1.A.9 - HC.2 Viscerale coördinatiesystemen Flashcards

1
Q

Wat is de functie van de lengte spieren?

A

Maken de oesophagus korter, waardoor het transport over afstand sneller gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt de perastaltische beweging in de oesophagus gecoördineerd?

A

plexus entericus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is achalasie?

A

als de slokdarmsphincter niet meer goed ontspant zorgt voor slikklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de twee belangrijkste centra’s voor eetlust in de hypothalamus?

A
  1. verzadigingscentrum (VMN): aan mediale kant
  2. hongercentrum (LHA): aan laterale kant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het centrum dat beide verzadiging- en hongercentrum aanstuurt?

A

nucleus archuales (ARC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de twee soorten neuronen van de nucleus archuales (ARC)

A
  1. anorexigene neuronen: kunnen leiden tot anorexia en dus verlies van honger gevoel. produceren POMC –> produceert MSH –> bindt aan melinecortine receptoren –> remt verzadiging en hongercentrum
  2. orexigene neuronen: stimuleren verzadiging en hongercentrum. wordt geremd door insuline, ghreline en leptine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt direct na eten?

A
  1. insuline spiegels stijgt
  2. anorexigene neuronen worden gestimuleerd en orexigene worden geremd
  3. negatieve feedback: verzadigingsgevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als je lange tijd niet hebt gegeten?

A
  1. maag maakt het hormoon ghreline
  2. anorexigene neuronen worden geremd en orexigene neuronen worden gestimuleerd
  3. hongergevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen mensen met veel wet en mensen met weinig vet?

A

lichaam met veel vet maakt meer liptine aan –> eetlust neemt af
lichaam met weinig vet maakt minder liptine aan –> eetlust neemt toe
= op lange termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van slikken

A
  • willekeurig maar ook onwillekeurig
  • nauwkeurig proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de fases bij het eerste gedeelte van spijsvertering?

A
  1. orale fase: willekeurig, zorgt ervoor dat je voedsel je tong afrolt naar achteren waardoor het in contact komt met de pharynx
  2. faryngeale fase: reflexmatig, zorgt ervoor dat voedsel naar achteren wordt geduwd en doorgeslikt wordt en epiglottis sluit
  3. oesophegale fase: UES sluit reflexmatig zorgt ervoor dat voedsel word weggewerkt en verdwijnt door peristaltische bewegingen geïnitieerd door n. vagus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt de druk in de bovenste en onderste sphincter?

A

de druk is altijd aanwezig, valt even weg als er geslikt wordt, gevolgd door een korte verhoging van de druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functies van de maag?

A
  • opslag van voedsel
  • vertering: mengen van enzymen, vloeistof en bolus; kneden; secretie hormonen en protonen; productie chymus;
  • bescherming: mechanisme, dingen opslaan; chemisch, voorkomt dat zuur niet te veel schade aanricht; bacterieel, door zure omgeving worden bacterien en micro-organismen gedood;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke soorten cellen zitten er in de mucosa van de maag?

A
  • pariëntale cellen: in fundus en corpus van de maag produceren HCL en IF
  • muceuze cellen: in de cardia, verantwoordelijk voor mucusproductie
  • hoofdcellen: produceren pepsinogeen
  • gastrine cel: in antrum produceert gastrine
  • enterochromaffiene cel produceert histamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillende fasen tijdens eten?

A
  1. cephale fase: het zien van voedsel activeert de maag
  2. gastrische fase: als je voedsel ruikt of ziet, stimuleert dit de maag tot de productie van maagsappen
  3. intestinale fase: regelsysteem in duodenum bestaande uit hormonen en het zenuwstelsel en oefent invloed uit op de activiteit van de maag. Meer of minder afgifte van HCl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is retropulsie?

A

Het terug duwen van voedsel van het antrum richting het corpus totdat de brij tot klein genoeg is vermalen

17
Q

Wat is receptieve relaxatie?

A

mechanisme in de maag, dat ervoor zorgt dat de opslag wordt vergroot

18
Q

Waaruit bestaat de dunne darm motoriek?

A
  • segmentale insnoeringen
  • pendelbewegingen: heen en weer bewegen van het voedsel door de dunne darm
  • rimpelingen van het slijmvlies
  • darmvlok bewegingen
  • peristaltische golven
19
Q

Wat is MMC: migrating myoelectric complex?

A

als je niet eet –> MMC –> maag-darmkanaal wordt in een keer schoongespoeld dan zie je hele sterke contracties –> honger gevoel

20
Q

kenmerken interne anale sfincter en externe anale sfincter?

A

interne anale sfincter: glad spierweefsel, autonoom, geeft aandrang tot defecatie
externe anale sfincter: dwarsgestreepte spieren, deels wel animaal