Geneeskunde 2.5 Flashcards

1
Q

wat doet het endocriene stelsel

A

communicatie tussen cellen over grote afstand en langere tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn overeenkomsten van het endocriene en zenuwstelsel

A

de werking van allebei de systemen. berust op de afgifte van chemische stoffen die zich binden aan specifieke receptoren op doelcellen

beide stelsels hebben verschillende chemische signaalstoffen gemeen: noradrenaline en adrenaline

beide stelsels worden voornamelijk gereguleerd via negatieve terugkoppeling

beide stelsels coördineren en reguleren de activiteit van andere cellen weefsels organen en stelsels en handhaven de homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn verschillen tussen het endocriene en zenuwstelsel

A

hormonen gaan via bloed. Zijn langzamer hebben een langdurig effect en zijn specifiek op een orgaan of weefsel gericht

zenuwen zijn snel, hebben een kort effect en gaan door het hele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn endocriene cellen

A

de cellen die kleerproducten aan extracellulaire vloeistof geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn exocriene cellen

A

geven het klierproduct af aan op een epitheeloppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn hormonen

A

chemische signaalstoffen die in het ene weefsels worden afgegeven en door de bloedstroom naar doelcellenn in andere weefsels worden vervoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat wordt bedoeld met endocrien

A

afgifte van stoffen binnen het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat wordt bedoeld met exocrien

A

afgifte van stoffen buiten het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van de hypothalamus

A

het maken van adh en oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet oxytocine

A

knuffelhormoon

prettig gevoel

gelukshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet adh

A

anti diuretisch hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke hormonen maakt de schildklier

A

thyroxine t4, trijoodthyronine t3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke hormonen maken de nieren

A

renine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke homemen maken de bijnieren

A

cortisol

aldosteron

androgenen

adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke hormonen maken de eilandjes van lagerhans (pancreas)

A

insuline en glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is hypothyroïde

A

een endocriene stoornis in de schildklier

17
Q

wat zijn kenmerken van hypothioride

A

schildklier werkt erg lanzaam

t4/t3 is te hoog

moe

koud

somber

oedeem

obstipatie

oorzaak is dat het jodium te laag is

18
Q

Waaruit bestaan de bijnieren

A

cortex adrenalis

medulla adrenalis

19
Q

wat zijn bekende biijnierschorsunsufficiëntie ziektebeelden

A

Addison

Cushing

adriogenitaal syndroom

20
Q

wat is de oorzaak van Addisons

A

er is een lage aanwezigheid van aldosteron en cortisol

21
Q

wat is de oorzaak van Cushing

A

er is een hoge aanwezigheid van cortisol

22
Q

wat is de oorzaak van androgenitaal syndroom

A

er is een lage aanwezigheid van aldosteron en cortisol en daardoor een hoge aanwezigheid van androgenen