Week 3 H7, H8 en H9 (alleen college) Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tusen spatial en non-spatiale aandacht

A

spatial: gericht op locatie.
non spatial: gericht op vorm en niet op locatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen endogene en exogene aandacht.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

handig model die aangeeft wat de relatie tussen attention (A) en consciousness (C) is per theorie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg de neuroscientific theorie of consciousness uit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke hersen gebieden zijn gerelateerd aan aandacht?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen het task positive network en het default mode network?

A

task positive: attention, taakgerichte cognitie, gebieden liggen aan de buitkant van de cortex

default mode: gebieden liggen aan de binnenkant van de cortex, dag dromen, mind-wandering, nadenken over het zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een voorbeeld van een signal detection theory waar is deze theorie voor ontwikkeld?

A

Kan getest worden door tests waarbij kort een stimuli wordt laten zien en gevraagd of de persoon het wel of niet zag (huis, persoon, etc)

ontwikkeld voor:
* radar detection toepassing (niet binnen psychologie)
* subjectieve grens van bewustzijn detecteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

van welke twee factoren hangen correcte interpretatie van stimuli af?

A

meer ruis / minder signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg de relatie tussen sensitivity en bias uit in het correct of incorrect spotten van een stimulus.

A

d= sensitivity=hoe makkelijk is signaal van ruis te onderscheiden weinig overlap?–>hoge d prime
criterion= liberale (rechts) conservatieve (links) ideaal ligt ergens in het midden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een pareidolia?

A

een illusie van het zien van een gezicht in een object. Mensen kunnen hier sterker of minder sterk gepriort in zijn. (paranormale mensen hebben het bijvoorbeeld veel sterker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de attentional blink theorie?

A

stelt dat wanneer iemand een getal heeft waargenomen binnen de attentional blink taak, deze minder in staat is binnen een bepaalde tijd weer een getal te detecteren. gedachten is dat ons geheugen nog bezig is met het verwerken (in spotlight) van het vorige getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat heeft onderzoek naar beschadigde visuele gebieden laten zien met betrekking to bewustzijn?

A

blindsight: ondanks dat een persoon rapporteerd het object niet te zien, kan deze het toch juist aanwijzen (boven kans niveau).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de definitie van vrije wil, determination en moral responsibility

A

m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de theorie van de causale geslotenheid van het universum?

A

deterministische theorie. alles hangt met elkaar samen en alles is een grote kettingreactie van processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is neuroethics?

A

Het toepassen van neurowetenschap omtrent moraliteit en ethiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beschrijf de essentie van Libet’s experiment.

A

Mensen wordt gevraagd om te rapporteren wanneer de klok stopt met draaien (op hoeveel minuten) en wanneer ze zich bewust waren hiervan terwijl bepaalde hersengebieden gemeten worden met een EEG.

experiment laat zien dat bewustwording voor de actie is. (logisch), MAAR de intentie (de start van het potentiaal voor beweging) al te zien is voor beide van deze andere zaken. –>hoe kan dit? de daadwerkelijke oorzaak van de handeling komt voordat je er bewust van wordt. –>vrije wil afwezig?

17
Q

wat zijn vier mogelijke punten van kritiek die je kan hebben op Libet’s experiment?

A
18
Q

Wat laat het panty experiment zien wat betreft vrije wil?

A

mensen kregen (zonder dit te vermelden) een andere panty dan die ze gekozen hadden. vervolgens moesten ze gaan uitleggen waarom ze die panty gekozen hadden.

Meeeste mensen waren zich niet bewust dat ze een andere panty kregen en gingen vervolgens allerlei dingen verzinnen–> post-hoc confabulatie

–>feitelijk verklaren we achteraf zaken.

19
Q

beschrijf wegner’s theory van vrije wil.

A

we hebben het idee dat bijvoorbeeld beweging als volgt gaat: gedachten over beweging–>beweging

echter blijkt dit volgens hem niet zo te zijn.

maar zit het als volgt inelkaar

20
Q

beschrijf de perceptual load theory van aandacht

H7

A

Hij stelt dat perceptuele verwerking een beperkte capaciteit heeft. Wanneer een taak dus veel capaciteit inneemt, moeten de hersenen kiezen waar ze aandacht aan besteden. Wanneer de taak minder capaciteit opneemt, dan kunnen we ook aandacht geven aan omgevingsfactoren die niet belangrijk zijn voor de taak maar wel aanwezig zijn. Het komt overeen met Cartesian materialisme.

21
Q

Beschrijf de premotor theorie van aandacht..

H7

A

De premotor theorie stelt dat aandacht ons voorbereid op de actie die we daarna uitvoeren. De informatie zou dan via visuele selectie in het motorische systeem terecht komen.

22
Q

Beschrijf de biased competition theory van aandacht.

H7

A

Volgens deze theorie is aandacht een mechanisme wat afhankelijk is van feedback. Er is competitie tussen verschillende sensorische-motorische systemen en de uitkomst hiervan is aandacht.

23
Q

Beschrijf de attention schema theorie van aandacht.

H7

A

De attention schema theorie stelt dat bewustzijn direct gekoppeld is aan aandacht. Dit is gebaseerd op IIT en GWT. Het zou gaan om een intern model waarbij de hersenen zelf aandacht kunnen inzetten.