Week 10 HC.3 - Klinische stoornissen in de kalium balans Flashcards
REG 2010
REG 2010
B
Juist verlaagd plasma aldosteron!
REG 2011
REG 2011
HER 2013
HER 2014
B
REG 2015
HER 2015
C
Maag zitten protonen dus daar verlies je zuur. Maar braken verlies je geen kalium. Dit kalium verlies komt doordat je veel bicarbonaat achterblijf in maag dit is negatief waardoor uit gaat plassen met kalium. Via de nier
REG 2016
D
HER 2016
A
Plast veel bicarbonaat uit = base , dus pH gaat omhoog. Ook verlies je hierbij veel kalium renaal
HER 2016
A
Hyperkaliemie gevaarlijk voor hartritme stoornissen
REG 2017
A
REG 2017
A
Geeft als eerste calcium om hartritme stoornis te beperken
HER 2018
C
HER 2018
B
Bij een hyperkaliemie stijgt de kalium concentratie extracelullair. Kalium is een zuur dus als dat intracelullair minder wordt stijgt de pH daar. De cel wordt dus minder zuur, waardoor je H+ wil vasthouden om die alkalose te voorkomen.
HER 2018
D
Thiazide diuretica zorgen ervoor dat je veel natrium uit gaat plassen, CCD = verzamelbuis. De opwaartse stroom die natrium kan reabsorberen wordt dus geremd
HER 2018
REG 2018
D
Doordat je met brake H+ verliest, blijft er veel bicarbonaat achter in lichaam. Dit wordt renaal uitgescheiden
REG 2018
B
REG 2019
C
Bij remming van ENAC kan er minder kalium worden uitgescheiden
REG 2019
A
Om hartritme stoornis te stabiliseren!
HER 2019
D
Werkt heel snel voor die shift van kalium naar intracelullair, daarna via bijv. Diuretica wil je kalium gaan uitscheiden
HER 2011
C
ADH= anti plas hormoon dus gaat dan alles vasthouden
HER 2011
REG 2012
C
ANP zorgt dat je veel gaat plassen, GFR neemt dus toe. Hierdoor neemt osmolariteit af wil kalium binnen houden