Cariologie hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

waar dient cariesmanagement gericht op te zijn?

A

Cariesmanagement dient gericht te zijn op cariës preventie en het in vroegtijdig stadium opsporen (detectie) van carieslaesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt er vastgesteld bij detectie van cariës?

A

Bij detectie van cariës worden aanwezigheid (plaats) en verschijningsvorm (kleur, al of niet gecaviteerd) van laesies vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarop wordt de prognose van het verloop van het cariesproces op gebaseerd?

A
  • Diagnose
  • Cariës risico

Op basis van een juiste diagnose kan (activiteit van de laesie) kan dan gecombineerd met het geschatte cariesrisico van de patiënt, een prognose van het verloop van het cariesproces worden gemaakt (dynamiek van het cariesproces)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een causale therapie in?

A

Progressie van initiële laesie kan worden gestopt. Dit proces kan worden beïnvloed door het veranderen van factoren die de ziekte veroorzaken –> causale therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een symptomatische therapie

A

Een eenzijdige restauratieve behandeling –> symptomatische therapie van cariës draagt niet bij tot het voorkomen of tot stilstand brengen van de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer een carieslaesie wordt waargenomen wordt feitelijk een verandering geconstateerd in …

A

Wanneer een carieslaesie wordt waargenomen wordt feitelijk een verandering geconstateerd in het mineraalgehalte van het glazuur of dentine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een risico van de dmfs/DMFS index?

A

De index dmfs/DMFS, wat aangetaste elementen betreft, meestal gebaseerd op het detecteren van laesies die al in het dentine zijn voortgeschreden. Hierdoor wordt initiële, niet gecaviteerde laesies genegeerd en daarmee wordt het aantal carieslaesie onderschat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doe je tijdens de pmo voordat je cariës gaat opsporen?

A

Tijdens de PMO zal eerst een indruk verkregen moeten worden van de aanwezigheid van plaque. Een eventuele aanwezige initiële laesie kan door overliggende plaque gemaskeerd worden, waardoor deze over het hoofd gezien wordt. Het is essentieel dat het tandoppervlak wordt gereinigd met een tandenborstel of polijstborsteltje en daarna wordt drooggeblazen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van droogblazen tijdens het opsporen van laesies?

A
  • Het verwijderen van speeksel dat een laesie kan verhullen
  • Het uitdrogen van een initieel caries defect, de wittevleklaesie (white spot lesion), waardoor deze beter zichtbaar worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tot waar is de demineralisatie doorgedrongen wanneer een wittevleklaesie op een nat tandoppervlak al zichtbaar is?

A

Een wittevleklaesie die op een nat tandoppervlak al zichtbaar is, geeft aan dat de demineralisatie meer dan halverwege in het glazuur is doorgedrongen, mogelijk tot het buitenste derde deel van het dentine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tot waar is de demineralisatie doorgedrongen wanneer een wittevleklaesie pas zichtbaar is na het grondig drogen met lucht (5 sec)

A

Een wittevleklaesie die pas zichtbaar is na het grondig drogen met lucht (5 sec), zal tot minder dan halverwege in het glazuur zijn doorgedrongen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is onmisbaar bij het visueel opsporen van cariës?

A

Bij visuele opsporing van cariës is goede verlichting van het werkterrein onontbeerlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een hulpmiddel bij het opsporen van cariës?

A
  • Loepbril
  • Microscoop
  • Intra orale camera
  • Röntgenfoto
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vergroting door het gebruik van een loepbril of microscoop kan een hulpmiddel zijn bij het opsporen van cariës. Forgie e.a. vonden dat de sensitiviteit - dat is het percentage gevonden carieuze vlakken ten opzichte van het totale aantal vlakken met een laesie, hoger is met vergroting dan zonder deze hulpmiddelen. voor welke vlakken geldt dit het meest?

A

Dat geldt vooral voor het aantal occlusale laesies.
Voor approximale laesies was het gebruik van vergroting beperkt, of niet beter dan zonder loep op microscoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een voordeel en een nadeel van een intra orale camera voor het opsporen van cariës.

A

Het gebruik van intra orale camera, waarbij carieslaesie op een monitor zichtbaar wordt en opgeslagen kan worden heeft als voordeel dat je het kan monitoren bij de volgende pmo.
Nadeel is dat er ook foutpositieve waarnemingen worden gedaan van laesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke vlakken kan je cariës detecteren met behulp van een röntgenfoto?

A

Het gebruik van röntgenfotos helpt ons bij de detectie van:
- Occlusale carieslaesies
- Approximale carieslaesies
- Cariës naast of onder vullingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom moeten de röntgenfoto’s voor cariës detectie gemaakt worden met instelapparatuur?

A

De röntgenfoto’s moeten worden genomen met een instelapparatuur zodat het de volgende keer vergelijkbaar is, waardoor progressie of teruggang van cariës kan worden vastgesteld (monitoren van de laesie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De gevoeligheid van analoge röntgenopnamen en digitale opnamen voor het opsporen van laesies is niet vergelijkbaar. klopt dit?

A

De gevoeligheid van analoge röntgenopnamen en digitale opnamen voor het opsporen van laesies is vergelijkbaar. Voordeel van digitale opnamen is het bewerken van het beeld. Zoals aanpassen contrast, verzadiging en vergroting van röntgenopname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is noodzakelijk voor het opsporen van cariës in putten en fissuren?

A

Opsporing van cariës in putten en fissuren vindt meestal plaats door visuele inspectie. Goed verlichting en droge schone tanden zijn noodzakelijk. Alle plaque moet zijn verwijderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waar wordt de ICDAS systeem voor gebruikt?

A

Een klinisch visueel cariës scoresysteem dat mede gebaseerd is op de Ekstrand-score is de ICDAS (International Cariës Detection and Assesment System. Wordt gebruikt om de cariës status van een (tijdelijk of blijvend) element vast te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

voor welke vlakken kan je de ICDAS systeem toepassen?

A
  • Occlusale vlakken
  • Gladde vlakken
  • Approximale vlakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de voordeel van het hanteren van een scoresysteem zoals ICDAS?

A
  • De gebruiker wordt gedwongen zich een goed beeld te vormen van de laesie. Dit is nodig om er een score aan te geven
  • De nauwkeurigheid van de visuele inspectie wordt daarmee verhoogd
  • De score kan worden gebruikt voor het monitoren van een veranderende laesie
  • Ter motivatie van de patiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Is het handig om initiële occlusale laesies op te sporen met röntgenfoto’s?

A

Voor het opsporen van initiële occlusale laesies zijn röntgenfoto’s echter minder geschikt. Door overprojectie van de knobbels worden beginnende fissuurlaesies gemaskeerd. Slechts 7% van de occlusale glazuurlaesies wordt op een bitewingopname gedetecteerd.

Cariës in dentine en diepe occlusale laesies kunnen wel waargenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom mag je niet met een sonde prikken in een initiële laesie?

A

In de vroegdiagnostiek van cariës is er geen plaats voor de scherpe sonde. Initiële laesies hebben een kwetsbaar oppervlak dat gemakkelijk en onherstelbaar beschadigd kan worden door een scherpe sondepunt. Als een carieuze fissuur met een sonde wordt afgetast en men oefent daarbij druk uit, dan kunnen gedemineraliseerde glazuurwanden worden ingedrukt en verbrijzeld. Vaak is ook het eronder gelegen dentine gedemineraliseerd, zodat de sondepunt erin doordringt en zich vastklemt, waardoor bij het uitnemen een zekere weerstand wordt gevoeld. Dit verschijnsel wordt in de literatuur wel aangeduid als een klevende fissuur (sticky fissure).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een klevende fissuur (sticky fissure)?

A

Als een carieuze fissuur met een sonde wordt afgetast en men oefent daarbij druk uit, dan kunnen gedemineraliseerde glazuurwanden worden ingedrukt en verbrijzeld. Vaak is ook het eronder gelegen dentine gedemineraliseerd, zodat de sondepunt erin doordringt en zich vastklemt, waardoor bij het uitnemen een zekere weerstand wordt gevoeld. Dit verschijnsel wordt in de literatuur wel aangeduid als een klevende fissuur (sticky fissure).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat gebeurt er als je in een laesie prikt met een sonde?

A

creëren van caviteiten en remineralisatie onmogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Noem drie additionele opsporingsmethoden voor cariës

A
  • Doorvallend licht (transilluminatie)
  • Elektrische weerstand
  • Fluorrescentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Leg de doorvallend licht (transillumunatie) (opsporingsmethoden) uit

A

Inspectie met doorvallend licht (transilluminatie) kan effectief zijn. Door een kleine, sterke lichtbron linguaal of vestibulair tegen een element te houden, wordt het binnenin gelegen tandweefsel verlicht. Carieslaesies kunnen zich dan aftekenen als een donkere zone. Die breder kan zijn dan de verkleuring die met opvallend licht wordt waargenomen. Voor het doorlichten wordt gebruik gemaakt van glasvezeloptiek. Een apparaat waarvan het licht wordt voorgeleid via glasvezel.

Deze doorvallend licht methode werkt vooral bij diepere dentinelaesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat wordt er gebruikt voor het doorlichten bij transilluminatie (doorvallend licht methode)

A

Voor het doorlichten wordt gebruik gemaakt van glasvezeloptiek. Een apparaat waarvan het licht wordt voorgeleid via glasvezel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Bij welke soorten laesies werkt de doorvallend licht methode het meeste (transilluminatie)?

A

Deze doorvallend licht methode werkt vooral bij diepere dentinelaesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoe werkt het cariesdetectie apparatuur op elektrische weerstand? en wat kan een foutpositieve uitslag veroorzaken.

A

Cariesdetectie apparatuur gebaseerd op elektrische weerstand berusten op het principe dat gedemineraliseerd glazuur porositeiten bevat die, indien gevuld met water en speekselbestanddelen, de elektrische weerstand doen verminderen ten opzichte van gezond glazuur. Bij het droogblazen verdampt dit vocht en neemt de weerstand geleidelijk toe. Deze weerstandsverandering wordt uitgedrukt in een getal dat een maat is voor de uitgebreidheid van de laesie. In onderzoek is met deze methode wisselende resultaten geboekt.

Foutpositieve uitslagen worden veroorzaakt door oppervlaktegeleiding over het element wanneer dit niet goed is geïsoleerd en ook recent doorgebroken elementen geven een hogere waarde als gevolg van de onrijpe structuur van het glazuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke opsporingsmethode kan je toepassen voor de detectie van occlusale cariës?

A

fluorescentie

Voor de detectie van occlusale cariës wordt ook gebruik gemaakt van de fluorescentie van bacteriële eindproducten in carieus weefsel. Deze methode is gebaseerd op het meten van fluorescentie van van bacteriële porfyrinen die fluoresceren bij 655 nm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Hoe gaat de fluorescentie opsporingsmethode te werk?

A

Een laserdiode geeft een pulserende lichtbundel af via een optische tip. Bij gezond glazuur (referentiewaarde) zal het laserlicht verstrooid worden, waarbij het dentine en fluoroforen (porfyrinen) worden geëxciteerd. Het verschil in uitslag tussen opgevangen fluoresenctie van gezond en aangetast glazuur wordt berekend en is een maat voor de laesie diepte en de bacteriële infectie. Wordt uitgedruk in getalswaarde tussen 0 en 99.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat wordt er berekend met de fluoresenctiemethode en wat is de drempelwaarde

A

een maat voor de laesie diepte en de bacteriële infectie

Wordt uitgedruk in getalswaarde tussen 0 en 99. Drempelwaarde waar invasief moet worden ingegrepen is 30. Heeft een doordringingsvermogen van ongeveer 2 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Is de DIAGNOdent (fluoresenctiemethode) betrouwbaar en wat kan een fout positieve uitslag veroorzaken?

A

Als het element goed schoon is, is het een betrouwbare meting.

Verkleuring, plaque en tandsteen leidt tot fout positieve uitslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Is het gebruik van DIAGNOdent (fluoresenctiemethode) beter dan de visuele inspectie?

Wanneer wordt deze methode aangeraden?

A

Deze DIAGNOdent scoorde in sensiviteit en specifiteit even goed als de visuele inspectie.

DIAGNOdent wordt aangeraden voor het monitoren van laesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat was een belangrijke bevinding bij gebruik van additionele detectiemiddelen?

A

Belangrijke bevinding bij gebruik van additionele detectiemiddelen was dat de kans op overbehandeling toenam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Prevalentie verborgen cariës ligt op ….

A

Prevalentie verborgen cariës ligt op 7 tot 25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

is een klasse II laesie snel op te sporen?

A

In het beginstadium is een klasse II laesie bijna niet zichtbaar, omdat het zich vlak onder het contactpunt bevindt.

Op een röntgenfoto is een klasse II laesie al in een vroeg stadium zichtbaar, maar de demineralisatie kan in werkelijkheid iets verder zijn voortgeschreden dan de zwarting op de röntgenfoto.

40
Q

het gebruik van bite wing opnamen is handig voor het opsporen van initiële approximale laesies.

juist of onjuist?

A

Onjuist
- Het gebruik van bitewing opnamen leidt tot meer detectie van approximale dentine laesies
- Voor het opsporen van initiële approximale laesies is de bitewing minder geschikt

41
Q

Kan je aan de hand van een röntgenfoto vaststellen of een cariesproces heeft geleid tot een caviteit?

A

De conclusie is dat het moeilijk is op grond van een röntgenfoto met zekerheid vast te sellen of het cariësproces tot een caviteit heeft geleid of niet –> Een zwarting op een foto geeft namelijk geen uitsluitsel over cavitatie OMDAT een laesie zonder caviteit als zwarting wordt afgebeeld.

42
Q

wat is een mogelijke diagnostische indicator om te achterhalen of er een cavitatie is?

A

Een mogelijke diagnostische indicator kan de conditie van de gingivapapil zijn –> Bij een cavitatie is de bloedingsneiging van de naburige papil verhoogd

43
Q

Waarom kan je approximale cariës liever met visuele tactieken inspecteren?

A

visuele-tactiele inspectie leidt tot meer juiste belissingen dan bite wings. Door bite wings –> onnodig invasief ingrijpen

44
Q

om welke reden kan je wel een foto maken voor approximale laesies?

A
  • De röntgenfoto is geschikt om een approximale laesie te monitoren
  • Progressie of vermindering van een laesie kan worden vastgesteld door achtereenvolgend genomen foto’s te vergelijken. Daarbij is het noodzakelijk dat de foto’s met de juiste filmhouders en instelapparatuur steeds worden genomen onder dezelfde hoek.
45
Q

kan klasse II cariës ook zichtbaar worden met doorvallend licht?

A

Ook met doorvallend licht kan klasse II cariës zichtbaar worden. Daarvoor is een dunne lichtsonde nodig. De laesie wordt dan via het occlusale vlak zichtbaar als een donkere doorschemering. Resultaten zijn minder betrouwbaar dan een rontgenonderzoek. Met doorvallend licht is het moeilijk om onderscheid te maken tussen glazuurcaries en dentine cariës.

46
Q

welke wordt liever toegepast bij het maken van foto’s ?

A: 3D foto’s
B: röntgenfoto’s

A

Nieuwe ontwikkeling in rontgendiagnostiek is met cone beam computed tomogphraphy. Hierbij worden 3D beelden van de gebitselementen gemaakt. Uit onderzoek blijkt dat beter de rontgenologische methode wordt toegepast.

47
Q

wat is een vereiste bij het maken van een röntgenfoto bij klasse III en IV laesies?

A

Bij klasse III cariës is de röntgenologische methode de meest gevoelige –> een bezwaar is echter dat voor de frontelementen per onderzoek minimaal 4 opnames zijn vereist door de sterke kromming van de tandboog.

48
Q

Op welke manier kun je het beste klassen III en IV laesies opsporen?

A
  • Doorvallend licht heeft bij frontelementen een kleinere vestibulo-linguale afstand te overbruggen dan bij molaren –> dat is wellicht de reden dat in eigen onderzoek met deze methode bij geëxtraheerde frontelementen vrijwel alle laesies waarin een caviteit was ontstaat kon worden ontdek DUS
  • Voor het periodiek onderzoek lijkt het dus verantwoord om voor het opsporen van klasse – III laesies gebruik te maken van doorvallen licht
  • Omdat klasse – IV laesies groter zijn dan klasse III laesies, levert hun opsporing met visuele inspectie geen probleem op.
49
Q

Op welke manier zijn klasse V laesies gemakkelijk waarneembaar?

A

Klasse – V – cariës is vanaf het stadium van een initiële wittevleklaesie met opvallend licht gemakkelijk waarneembaar.

50
Q

op welke manier, behalve de visuele inspectie. kan je nog meer klasse V laesies opsporen?

A

Naast visuele inspectie is er een methode gebaseerd op autofluorescentie van de glazuur dentine grens –> QLF –> Het is een methode waarmee porositeiten in glazuur zichtbaar worden gemaakt.

51
Q

nadeel van QLF?

A

-Het nadeel van QLF is dat het doordringingingsvermogen gering is, wat deze methode alleen geschikt maakt voor initiële laesies en dat verkleuringen, plaque en tandsteen kunnen leiden tot vals positieve uitslag

52
Q

welke methode wordt tegenwoordig gebruikt in plaats van QLF en wat is een belangrijke verschil?

A

Tegenwoordig wordt SS-OCT gebruikt: Weerkaatste lichtgolven worden omgezet in een dwarsdoorsnede van de tand. Voordeel deze methode zijn een hoge resolutie en een groot doordringingsvermogen (3mm)

53
Q

Wat kan er ontstaan bij onbedekte tandhalzen?

A

wortelcaries
Gingivarecessies leidt tot onbedekte tandhalzen, waardoor cariës ook in het wortelcement en worteldentine kan ontstaan

54
Q

Is het opsporen van wortelcaries even makkelijk bij zowel vestibulair als approximaal?

A

-Het opsporen van zulke laesies vormt geen probleem als ze vestibulair of linguaal gesitueerd zijn, maar het kan moeilijker worden bij approximale laesies

-Een röntgenfoto kan nuttig zijn, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de halsschaduw en caviteiten

55
Q

Waar moet je op letten wanneer je wortelcaries röntgenologisch gaat opsporen?

A

Onderscheid maken tussen de halsschaduw en caviteiten

56
Q

wat is noodzakelijk voor een definitieve detectie van wortel cariës?

A

Voorzichtig aftasten van het approximale gebied met een parodontale sonde is voor definitieve detectie noodzakelijk

57
Q

wat is secundaire cariës?

A

Als naast of onder een vulling cariës wordt aangetroffen, wordt die aangeduid als secundaire cariës

58
Q

wat is rest cariës en benoem welke onderscheid daarbij wordt gemaakt

A
  • Betreft het geen nieuwe laesie, maar restanten van een oude, dan spreekt men van restcariës
  • Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen carieus dentine dat is achtergebleven door een niet-adequaat uitgevoerde excavatie procedure, en carieus dentine dat opzettelijk wordt achtergelaten tijdens een indirecte pulpabehandeling.
59
Q

wat is Oppervlakte laesie

A

Secundaire cariës in het glazuur naast de restauratie

60
Q

Wand laesie

A

Cariës in de wand of bodem van de preparatie

Het herkennen van een oppervlakte laesie is geen probleem als het occlusaal is. Wanneer het approximaal is, is het lastig. Dan kan een röntgenfoto gemaakt worden

61
Q

kenmerken van wand laesies?

A
  • Wand laesies zijn moeilijk te herkennen in een röntgenfoto, enige uiterlijk waarneembare teken zijn:
  1. Bij een amalgaamrestauratie een grijs blauwe doorschemering (kan zelf ook doorschemering geven)
  2. Bij een composietrestauratie een grijs bruine doorschemering
62
Q

wat is een risico bij het maken van een röntgenfoto voor het opsporen van de wandlaesie

A

Soms is een wandlaesie zichtbaar op een röntgenfoto. Vaak wordt de restauratie over de laesie heen geprojecteerd waardoor de demineralisatie wordt gemaskeerd.

63
Q

hoe zie je een wandlaesie op een röntgenfoto?

A
  • Een wandlaesie kan zich op een röntgenfoto ook manifesteren als een witte vlek (radioopaciteit), direct onder een restauratie of daarvan gescheiden door een zwarting à dit beeld wordt gevormd doordat tin of zink uit het amalgaam is neergeslagen in het onderliggende gedemineraliseerde dentine.
64
Q

wat is het risico van materialen met een radio opaciteit die lager is dan glazuur?

A
  • De radioopaciteit van composieten en glasionomeercementen beinvloeidt een juiste diagnostiek van secundaire cariës op röntgen foto’s. materialen met een radio opaciteit die lager is dan glazuur, kunnen leiden tot verkeerde diagnose van secundaire cariës.
65
Q

kunnen diagnosen en lichtfluorescentie QLF worden gebruikt ipv de traditionele detectiemethoden?

A

Diagnodent en kwantitatieve lichtfluorescentie(QLF) zijn geen vervanging van traditionele detectiemethoden op sec cariës laesies

66
Q

wat is de eerste stap om tot een diagnose te komen?

A
  • De detectie of waarneming dat mineraalverlies is opgetreden door het cariësproces is de eerste tap om tot een diagnose te komen.
  • Vervolgens is het noodzakelijk om te bepalen of een laesie al of niet actief is.
67
Q

Behandel je een inactieve laesie?

A
  • Bij inactieve laesie geen behandeling tenzij esthetische redenen.
68
Q

Is bij een actieve laesie behandeling nodig?

A
  • Bij actieve laesie is behandeling nodig. –> preventief en zo nodig curatief. Daarbij is het eerste oogmerk de activiteit bedwingen om daarmee de progressie van de laesie tot staan te brengen. Diagnostiek voegt dus de dynamiek van het cariesproces-cariesactiviteit- toe aan detectie.
69
Q

hoe kan je de effecten van preventieve maatregelen bij een laesie beoordelen?

A

Men kan bij vervolg bezoeken de effecten van preventieve maatregelen beoordelen en vaststellen of de actieve laesies tot stilstand zijn gebracht (= watchfull waiting/monitoring)

69
Q

hoe kan je de effecten van preventieve maatregelen bij een laesie beoordelen?

A

Men kan bij vervolg bezoeken de effecten van preventieve maatregelen beoordelen en vaststellen of de actieve laesies tot stilstand zijn gebracht (= watchfull waiting/monitoring)

70
Q

wat voor zorg is nodig om de patiënt effectiever de plaque weg te krijgen?

A
  • Het bepalen van het algemene cariësrisico van de patiënt is belangrijk

-In aanvulling op curatieve zorg, of eigenlijk op de eerste plaats, is preventieve behandeling nodig om de patiënt te helpen de plaque effectiever te verwijderen, fluoride gebruiken, indien nodig dieet aanpassen en speekselsecretie stimuleren als de mond droog is.

71
Q

waarom moeten patiënten bewust worden gemaakt van de cariës risico?

A

Patiënten moeten bewust worden gemaakt van hun cariës risico om hen aan te moedigen tot preventieve zelfzorg en om hen te motiveren zich te houden aan de controle afspraken.

72
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

A

klinische status
plaque
fluoride gebruik
dieet
speekselvloed
medische anamnese
sociale anamnese

73
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

  1. De klinische status
A
  1. De klinische status
  • De klinische status blijkt de beste voorspellende factor voor het cariësrisico
  • De aanwezigheid van veel primaire laesies, of restauraties leveren het bewijs voor een hoog cariësrisico
74
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

  1. De plaque
A
  1. De plaque
    * Tandplaque is een van de primaire risicofactoren voor tandcariës
    * Als om enige reden de plaquebeheersing moeilijk wordt (door leeftijd of ziekte) à hoog cariësrisico
75
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

fluoridegebruik

A
  1. De fluoridegebruik
    * Fluoride vertraagd de voortgang van cariës
    * NB: sommige tandpasta’s voor gevoelige tandhalzen en homeopathische tandpasta’s bevatten geen fluoride
76
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

dieet

A
  • Een frequent suikerinname wordt beschouwd als een belangrijke factor voor het cariësrisico
77
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

speekselvloed

A
  1. Speekselvloed

Een droge mond is een belangrijke predisponerende factor voor een hoog cariësrisico. Dit zijn de vier meest voorkomende oorzaken:

  • Medicijnen die zorgen voor een droge mond (xerostomie)
  • Systematische ziekten
  • Eetstoornis
  • Bestraling
78
Q

wat is een vuistregel betreft het gebruik van medicatie en droge mond

A

meer dan 3 medicijnen tegelijk –> speekselsecretie geremd

79
Q

Welke medicijnen zorgen voor een droge mond?

A

Medicijnen die zorgen voor een droge mond (xerostomie):

  • Antidepressiva
  • Antipsychotica
  • Tranquillizers
  • Antihypertensiva
  • Diuretica
80
Q

welke systematische ziekten zorgen voor een droge mond?

A

Systematische ziekten

  • Primair en secundair syndroom van Sjörgen
  • Diabetes mellitus type 1
  • Multipele Sclerose
  • Sarcoidose
  • Raynaud fenomeen
  • Cystische fibrose
  • Eetstoornis
  • Bestraling
81
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:

medische anamnese
waarom hebben MGO en gehandicapten een verhoogd cariës risico?

A
  1. Medische anamnese

MGP en gehandicapten hebben een verhoogd cariësrisico –> mh moeilijk en langdurig medicijn gebruik (op suikerbasis)

82
Q

De inschatting van het cariës risico zijn gebaseerd op de onderstaande etiologische factoren:
sociale anamnese

A
  1. Sociale anamnese
    * Sociale milieu kan een indicator zijn voor het cariësrisico
83
Q

Een droge mond wordt dus veroorzaakt door…

A
  • Medicijngebruik
  • Systematische ziekten
  • Eetstoornissen
  • Bestralingen
84
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Witte vlek laesies met een dof/mat oppervlak of bedekt met plaque
  • Caviteiten
  • Op röntgenopname zichtbare dentinelaesies
A

Klasse I
actief

85
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Een approximale laesie met aanliggend chronische gingivitis
  • Een Laesie die bij een vorig onderzoek niet aanwezig was
  • Patiënt met hoog cariësriscio waarbij op röntgen approximale laesies zichtbaar zijn
A

Klasse II/III/IV Approximaal
Actief

86
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Opeenvolgende röntgenfoto’s waarop geen progressie van de laesie zichtbaar is
  • Een patiënt die na preventieve behandeling een laag cariësrisico heeft.
A

Klasse II/III/IV
inactief

87
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Witte vlek laesies met een glimmend oppervlak
  • Bruine vlek laesies met een glimmend oppervlak
A

Klasse I
Putjes en fissuren
Occlusale vlakken

inactief

88
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Glanzend witte of bruine laesies zonder plaque
  • Caviteiten, vaak donker bruin, met harde dentine, zonder plaque.
  • Op enige afstand van de gingivarand
A

klasse V
inactief

89
Q

Klasse + actief of inactief?

  • Meestal dicht naast de gingivarand gelegen en bedekt met plaque
  • Ze zijn zacht of leerachtig van consistentie
A

Wortelcariës
Actief

90
Q

klasse + actief of inactief?

  • Witte vlek laesie langs gingivarand met dof/mat/bedekt met plaque
  • Caviteiten die met plaque zijn bedekt/met of zonder blootliggend dentine (als het dentine zacht is, is het in hoge mate geïnfecteerd
A

klasse V actief

91
Q

klasse+actief of inactief?

  • Op röntgenfoto groter worden radiolucentie
  • Laesie of caviteit naast restauratie die bedekt is met plaque
A

secundaire caries actief

92
Q

klasse + actief of inactief

  • Vaak gelegen op enige afstand van de gingivarand en niet bedekt met plaque
  • Net zo hard als het omringende gezonde worteloppervlak
A

wortelcaries
inactief

93
Q

klasse + actief of inactief

  • Geen progressie op röntgenfoto
  • Niet bedekt met plaque, glimmend en hard
A

secundaire caries
inactief

94
Q

waarom kan je een beetje cariës achterlaten tijdens het restaureren?

A

Als er een klein beetje cariës wordt achtergelaten tijdens het restaureren hoeft het niet door te gaan groein. Het proces stopt. Op deze manier haal je minder weefsel weg en voorkom je problemen aan de pulpa. Vroeger werd er gedacht dat dit zal zorgen voor secundaire cariës, maar dat is niet het geval.