Bs 3 Flashcards

1
Q

Organel

A

een deel van een cel met een eigen functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(Kern/cel) Membraan

A

De buitenste laag van een kern/cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Celwand plantencel

A

Ligt om het celmembraan,
bestaat uit tussencelstof die celluse bevat en geeft de plantencel stevigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Membranen

A

Bestaan uit vetmoleculen, dit scheid het inwendige vd cel en het cytoplasma van het milieu buiten de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cytoplasma

A

bestaat uit grondplasma (water en opgeloste stoffen) met daarin allerlei organellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vacuole

A

Gevuld met vacuolevocht, rol in de stevigheid van plantencellen, kan kleurstoffen bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Plastiden

A

Zijn organellen in het cytoplasma
- chloroplasten (bladgroenkorrels): bevatten groene kleurstoffen (chlorofyl)
- chromoplasten: bevatten gele, oranje en rode kleurstoffen
- leukoplasten: slaan stoffen zoals vet, zetmeel en eiwit op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly