Bewegen en bewegingsstoornissen Flashcards

0
Q

Hoe komt een zenuwstelsel vanuit de grote hersenen bij een spier terecht?

A

Het signaal loopt via de centrale motorneuronen van de piramidebaan naar beneden. Deze
Loopt vanuit de witte schors van de grote hersenen naar de hersenstam naar het ruggenmerg. In de hersenstam en in t ruggenmerg liggen de cellichamen van de perifere motorneuronen die het signaal naar de spier brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is de rol van de grote hersenen bij het uitvoeren van willekeurige bewegingen?

A

Ze ontvangen en verzenden prikkels die de bewegingen mogelijk maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vertel in grote lijnen wat de functie van het extrapiramidale systeem is.

A

Het heeft invloed op de houding, het beginnen, instandhouden en stoppen van bewegingen en het onderdrukken van bij-/ nevenbewegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is parese?

A

Onvolledig krachtverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is paralyse?

A

Volledige verlamming zonder restkracht en spierspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is hemiparese?

A

Halfzijdige verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ben je aan verlamd als je paraparese hebt?

A

Beide benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is tremor en noem daarbij twee symptomen.

A

Tremor is bewegingsarmoede. De symptomen hiervan zijn ritmisch trillen en spierstijfheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is spasticiteit?

A

Hypertonie van spieren door beschadiging van hersenen en ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat treedt er op bij spasticiteit?

A
  1. Spasmen waarbij korte of lange tijd een zeer pijnlijke hoge spierspanning aanwezig is.
  2. Verhoogde reflexen, verlamming.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is rigiditeit?

A

Hypertonie bij de ziekte van parkinson en andere extraperamidale ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is bewegingsarmoede/hypokinesie?

A

Het gebrek aan spontane bewegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is hypotonie?

A

Te lage spierspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hypertonie?

A

Te hoge spierspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ataxie?

A

Coördinatiestoornis (stoornis waarbij iemand een breed looppatroon heeft, met ongelijke lengten van passen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is contractuurvorming?

A

Een bewegingsbeperking in het gewricht.

16
Q

Wat zijn de oorzaken van contractuurvorming?

A

Littekens (dermatogene contractuur), verkorting van spieren door spasticiteit (neurogene contractuur), blijvende verkorting door spierschade (myogene contractuur), verkorting van een pees (tandingen contractuur), beschadiging in het gewricht (artrogene contractuur), afwijking in het bot (ossale contractuur).

17
Q

Wat is dyskinesie?

A

Ondoelmatige, vloeiende en dansante bijbewegingen die ontstaan door een stoornis in het extrapiramidale systeem.

18
Q

Wat is het gevolg bij beschadiging van de piramidebaan zoals bij hersenletsel?

A

Spastische verlamming, regelmatig voorafgegaan door een slappe verlamming (spinaleshock). De motorischevoorhoorncellen krijgen geen prikkels meer uit de hersenen en kunnen dus ook geen signalen doorgeven naar de spieren.

19
Q

Wat is het gevolg aan een beschadiging van het ruggenmerg?

A

De prikkels van de motorischevoorhoornscellen kunnen niet naar de spieren overgebracht worden.

20
Q

Noem drie oorzaken van een motorische beperking.

A
  1. Beschadiging van de piramidebaan zoals bij een hersenletsel. 2. Beschadiging van het ruggenmerg. 3. Een stoornis in het extrapiramidale systeem.
21
Q

Noem twee soorten beschadigingen in het ruggenmerg

A
  1. Centrale motorneuronen(spasticiteit, spastische verlamming). 2. Een beschadiging van de perifere motorneuronen(slappe verlamming)
22
Q

Wat is een stoornis in het extrapiramidale systeem?

A

Het wegvallen van het automatisme van normale bewegingen door het gebruik van antipsychtica(medicijn)

23
Q

Noem drie ziektes waarbij antipsychotica wordt voorgeschreven.

A
  1. acute dystonie
  2. Parkinson
  3. acathisie
24
Q

Wat is acute dystonie?

A

Motorische stoornis, aanhoudende samentrekkingen van spieren of spiergroepen en/of herhaalde bewegingen. Als gevolg hiervan kan het lichaam soms een onnatuurlijke stand aannnemen.

25
Q

Wat is parkinsonisme?

A

De verschijnselen zijn die van parkinson, zoals tremor, regiditeit, hypokinesie en houdingsafwijkingen.

26
Q

Wat is acathisie?

A

Een bewegingsonrust waardoor patiënt niet stil kan zitten en loopdwang ervaart.

27
Q

Noem de functies van de extrapiramidale neuronen.

A
  1. Juiste houding ten diensten van de piramidale baan neuronen.
  2. Voor juiste spierspanning om vlot een beweging te kunnen starten.
  3. Voor het onderdrukken van onwillekeurige bewegingen.
  4. Voor goed functioneren van korte reflexen.
28
Q

Wat is de functie van de piramidale baan neuronen?

A
  1. Fijne bewegingen
  2. Onderdrukken van spierspanningen en korte reflexen.
  3. Voor de lange reflexen.