HC 9. Hoofd en hals Flashcards

1
Q

Wat zijn functies van hoofd-hals gebied?

A

Het bevat organen en zorgt voor interactie/communicatie. Zintuigen vangen signalen op en gezichsuitdrukking stuurt signaal terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Waaruit bestaat de schedel?

A
  • Neurocranium (hersenschedel): neurocranium calvaria (schedeldak) en basis cranii (onderkant schedel)
  • viscerocranium (aangezichtsschedel): orbita, cavitas nasi en cavitas oris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel botten heeft schedel?

A

Er zijn 29 waarvan 21 bevestigd is door sutura en 8 zitten vast aan synoviaal gewricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is art. temporomandibularis?

A

Dit is synoviaal gewricht in je kaak bestaande uit:
- os temporale:kom
-mandibularis:kop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe krijgt de kaakgewricht stabiliteit?

A

Er is een discus aanwezig en de kauwspieren zijn heel sterk. Dit is m. masseter (bij kaak) en m. temporalis (schedel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke gebieden bestaat Cavitas cranii?

A

Dit zijn gebieden waar hersenen in liggen. Je hebt anterior, middle en posterior cranial fossa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat fascie cervicales?

A
  • lamina superficialis (om de hele hals)
  • lamina pretrachialis (omringt organen als slokdarm en luchtpijp)
  • lamina prevertebralis (omringt de wervels en spieren)
  • vagina carotica (omringt neurovasculaire compartiment)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de platysme?

A

De spier die de hals omringt in subcutaanse vetweefsel (superficiale fascie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is de fossa temporalis?

A

Dit is langs de schedel achter de m. temporalis dat de kauw stevig maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de pharynx?

A

de keelholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de spatium parapharyngeum?

A

Dit is de ruimte langs de keelholte dat neurovasculaire distributiecentrum is. Dit bevat a. carotis interna en v. jugularis interna. Dit gaat naar/weg van hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 ruimtes liggen achter de pharynx en voor de lamina vertebralis?

A

De ventrale ruimte is spatium retropharyngeum en de dorsale is danger space. Deze gebieden bevatten losmazig bindweefsel om infectie te voorkomen die naar mediastinum gaat en om makkelijker te slikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke 3 delen bestaat de pharynx?

A
  • nasopharynx (achter neus)
  • oropharynx(achter mond)
  • laryngopharynx (achter strottenhoofd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke aangezichtspieren/mimische spieren zijn er?

A
  • m. orbicularis oculii (kringspier rond oog)
    -m. orbicularis oris (kringspier rond mond)
  • m. zygomaticus major (lachspieren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet de speekselklier?

A

de glandibula parotidea. De afvoergang heet ductus parotideus. Hier loopt de n. facialis doorheen die gezichsspier innerveert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat bevindt zich in de cavitas nasi?

A
  • 3 x2 conchea (neusschelpen)
  • 4x2 paranasales (neusbijholte) waarvan 2 sinus maxillaris (kaakholte) is en sinus ethmoidales is. Dit zijn cellen tussen nasi en orbita.
15
Q

Welke 2 delen heeft cavitas oris?

A
  • vestibulum oris ( tussen boventanden en boven lip)
  • cavitas oris propria (waar tong in ligt)
16
Q

Wat zijn de 3 speekselklieren in de mond?

A
  • gl. parotidea (zijkant)
  • gl. sublingualis (onder tong)
  • gl. submandibularis (in de kaak)