thema 8 herhaling Flashcards

1
Q

leg uit de transformatie van een vlak door een verschuiving

A

Een verschuiving is een transformatie van het vlak aangezien elk punt van het vlak juist één beeld heeft door een verschuiving over een vector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie verschuiving

in symbolen

A

t->AA’ (B) = B’

[BB’] // [AA’]
[BB’] en [AA’] hebben dezelfde zin
|BB’| = |AA’|

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen (AA’) dekpunten zijn?

A

(AA’) zijn dekpunten als de punten X en Y van ->XY gelijk zijn aan elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

defintie A’ is het rotatiebeeld van A

in symbolen

A

r(O,α)(A) = A’

|OA| = |OA’|
AÔA’ = α

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is een verschuiving volledig bepaald ?

A

Een verschuiving is volledig bepaald door het geven van:
- een vector
- een koppel (AA’) met A ≠A’ of A = A’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AÔB

A

georiënteerde hoek AÔB met [OA als beginbeen en [OB als eindbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn congruente figuren?

A

De vorm en de grootte van een vlakke figuur blijven bij een verschuiving en een rotatie behouden. Daardoor kun je zeggen dat de figuur en haar beeld congruente figuren zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Punt M is het schuifbeeld van punt J over de vector ->OK

A

M = t->OK (J)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

definitie verschuiving

in woorden

A

Het punt B is het beeld van het punt B’ door de verschuiving over de vector -> AA’

als en slechts als

  • De richting van [BB’] is gelijk aan de richting van [AA’]
  • De zin van [BB’] is gelijk aan de zin van [AA’]
  • De afstand van [BB’] is gelijk aan de afstand van [AA’]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het beeld van R is Q over de vector ->AB

A

t->AB (R) = Q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

t->AB (R) = Q

A

Het beeld van R is Q over de vector ->AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

M = t->OK (J)

A

Punt M is het schuifbeeld van punt J over de vector ->OK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

definitie georiënteerde hoek

A

Een georiënteerde hoek is een hoek die wordt bepaald door een (draai)zin en een hoekgrootte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

definitie A’ is het rotatiebeeld van A

in woorden

A

A’ is het rotatiebeeld van A om het rotatiecentrum O en over de georiënteerde hoek α

als en slechts als

  • de afstand van punt O naar punt A even groot is als de afstand van O naar A’;
  • de hoek AÔA’ gelijk is aan hoek α
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly