Hoofdstuk 2: Modellen van abnormaliteit Flashcards

1
Q

Waarvoor zijn modellen van abnormaliteit

A

Om abnormaliteit te behandelen,
hiervan bestaan er natuurlijk meerdere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het biologische model

A

Gaat er van uit dat stoornissen het gevolg zijn van het
disfunctioneren van delen van het organisme,
gericht op hersen- anatomie en chemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biologisch model: neurotransmitters

A

Abnormale activiteit van bepaalde NTs kan leiden tot specifieke mentale stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biologisch model: chemische activiteit

A

Abnormale activiteit in het endocriene systeem (hormonen) is ook gerelateerd aan mentale stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biologisch model: genen

A

Abnormaliteiten in hersen anatomie of chemie zijn soms het gevolg van genetische overerving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biologisch model: behandeling

A
  • Psychofarmaca (medicatie)
  • Hersenstimulatie (directe of indirecte hersenstimulatie)
  • Psychochirurgie (hersenchirurgie voor mentale stoornissen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Biologisch model: beoordeling

A

Voordelen:
- Veel aanzien in het veld
- Veel kostbare en nieuwe inzichten gegenereerd
- Behandelingen vaak effectief, zeker bij ernstige gevallen

Nadelen:
- Gelimiteerde kijk op abnormaal functioneren omwille van het excluderen van niet-biologische factoren
- Vrij vaak: sterke ongewenste neveneffecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het psychodynamische model

A

Gedrag wordt voornamelijk bepaald door onbewuste dynamische psychische krachten
conflicten tussen deze krachten –> abnormaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychodynamisch model: de krachten

A
  • Id: Plezier principe
  • Ego: Realiteitsprincipe
  • Superego: Moreel principe

Nieuwe omstandigheden en omgevingen vereisen aanpassingen van het id, ego en superego in ieder ontwikkelingsstadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Psychodynamisch model: therapieën

A

Eerdere trauma’s en latente conflicten te ontdekken met de therapeut als gids
(vrije associatie, therapeutische interpretatie, catharsis, doorheen werken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychodynamisch model: therapieën, huidige trends

A
  • Kortdurende psychodynamische therapieën
  • Relationele psychoanalytische therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Psychodynamisch model: beoordeling

A

Voordelen:
- Eerste model die het belang van psychologische theorieën en systematische behandeling van abnormaliteit erkende
- Zag in dat abnormaal functioneren genest is in dezelfde processen als normaal functioneren

Nadelen:
- Ongefundeerde ideeën en moeilijk te onderzoeken
- Niet-observeerbare concepten
- Ontoegankelijk voor participanten (want onbewust processen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het cognitieve-gedrags model

A

Focus op maladaptieve gedragingen en gedachten voor het begrijpen en behandelen van psychologische abnormaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cognitieve-gedrags model: de twee dimensies

A
  • Gedrags dimensie
  • Cognitieve dimensie
    Staat ook in relatie met elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cognitieve-gedrags model: gedrags dimensie

A

Problematische gedragingen vervangen met meer gepaste gedragingen,
conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cognitieve-gedrags model: cognitieve dimensie

A

Problematische denkprocessen herkennen, uit te dagen en te veranderen

17
Q

Cognitieve-gedrags model: beoordeling

A

Voordelen:
- Veel invloed in het klinische veld
- Brede toepasbaar
- Klinisch bruikbaar
- Focus op unieke menselijke processen
- Theorieën kunnen empirisch onderzocht worden
- Therapieën zijn succesvol in het behandelen van verschillende stoornissen

Nadelen:
- De precieze rol van cognities in abnormaliteit moet nog bepaald worden
- Therapieën helpen niet iedereen
- Sommige gedrags- of cognitieverandering zijn mogelijks niet te bereiken

18
Q

Het humanistisch-existentieel model: twee benaderingen

A
  • Humanistische benadering
  • Existentiële benadering
19
Q

Humanistisch-existentieel model: humanistische benadering

A

Mensen hebben een basisbehoefte aan onconditionele positieve waardering, om onconditionele eigenwaarde te ontwikkelen

20
Q

Humanistisch-existentieel model: soorten humanistische benadering

A
  • Logotherapie (betekenis van het leven vinden)
  • Gestalt therapie (cliënten begeleiden naar zelfherkenning door uitdagingen en frustraties)
  • Spiritualiteit (dit correleert met psychologisch welzijn)
21
Q

Humanistisch-existentieel model: existentiële benadering

A

Cliënten worden aangemoedigd om zich verantwoordelijk te gedragen en hun verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en problemen

22
Q

Humanistisch-existentieel Model: beoordeling

A

Voordelen:
- Focust op ontbrekende aspecten in andere modellen * Nadruk op het individu
- Optimistisch
- Nadruk op gezondheid

Nadelen:
- Focus op abstract problemen
- Moeilijk om te onderzoeken
- Verzwakt door afwijzing van wetenschappelijk onderzoek

23
Q

Het sociocultureel model

A

Abnormaal gedrag wordt gestuurd door sociale en culturele krachten die het individu beinvloeden

24
Q

Sociocultureel model: de twee perspectieven

A
  • Familiaal-sociaal perspectief
  • Multicultureel perspectief
25
Q

Sociocultureel model: familiaal-sociaal perspectief

A

Concentreren op krachten die een directe invloed uitoefenen op het individu, zoals sociale rollen, steun etc.

26
Q

Sociocultureel model: familiaal-sociale behandelingen

A
  • Groep therapie
  • Familietherapie
  • Koppel (of relatie) therapie
  • Communitytherapie
27
Q

Sociocultureel model: multicultureel perspectief

A

Alle gedragingen worden het best begrepen in de context van de lokale
cultuur, culturele waarden en externe beïnvloeding binnen de context

28
Q

Sociocultureel model: multiculturele behandelingen

A

Therapie met:
- Verhoogde sensitiviteit voor culturele achtergrond
- Inclusie van verschillende culturele moralen en modellen
- Cultuur-sensitieve therapieën, gender-sensitieve therapieën

29
Q

Sociocultureel model: beoordeling

A

Voordelen:
- Heeft bijgedragen aan het klinische begrip en behandeling van abnormaliteit
- Heeft bijgedragen aan groter bewustzijn van klinische en sociale rollen van therapie/therapeut
- Is succesvol geweest in sommige gebieden waarin andere behandelingen hebben gefaald

Nadelen
- Heel context-sensitief
- Modellen zijn niet in staat om abnormaliteit te voorspellen bij specifieke individuen

30
Q

Integratie van de modellen

A

Het ontwikkelings-psychopathologie model

31
Q

Ontwikkelings-psychopathologie perspectief

A

Gebruikt een geïntegreerd framework om te begrijpen hoe verschillende variabelen en principes van verschillende modellen adaptief en maladaptief functioneren kunnen verklaren

32
Q

Equifinaliteit

A

Mensen kunnen van andere plekken en contexten komen en eindigen op dezelfde plek

33
Q

Multifinaliteit

A

Mensen kunnen van dezelfde plek komen, maar op een andere plek eindigen