Duits pw H9 zinnen Flashcards
1
Q
kan ik u helpen?
A
Kann ich Ihnen helfen?
2
Q
Ik wil graag …, alstublieft.
A
Ich möchte …, bitte.
3
Q
Ja, ik had graag … .
A
Ja, ich hätte gern …
4
Q
Waar vind ik …?
A
Wo finde ich …?
5
Q
Anders nog iets?
A
Sonst noch etwas?
6
Q
Nee, bedankt. Dat was het.
A
Nein danke. Das war’s.
7
Q
Ik wil graag nog … .
A
Ich möchte noch … .
8
Q
Hoeveel kost … ?
A
Wie viel kostet … ?
9
Q
Dit brood kost … .
A
Dieses Brot kostet … .
10
Q
Maar dat is goedkoop.
A
Das ist aber günstig.
11
Q
Dat is bij elkaar … .
A
Das macht zusammen … .
12
Q
Kan ik pinnen?
A
Kann ich mit Karte zahlen?
