hoofdstruk 18. Distributiebeleid Flashcards

1
Q

Wat is Distributie?

A

Distributie = manier waarop het product bij de
klant geraakt, aan de klant (door)verkocht
wordt met of zonder tussenhandel
→ product krijgt telkens een nieuwe eigenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is logistiek?

A

Logistiek = de fysieke levering van goederen
tot bij retailer of consument
→ zonder eigendomsoverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Succes van een product of bedrijf hangt af van heel de bedrijfskolom & distributiekanaal.

A

Bedrijfskolom = supply chain
= partners ‘stroomopwaarts’ (leveranciers) +
partners ‘stroomafwaarts’ (tussenhandel)

Goede samenwerking = het managen van het value delivery
network (SCM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een distributiekanaal?

A

Groep onderling afhankelijke organisaties die samen zorgen dat het product ter beschikking wordt gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geen de functies van distributiekanaal

A
  • informatie verzamelen & doorspelen
  • communicatie over producten & diensten
  • contact = relatie met klanten opbouwen & onderhouden
  • aanpassing van het product of dienst aan behoeftes van de specifieke klant
  • onderhandelen over (o.a.) prijs
  • fysieke distributie (=logistiek): transport en opslag (magazijn + winkelvloer)
  • financiering
  • risico’s nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aantal tussenschakels in een kanaal…Geef de 3 soorten kanalen

A

kanaal 1. = producent -> consument
Kanaal 2. = Producten ->detailist -> Consument
kanaal 3. = Producent -> Groothandelaar -> Detailist > Consument

  • Detaillist, kleinhandel of retailer verkoopt steeds aan consument
  • Groothandel enkel aan andere tussenpersoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

= hybride marketingsystemen =
multichanneling

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat versta je onder de lengte van het kanaal

A

Hoe langer het conventionele distributiekanaal
= hoe meer onafhankelijke tussenschakels of niveaus
→ des te minder controle (door producent)
→ des te meer complexitbeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een verticaal marketingsysteem?

A

Bedrijven werken samen in 1 harmonieus systeem. één bedrijf is eigenaar van andere bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de aantal tussenschakels van distributie-intensiteit

A

= het aantal verkooppunten waar het product voor de eindverbruiker verkrijgbaar is

  • Intensieve distributie: in zoveel mogelijk verkooppunten te koop: convenience goods met routine of impulsaankoopgedrag
    vb. FMCGs in supermarkten
  • Selectieve distributie van shopping goods met beperkt koopgedrag
    vb. kledij, elektro, multimedia Opm.: maar nu via online distributie ook intensief (overal 24/7 te koop)
  • Exclusieve distributie van specialty goods slechts 1 of een beperkt aantal verkooppunten bv direct kanaal
    vb. Ferrari, ticketverkoop Tomorrowland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly