontwenningsverschijnselen ontstaat er een fysieke afhankelijkheid die een sterke drang naar drugs.

Kritiek hierop is dat mensen die zijn opgenomen en ontgift vaak toch nog terugvallen in oud gedrag (relaps)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de positive incentive theorie in?

A

Drugsgebruik wordt gestimuleerd door de verwachting van positieve effecten. De gebruiker verwacht hetzelfde positieve effect bij een volgende inname. Drugs heeft niet altijd dit effect en gaan daarom steeds meer innemen om dit effect toch te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke verklaring geeft de positive incentive theorie voor het verschil tussen positive incentive value en hedonic value?

A

Positive incentive value (wanting) is het verwachte genot na inname.

De hedonic value (liking) is het werkelijke genot dat ervaren wordt bij inname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de incentive sensitization theorie in?

A

De stimulerende waarde (positive incentive value) van drugsgebruik neemt toe na regelmatig gebruik van drugs door mensen die gevoelig zijn voor verslaving.

Hierbij ontstaat een hoge verwachting van de plezierige effecten van het gebruik, die als oorzaak van verslaving wordt gezien.

De verwachting is dus groter dan het effect dat de drugs produceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is kruistolerantie?

A

Wanneer er tolerantie voor 1 drugs optreedt, kan dit ook voor tolerantie voor een vergelijkbare drugs zorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is drug sensitisatie?

A

Een verhoogd sensitiviteit voor enkele effecten van drugs. Drugstolerantie kan optreden voor sommige effecten van een drug, terwijl sensitisatie voor overige effecten optreed.

17
Q

Wat is metabolische tolerantie?

A

Komt voort uit een verminderde hoeveelheid drugs die bepaalde plekken in het lichaam bereiken. De drugs worden sneller afgebroken in je lichaam zodat het niet bij de receptoren aan kan komen.

18
Q

Wat is functionele tolerantie?

A

Vermindering van de reactiviteit van de werkingsplaatsen. Dit kan doordat de hoeveelheid receptoren waarmee de drugs zich kan binden verminderen. Of door dat de drugs een mindere impact heeft.

19
Q

Wat is het verschil tussen affinity en efficacy?

A

Affinity: hoe goed de drugs zich bindt aan de receptoren.
En efficacy: het effect dat de drugs op de receptoren kan uitoefenen.

20
Q

Wat is continent drugstolerantie?

A

Tolerantie treed alleen op voor effecten van de drugs die men eerder heeft meegemaakt.

21
Q

Wat is geconditioneerde drugs tolerantie?

A

De tolerantie effecten komen tot stand in dezelfde situatie waarin het eerder is toegediend. (situational specificity drugs tolerance- experiment ratten)

Wanneer de drugs in een andere situatie wordt ingenomen kan dit leiden tot overdosis.

22
Q

Wat is het verschil tussen agonist en de antagonist drugs?

A

Antagonist: blokkerend effect op neurotransmitters
Agonist: stimulerend effect op de neurotransmitters.

23
Q

Wat zijn ontwenningsverschijnselen?

A

Verschijnselen die ontstaan wanneer er abrupt gestopt wordt met het gebruiken van drugs.

Vaak zijn deze verschijnselen het tegenovergestelde van de effecten van de drug.

24
Q

Wat zijn mogelijke effecten (6) die drugs op de synaps hebben?

A

Productie van neurotransmitters beïnvloeden

Neurotransmitters vrijlaten

binden aan post-synaptische receptoren en hiermee receptoren stimuleren of blokkeren

Heropname van neurotransmitters beïnvloeden

Blokkeren van heropname (hiermee wordt dan geen signaal meer verstuurd)

Afbraak van neurotransmitters beïnvloeden

25
Q

Wat doet nicotine met je lichaam?

A

Belonende drugs;
Bevorderd de dopamine in de nucleus accumbens;
Vergroot de aanwezigheid van dopamine in de presynaptische terminal.

26
Q

Welke ziektes kunnen voortkomen uit nicotine gebruik?

A

Smokers syndrome: pijn op de borst, infectie luchtwegen, moeite met ademhalen, dodelijke longziektes.
Burgers disease: bloedvaten vernauwen voornamelijk in de longen, amputatie door afsterven door vernauwde bloedvaten in het lichaam.

27
Q

Wat doet alcohol met je lichaam?

A

Bereikt veel delen van het lichaam vanwege kleine alcoholmoleculen;

Lage dosis heeft invloed op de GABA (remmend) receptoren in de amygdala hierdoor wordt angst verlaagd en zelfverzekerd stijgt.

Een hoge dosering werkt inhiberend voor glutamaat (stimuleren) receptoren.

Verslechtering in cognitieve, perceptuele verbale en motorische vaardigheden.

Er kan verlies van controle optreden, waardoor sociaal onacceptabele keuzes kunnen worden gemaakt.

28
Q

Welke ziektes kunnen voortkomen uit alcohol gebruik?

A

Syndroom van korsakoff: neuropsychologische aandoening die wordt gekenmerkt door geheugenverlies, sensorische motorische stoornissen en dementie.

Cirrose: litteken op de lever, door ontstekingen. (belangrijkste doodsoorzaak bij alcoholisten)

29
Q

Welke rol speelt erfelijkheid bij alcoholisme?

A

Er zijn 2 vormen van alcoholisme
type 1a: ontstaat geleidelijk, meestal na leeftijd van 25 jaar
type 2 b: onstaat plotseling, wordt in verband gebracht met naasten (familie) die alcoholproblemen hebben voor de leeftijd van 25 jaar; vaak genetisch bepaald.

30
Q

Wat is COMT?

A

Enzym die dopamine afbreekt nadat het is vrijgekomen. activiteit verschilt per persoon.

Mensen die dit enzym meer hebben, hebben een grotere kans op alcoholisme.

31
Q

Wat doet marihuana met je lichaam?

A

Kan medisch gebruikt worden voor misselijkheid verlichten, eetlust stimuleren.

Verbindt zich in het presynaptische neuron. remt glutamaat af, waardoor er geen stimulerende signalen meer gestuurd worden.

Remt GABA waardoor afgifte van dopamine wordt gestimuleerd.

THC bindt zich aan cannabinoïd receptoren.

32
Q

Wat doen opiaten (morfine/herione) met je lichaam?

A

Afgeleid van de klaproos.

Zorgt voor ontspanning minder aandacht minder pijn en aandacht.

Stimuleert endorfine receptoren.

Remt GABA en hierdoor wordt de vrijlating van dopamine weer groter.

33
Q

Wat is het verschil tussen morfine en heroïne?

A

Werkt sneller dan morfine (heroïne werk sneller door injectie en het gelijk in de bloedbaan komt en bij morphine gaat het vaak oraal.) , hierdoor verslavender.

Gevaren van de drugs zijn niet groot vaak eerder externe oorzaken, zoals vieze naalden bij heroïne. Morphine wordt vaker medisch gebruikt.

34
Q

Wat doet cocaine met je lichaam?

A

Opwinding, waakzaamheid, verhoogde stemming en minder vermoeid als effecten.

Blokkeert het dopamine transports (reuptake) blijft maar stimuleren, meer dopamine over in de synaptische spleet.

De overvloed van dopamine verdwijnt sneller dan dat er nieuwe wordt aangemaakt, waardoor je van een piek naar een dal gaat, waardoor je je naar voelt, verminderde energie en motivatie.

35
Q

Wat doet XTC/MDMA met je lichaam?

A

Bij een lage dosis veel aanmaak dopamine en werkt opwekkend.

Bij een hoge dosis veel aanmaak van serotonine. waardoor de waarneming en cognitie wordt beïnvloed.

Beschadigt de axonen die serotonine(geluksgevoel) vrijlaten.

36
Q

Wat doet Ritalin met je lichaam?

A

Methylfenidaat

Stimulerende drug in theorie; maar wordt medisch gebruikt voor mensen met adhd, voor verhoogde concentratie.

Wordt vaak als pil ingenomen.

Zelfde werkende stof als cocaïne.

Heropname (reuptake) wordt geblokkeerd; noradrenaline en dopamine (in de synaptische spleet overvloed)

37
Q

Wat doet cafeïne met je lichaam?

A

Zorgt voor een mindere werken van de GABA (dopamine meer) .

Remt adenosine (rol in slaap en onderdrukken arousal) effect is meer energie.