het centrale gehoor Flashcards

1
Q

hoe verloopt gehoor naar hersenen

A

Geluid: cochlea–> n. cochlearis (n.8)–> ventrale en dorsale nucleus cochlearis–> dorsaal gaat direct omhoog en ventraal gaat eerst via oliva sup–> allebei naar boven langs nucl lemniscus lat en colli inferior–> door corpus geniculatum in thalamus–> auditieve schors beide hersenhelften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

monauraal en binauraal richtingshoren

A

Oliva sup en kern cochlea nuclearis zijn belangrijk om te weten waar geluid vandaan komt

In auditieve schors word je pas bewust van het geluid

Afh van waar het geluid vandaan komt wordt het op een andere plek gereflecteerd op het oor-> padlengte versch–> fase geluid verandert dit is monauraal richtingshoren

Binauraal horen is voor richting horen in het horizontale vlak

ITD: versch in aankomsttijden geluid uitgelezen door hersensysteem–> ook richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vorm en functie buitenoor

A

Als je je hoofd stil houdt heb je beide oren nodig voor lokalisatie en geluidselevatie (dus of het van boven of beneden komt) kan je ook met 1 oor door reflecties van groeven en plooien van pinna (oorschelp) te analyseren–> weet waar geluid vandaan komt in verticale vlak (= elevatie)

Oren worden steeds groter, niet omdat ze groeien maar omdat KB slapper wordt–>groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe lokaliseren wij geluid

A

Lokalisatiesysteem is nodig om geluid te lokaliseren, hiervoor gebruik je intensiteit/ volume en de aankomsttijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschillen in intensiteit en fase

A

Plaatje: blauwe geluid is luider dan rood want grotere ampl
Geluid gaat 340m/s
Fase info = ITD is alleen relevant voor lage freq geluiden
ILD is vooral voor hoge freq geluiden

ITD gaat via ventrale nucl coch naar MSO–> herkent verschil in intensiteit en aankomsttijd –> colliculus inferior (hier komt alle info uit HS samen)–> thalamus (= corpus geniculatum)–> auditieve schors
Gespecialiseerd in richting horen in horizontale vlak
Richting hori vlak: links en rechts vergelijken, dus is binauraal richtingshoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MSO vs LSO

A

MSO = mediale bovenste olijfkern, krijgt exci input van nucl coch ventralis contralat en ipsilat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 systemen voor geluidslokalisatie

A

Bij intensiteit detecteren systeem zit hier 1 synaps ertussen–> LSO wordt van contralateraal geremd en van ipsilateraal ge-exciteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

rol MSO in geluidslokalisatie

A

MSO hebben een soma en 2 dendrieten, 1 dendriet door ene en andere door andere oor
MSO is voor laag freq verschillen, als 1 oor geacti–> EPSP (te klein om AP op te wekken)
Als beide oren tegelijk vuren ontstaat er AP want dat zijn 2 EPSP’s samen en dat is wel genoeg voor AP–> deze cellen (MSO dus) zijn coïncidence detectors (= detecteren gelijktijdige aankomst van input in beide dendrieten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

frequentie afhankelijkheid van veranderingen in MP

A

Elke cel wordt getuned door de omgeving in de verschillen van aankomsttijd in het oor tot cel
Er zijn ook verschillen in looptijd (= delay lines), bijv omdat axonen dan langer of korter zijn
Dus als eentje 0,1sec eerder aankomt maar wel 0,1 sec langer duurt alsnog tegelijk
Dus vuren als verschil in looptijd gecompenseerd wordt door verschil in aankomsttijd
Delay lines werkt alleen bij lage freq want alleen dan zijn fase verschillen meaningful
Want bij hoge freq (>4kHz helemaal niet en bij >1,5kHz heel moeilijk) werkt de precieze timing van de AP in de gehoorzenuw niet meer–> veel info verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rol LSO in geluidslokalisatie

A

LSO is goed voor hoge freq, deze worden veel beter geblokkeerd dan lage freq
Dus je hoofd schermt de hoge freq heel goed af verschillen in intensiteit is veel groter voor hoge freq in beide oren dan voor een lage freq
De depol en hyperpol zijn niet meer te onderscheiden, dit is bij freq >1500Hz
–> Systeem van inhibitie contralateraal en excitatie van ipsilateraal
De balans tussen deze inhi en exci bepaalt of een cel uiteindelijk zal vuren: de kant waar geluid het hardst is zal hij vuren, en waar hij zachtst is niet
Die balans tussen exci en inhi vertelt je iets over de lokalisatie van het geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

BERA

A

BERA: elektroden achterop hoofd geluiden soort EEG van potentialen in hersenstam, volgt direct op die geluiden BERA = ABR = auditory brain response, normaal audi schors al <10ms
Alles wat niet direct volgt als respons op dat toontje dat filter je weg, kan ook visueel
Dit is belangrijke techniek in de kliniek om te kijken of kinderen kunnen horen, door te kijken of het geluid hier aankomt in de hersenen, het interval zegt iets over centrale geleiding en wordt gebruikt om retrocochleaire geluiden te diagnosticeren
Er zijn karakteristieke delays maar gaat alsnog super snel, omdat timing van info heel belangrijk is bij het gehoor (bijv het horen van letters in de volgorde als woorden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

BERA

A

BERA: elektroden achterop hoofd geluiden soort EEG van potentialen in hersenstam, volgt direct op die geluiden BERA = ABR = auditory brain response, normaal audi schors al <10ms
Alles wat niet direct volgt als respons op dat toontje dat filter je weg, kan ook visueel
Dit is belangrijke techniek in de kliniek om te kijken of kinderen kunnen horen, door te kijken of het geluid hier aankomt in de hersenen, het interval zegt iets over centrale geleiding en wordt gebruikt om retrocochleaire geluiden te diagnosticeren
Er zijn karakteristieke delays maar gaat alsnog super snel, omdat timing van info heel belangrijk is bij het gehoor (bijv het horen van letters in de volgorde als woorden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

centrale verbindingen van het gehoor

A

Hoge freq zitten dorsaal en lage freq zitten apicaal in de schors
In colliculus inferior en cortex zijn heel veel dwarsverbindingen met links en rechts–> als iemand doof is aan 1 oor kan je er vrijwel zeker van zijn dat het een perifeer defect is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tonotopie

A

Tonotopie zit in ventrale en dorsale nucl cochlearis maar ook daarna nog in de colli inf en thalamus, in de auditieve schors blijft hij gehandhaafd
In de auditieve cortex blijft dezelfde tonotopie nog gehandhaafd: scheiden op freq

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tonotopie in de auditieve schors

A

Audi schors zit in windingen van Herschl (gyri temporales transversi), aan bovenkant gyrus temporalis sup aan binnenkant van fissura lateralis
Anatomische rangschikking: op tonotopie, periodiciteit, freq modulaties en geluidsrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

broca vs wernicke

A

Spraak en gehoor zijn nauw verweven in de cortex en liggen naast elkaar
Broca: productie van spraak Wernicke: vormen coherente zinnen, is een bron van afasie

17
Q

centrale geluidsverwerking

A
18
Q

probleem bij cocktailparty

A

Hoe meer freq overlap/ overlap van spectrale inhoud je hebt hoe moeilijker te verstaan
Achtergrondgeluid binnen kritische bandbreedte effectieve maskering van frequenties waarin je geïnteresseerd bent
Je kan ‘streams’ (= versch geluidsbronnen zoals pratend iemand naast je en TV) scheiden door bijv richting waar het geluid vandaan komt (–> geluid van 1 kant taggen als belangrijker), of op toonhoogte (orgel concert vs laag freq stem)
Hoe meer cues je kan analyseren, hoe beter je gehoor en hoe breder de freq die je kan horen kan beter die geluiden van elkaar scheiden = stream segregation
Voor centrale gehoor en hele auditieve systeem, miljoenen C om geluiden te scheiden
Centrale mechanismen (bijv laterale inhi) helpen om selectieve aandacht voor geluiden die weinig spectrotemporele overlap hebben met achtergrondgeluiden mogelijk te maken
Geluid met zelfde freq geeft minder goede maskering, beter maskering bij versch freq’s–> buiten kritische bandbreedte

19
Q

conclusies cocktailparty

A
20
Q

presbyacusis

A

Ons gehoor is niet gebouwd voor harde geluiden, ook gehoorzenuw lijdt onder hard geluid
Alleen door wrijving bij HC kunnen (harde) geluiden hun energie afgeven in het oor
Normaal: als hele leven geluid gehoord–> bijna geen HC meer
Als IHC kapot zijn dan zijn de OHC ook kapot–> dynamische range heel klein–> dus als je die versterkt (bijv met gehoorapparaat) wordt het geluid heel snel te hard omdat je maar kleine range hebt van prettig geluid–> lastig om goed gehoorapparaat te vinden
De compressie die zorgt voor grote range kan je niet vervangen–> probleem
Bij slechthorendheid wordt gesprek voeren in rumoerige omgeving lastiger omdat er minder cues onderscheiden kunnen worden om achtergrondgeluid weg te filteren van het gesprek

21
Q

middenoorreflex

A

MOR: je detecteert hard geluid–> naar periolivaire kernen–> naar nucl facialis bij m trapezius–> contractie m trapezius–> gehoorketen verstijft–> bescherming van de cochlea tegen overstim van lage freq geluiden, treedt op bij geluid >85dB
Er is reactietijd van 100ms–> beperkte bescherming tegen impulsgeluiden
Als links hard geluid is zal hij ook rechts contraheren–> reflex is binauraal