Verbanden + Singaalwoorden Flashcards
1
Q
Voorbeelden van tekst verbanden
A
Opsomming, tegenstelling, oorzaak, voorbeeld, doel, vergelijking, conclusie, samenvatting, tijdsvolgorde
2
Q
Voorbeelden signaalwoorden
A
Ook, bovendien, tenslotte, doordat, dus, kortom
3
Q
Feit
A
Je kan controleren dat het waar is
4
Q
Mening of standpunt
A
Iets wat je zelf vind je kan er mee eens of oneens zijn
5
Q
Argument
A
Je legt je mening uit
6
Q
Aan welke signaal woorden herken je een argument
A
Omdat, want, namelijk, immer