Heb je zin Flashcards

1
Q

Meanwhile, a few days later we’re in Amsterdam

A

We zijn inmiddels een paar dagen verder en we zijn in Amsterdam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Martin is at the railway station

A

Martin is op het station

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

He is waiting for Xing

A

Hij wacht op Xing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

She is coming to Amsterdam this week

A

Ze komt deze week naar Amsterdam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

It’s supposed to be a romantic week

A

Het moet een romantisch weekje worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

There she is

A

Daar is ze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

They give each other a kiss

A

Ze geven elkaar een kus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

How nice to be in Amsterdam at last

A

Wat leuk om eindelijk in Amsterdam te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

And how exciting, a job interview and a week with you

A

En wat spannend, een solicitatiegesprek en een weekje met jou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

This week is very important for Martin & Xing, the first week together

A

Deze week wordt heel belangrijk voor Martin en Xing, het eerste weekje same n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

We will know if Xing can stay in the Netherlands or not after this week

A

Na deze week weten we of Xing in Nederland kan blijven of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

But how will Xing do with the dutch directness?

A

Maar hoe ondergaat Xing de Nederlandse directheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Have you come here to camp out? asked Martin

A

Kom je kamperen? vraagt Martin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In what way?

A

Hoezo?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

He points at her skirt and cant help laughing loudly

A

Hij wijstt naar haar jurk en hij moet hard lachen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Xing bought a new dress especially

A

Xing heeft speciaal een nieuwe jurk gekocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

She wants martin to think she is pretty

A

Ze wilt dat martin haar mooi vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Dont you think my dress is pretty

A

Vind je mijn jurk niet mooi?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Martin gazes at the dress

A

Martin aanschouwt de jurk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

To be honest, i think that dress is terrible

A

Om eerlijk te zijn, ik vind die jurk verschrikkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

And im not exaggerating!

A

en dan overdrijf ik niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Xing is totally confused

A

Xing is helemaal beduusd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

This is not a romantic reunion

A

Dit is geen romantisch weerzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

She cant accept it and she becomes angry

A

Dit aanvaardt ze niet en ze wordt boos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Martin doesnt understand what hes doing wrong

A

Martin snapt niet wat hij verkeerd doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

I am just describing your dress

A

Ik omschrijf toch gewoon je jurk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

But dont be angry

A

maar wees niet boos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Im very happy that youre here

A

ik ben erg blij dat je hier bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

the dutch people are just direct and especially people from amsterdam

A

Nederlanders zijn gewoon direct en Amsterdammers helemaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

You havent completely convinced

A

je overtuigd me niet helemaal

31
Q

You cannot say this if you are happy to see each other again

A

Dat zeg je toch niet als je blij bent elkaar weer te zien

32
Q

Shall we go to my place

A

Zullen wij naar mijn huis gaan

33
Q

Xind doesnt know if thats a good idea

A

Xing weet niet of dat wel een goed idee is

34
Q

Id rather stay at a hotel

A

ik overnacht toch liever in een hotel

35
Q

We shouldnt go too fast `

A

we moeten niet te snel gaan

36
Q

Do you know that feeling too?

A

ken je dat gevoel ook?

37
Q

Xing wants to book a hotel in amsterdam

A

xin wil een hotel in amsterdam boeken

38
Q

She is not going to sleep at martins house yet

A

ze blijft nog niet bij martin thuis slapen

39
Q

they are searching for a spot where they can sit quietly

A

zij zijn een plekje aan het zoeken waar ze even rustig kunnen zitten

40
Q

she has her laptop with her

A

ze heeft haar laptop mee

41
Q

she wants to find a hotel on the internet

A

ze wil een hotel op het internet vinden

42
Q

lets go to my favorite local bar

A

laten we naar mijn stamkroeg gaan

43
Q

its just down the road from here

A

die zit hier even verderop

44
Q

its a cafe that i visit often

A

dat is een cafe waar ik vaak kom

45
Q

you must be marieke

A

jij bent vast marieke `

46
Q

she looks surprised

A

ze kijkt verbaasd

46
Q

why does this woman start talking about marieke

A

waarom begint de vrouw over marieke te praten

47
Q

it didnt work out with marieke

A

met marieke is het niets meer geworden

48
Q

i wont say anything anymore e

A

ik zal niets meer zeggen

49
Q

her male customers tell her about their love lives and she gives them a bit of advice

A

haar mannelijke klanten vertellen over hun liefdes en zij geeft hun een beetje advies

50
Q

so she doesnt know that martin has got together with xing and not with marieke

A

dat martin iets met xing heeft en niet met marieke kan ze dus niet weten

51
Q

i dont need anything

A

ik hoef niets

52
Q

sorry but its obligatory to have something

A

sorry schat, maar een consumptie is verplicht

53
Q

so i have to ask you to order something

A

dus ik vraag je iets te bestellen

54
Q

oh then just tea please

A

oh doe dan maar thee

55
Q

but its important for us though

A

maar wel belangrijk voor ons

56
Q

well youre lucky

A

nou je hebt mazzel

57
Q

you can find the wifi password here

A

het wifiwachtwoord kun je hier vinden

58
Q

coming up

A

komt voor mekaar

59
Q

thats what we call a coffee with extra milk in the netherlands : wrong coffee

A

zo noemen we in nederland koffie met extra veel melk: coffee verkeerd

60
Q

and then she sees a dog

A

en dan ziet ze een hondje

61
Q

i have a dog like that in china

A

ik heb in china ook zo’n hondje

62
Q

i miss her a lot

A

ik mis haar heel erg

63
Q

then she starts to search the internet

A

dan begint ze op internet te zoeken

64
Q

she already sees it all

A

ze ziet het al helemaal voor zich

65
Q

and a view over amsterdam

A

en uitzicht over amsterdam

66
Q

i dont know what you are thinking about

A

ik weet niet waaraan jij zit te denken

67
Q

suddenly he is less excited

A

hij is plots minder enthousiast

68
Q

try to find that in amsterdam for a reasonable price

A

probeer dat maar eens in amsteerdam te vinden voor een redelijke prijs

69
Q

probably everything is fully booked alreaddy

A

waaarschijnlijk zit alles al vol

70
Q

its not easy

A

het is niet makkelijk

71
Q

She goes from one hotel to another… well, their websites anyway, but everything is either full or very expensive.

A

ze gaan van het ene naar het andere hotel… de website dan, maar alles zit vol of is erg duur

72
Q

They have been searching for half an hour when Xing gets an idea.

A

ze zijn al een half uur aan het zoeken en dan heeft xing ineen een idee