maatschappijleer flashcards 4.1

1
Q

wat is een pluriforme samenleving?

A

een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is cultuur?

A

alle waarden, normen, gewoonten en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn belangrijke cultuurkenmerken?

A

waarden en normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is socialisatiefunctie?

A

dat je cultuur mede vormt hoe je jezelf ziet, hoe je jezelf kleed, welke films je kijkt etc. vormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een gemeenschappelijk referentiekader? en waarvoor zorgt dit?

A

mensen die door hun cultuur dezelfde normen, waarden en gewoonten hebben
dit zorgt voor dat ze makkelijker gedachten en gevoelens uitwisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is gedragsregulerend?

A

sturen van het gedrag van mensen zodat dat geordend en voorspelbaar loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de dominante cultuur?

A

alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt
(bv, vieren koningsdag, spreken NL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een subcultuur? en waaraan herken je die?

A

binnen een groep sommige waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur
die herken je aan een specifieke levensstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is culturele diversiteit?

A

veel verschillende subculturen en levensstijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bepaalt voor een belangrijk deel je maatschappelijke positite?

A

opleiding, beroep en inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is gender?

A

culturele verschillen tussen mannen en vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn rolpatronen?

A

algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is etnische subcultuur?

A

mensen zich onderling verbonden voelen door hun land van herkomst en de daarbij horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verschil tussen autochtoon en allochtoon?

A

autochtoon is in Nederland geboren
allochtoon is als jezelf of je ouders in het buitenland is geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom gebruiken we nu ‘allochtoon’ niet meer? en wat gebruiken we dan?

A

het kreeg een negatieve lading en zorgde voor een tweedeling
personen/mensen met een migratieachtergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn tegenculturen?

A

groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen veranderen
(bv. vrouwenbeweging, BLM)

17
Q

wat is sociale cohesie?

A

dat mensen in een samenleving kunnen functioneren en dat ze het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen en onderling verbonden zijn

18
Q

wat zijn de gevolgen van een sterke en zwakke sociale cohesie?

A

sterke- rekening met elkaar houden, meer vertrouwen in bv media, politiek en rechtsstaat
zwak- meer wantrouwen, minder bereid voor elkaar en in te zetten