Jeugdrecht in de praktijk Hoofdstuk 4 – Strafrecht Flashcards

1
Q

Jeugddetentie:

A

Minderjarige zit overdag niet in zijn eentje in een cel, maar volgt in een intern of
extern klassikaal of in klein groepsverband onderwijs. Verblijf vindt grotendeels plaats in een kleine
groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (BJJ):

A

Regelt specifiek en gedetailleerd de rechtspositie van
jongeren in een vrijheidsbenemende situatie, op welke gronden en door wie een minderjarige mag
worden beperkt in de uitoefening van zijn grondrechten. (Bv. dwangmiddelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechters hebben de voorkeur om ernstig delinquente jongeren vanwege hun behandelbehoefte naar een beveiligde, gesloten inrichting te sturen.

A

Samen met dalende criminaliteitscijfers, leidt dit tot
minder plaatsen in justitiële jeugdinrichtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nederland kent een apart jeugdstrafrechtsysteem sinds 1901 bestaande uit speciale sancties en
aparte strafprocedures voor jeugdige delinquenten.

A

Hierbij geldt een opvoedend effect en kindvriendelijke aanpak.

Wordt gezien als overgangsgebied tussen geen strafrechtelijke en volledige strafrechtelijke
verantwoordelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Apart jeugdstrafrecht is nodig omdat

A

minderjarigen minder verantwoordelijkheid dragen. Zij verschillen van volwassenen in cognitief en intellectueel opzicht. Hierdoor kunnen ze minder verantwoordelijk worden gehouden voor gedrag.

Ook hebben jongeren beperkte psychosociale vaardigheden: Impulsiever, sterk gefocust op
korte termijnuitkomsten, kunnen risico’s en gevaar moeilijker inschatten, beïnvloedbaar door
leeftijdsgenoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Regels bij jeugdstrafprocedures:

A
  • Deuren tijdens de jeugdstrafzitting blijven in principe gesloten.
  • Minderjarige is verplicht op de zitting te verschijnen.
  • Inlichtingen over de persoonlijkheid van de minderjarige dienen te worden ingewonnen
    (RvdK).
  • Minderjarige verschijnt in principe voor 1 rechter.
  • Minderjarige moet altijd een raadsman toegewezen krijgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nederlands jeugdstrafrecht is verhard:

A
  • Strafmaxima zijn omhooggegaan.
  • Meer sancties bij gekomen.
  • Toegenomen populariteit voor het aanvragen van een VOG.
  • Verplichte afgifte van DNA-materiaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zo spoedig mogelijk (ZSM):

A

Beleidsmotto. Alle delicten worden op een ZSM-locatie (politiebureau)
besproken door vertegenwoordigers van de ketenpartners (Politie, RvdK, jeugdreclassering,
slachtofferhulp, medewerkers van het openbaar ministerie), zodat snel kan worden beslist wat moet
gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerkend voor Nederland:

A

De meeste delicten door jongeren worden buitengerechtelijk afgedaan door de politie of OM (Bureau Halt). Alleen in de ernstigste gevallen worden jongeren gedagvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Jeugdstrafzaak wordt via het officiersmodel afgedaan:

A

Officier van justitie kan een taakstraf van
maximaal 60 uur opleggen, of een geldboete, en/of de verplichting tot betaling aan de staat van een som geld ten behoeve van het slachtoffer, en/of de onttrekking aan het verkeer van het voertuig waarmee de overtreding is begaan plus eventueel de ontzegging van de bevoegdheid tot het
besturen van motorrijtuigen voor maximaal 6 maanden.

Geen vrijheidsbeneming, maar wel vrijheidsbeperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechter komt bij ernstigere delicten pas in beeld. Hij kan 3 straffen opleggen:

A
  • Jeugddetentie (Maximaal 1 of 2 jaar)
  • Taakstraf (Werk- en of leerstraf, maximaal 200 uur)
  • Geldboete (Maximaal €4.000)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel):

A

Vrijheidsbenemende maatregel.
Maximaal 7 jaar, wanneer er sprake is van behandeling van een stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM):

A

Vrijheidsbeperkende maatregel.

Bv. onder begeleiding van de jeugdreclassering een programma volgen, gebiedsverbod,
contactverbod, meldingsplicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Structurele aspecten:
Leeftijdsgrenzen:

A

Nederland kent een ondergrens van het jeugdstrafrecht van 12 jaar. In Europa is dit gemiddeld 13,5 jaar, in de rest van de wereld lager. Bovengrens is bijna overal 18 jaar.

VN-Comité voor de Rechten van het kind heeft in zijn General Comment uitdrukkelijk
12 jaar als minimumleeftijd gesteld en staten aangemoedigd de leeftijd voor
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van kinderen te verhogen. Nederland voldoet hier precies aan.

In Nederland is het sinds 2014 mogelijk jongvolwassenen tot 23 jaar te berechten
volgens het jeugdstrafrecht. Omgekeerd is het ook mogelijk om bij hoge uitzondering 16- en 17-jarigen over te dragen naar het gewone strafproces, waar hogere straffen
kunnen worden opgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Structurele aspecten: Kinderbescherming:

A

Het belang van het kind moet het primaire doel zijn van alle acties in het jeugd(straf)recht. Rehabilitatie en doelen moeten te maken hebben met herstel.

Strafbare feiten kunnen niet alleen strafrechtelijk maar afhankelijk van de situatie ook civielrechtelijk worden afgedaan (behandeling ter preventie van recidive).

Het arresteren en vasthouden van kinderen mag alleen in laatste instantie
plaatsvinden en voor de kortst mogelijke duur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Justitieel Casus Overleg (JCO+):

A

Samenwerking tussen instanties die vanuit strafrechtelijke en
civielrechtelijke hoek werken.

Politie, OM en RvdK. Wordt beoogd z.s.m. een afdoeningsbeslissing te nemen in
strafrechtelijke jeugdzaken. Daarnaast schuiven, afhankelijk van de casuïstiek, Bureau Halt, Bureau Jeugdzorg, Veilig Thuis, Bureau Slachtofferhulp, maatschappelijk werk en de
leerplichtambtenaar aan. Op basis van de bijeengebrachte informatie neemt het OM een
afdoeningsbeslissing.

17
Q

Inquisitoire strafprocestraditie:

A

Het proces heeft de vorm van een officieel onderzoek dat wordt
geleid en gericht op waarheidsbevinding. Het jeugdstrafproces wordt in Nederland beheerst door de
interactie tussen rechter en verdachte. Voor de rechtszitting is onderzoek uitgevoerd. De rechter, officier en advocaat hebben toegang tot dit dossier.

18
Q

Accusatoire/Adversaire traditie:

A

Strafproces als een strijd tussen 2 gelijke partijen ten overstaan van een onpartijdige rechter die slechts de procedures bewaakt en verder geen actieve rol heeft. Rechter
geen toegang tot het dossier. Rechter/jury beslist over schuld of onschuld. Minderjarige wordt niet gevraagd noch verondersteld een eigen rol te spelen en zijn verhaal te vertellen.

19
Q

Politie en Openbaar Ministerie:

A

Hebben de bevoegdheid om zaken betreffende minderjarige
verdachten zelfstandig af te handelen, mits de zaken aan vastgelegde criteria voldoen. In de praktijk komen relatief weinig jongeren voor de rechter.

20
Q

Politie:

A

o Kan lichte feiten zelf afdoen.
o Kan reprimande of boete tot maximaal €390 geven.
o Kan doorsturen naar Bureau Halt of vrijwillige jeugdhulp.
o Kan zaak doorsturen naar RvdK of het OM.
o Discretie: Heeft de mogelijkheid een verdachte jongere mee te nemen naar het
politiebureau en daar te verhoren (Heeft OM ook).

21
Q

Openbaar Ministerie:

A

o Vervolgingsmonopolie: Bevoegdheid om voorgeleiding voor de rechtbank tegen
verdachten te initiëren.
o Opportuniteitsbeginsel: Officier van justitie kan beslissen dat een zaak niet hoeft voor
te komen en die zelf afdoen.
o Kan een taakstraf opleggen van maximaal 60 uur, een boete of een
reclasseringsmaatregel van maximaal 6 maanden.
o Kan zaken voorwaardelijk sanctioneren als het gaat om zaken waarop maximaal 6
jaar detentie staat.

22
Q

Kinderrechter:

A

o Gespecialiseerd in het jeugdstrafrecht.
o Jongeren kunnen te maken krijgen met verschillende rechters, waarbij de kinderrechter als voorzitter optreedt.
o Jongeren die een overtreding hebben begaan worden net als volwassen verdachten
berecht door de alleensprekende kantonrechter; er wordt niet automatisch een
advocaat toegevoegd en de jeugdige is niet verplicht te verschijnen.

23
Q

Inverzekeringstelling:

A

Officier houdt de jeugdige langer vast. De jongere dient na maximaal 3 dagen in
een politiecel te worden voorgeleid bij de rechter-commissaris (RC).

24
Q

Inbewaringstelling:

A

RC kan besluiten de verdachte nog langer vast te houden (max. 14 dagen) en toestemming geven tot voorlopige hechtenis in een justitiële jeugdinrichting (max. 90 dagen).

25
Q

Uiteindelijke rechterlijke beslissing:

A

Jeugdige verdachten worden voorgeleid bij de alleensprekende
kinderrechter of bij de meervoudige kamer (zeer ernstige zaken). De rechter die als RC is opgetreden
(voorbereidende fase) mag niet als kinderrechter in dezelfde zaak optreden (proces).

26
Q

Consultatiebijstand:

A

Jeugdige verdachten hebben het recht om te worden bijgestaan door een raadsman of vertrouwenspersoon tijdens het eerste politieverhoor.

27
Q

Verhoorbijstand:

A

Jeugdige verdachten hebben het recht om te worden bijgestaan door een raadsman of vertrouwenspersoon tijdens elk volgend verhoor.

28
Q

Advocaat wordt gratis toegewezen indien:

A
  • Een jongere in verzekering wordt gesteld.
  • Als een zaak wordt doorgestuurd naar de rechtbank.
  • Als de officier een voorwaardelijke sanctie oplegt van meer dan 20 uur taakstraf of een boete van meer dan €115.
29
Q

In Nederland is er regelmatig contact tussen de rechtbank en de kinderbescherming

A

De advisering is
ondergebracht bij de RvdK en de uitvoering bij de jeugdreclassering, onderdeel van een GI.

Als de jeugdofficier de jeugdige verdachte bij de rechter wil voorleiden dan moet hij een rapportage opvragen aan de RvdK met advies betreffende de sanctie. De RvdK is dus
onmiddellijk betrokken nadat een jongere wordt gearresteerd